Tekstsoorten en schrijven

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
- kun je vier tekstsoorten benoemen en onderscheiden
- kun je een tekst op verschillende manieren lezen of naar een spreker luisteren
- kun je vertellen hoe je de betekenis van onbekende woorden kunt achterhalen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoorten

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Informatieve tekst
  • De schrijver of spreker geeft informatie over een bepaald onderwerp.
  • De tekst is neutraal -> schrijver of spreker  geeft niet zijn eigen mening . Hij kan wel meningen van anderen presenteren. 
  • De bedoeling is informeren. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden?

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden: 
journaal, uiteenzetting van een docent, nieuwsbericht, nieuwsbrief, schoolboek, woordenboek.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betogende tekst
  1. De schrijver of spreker geeft zijn mening over een bepaald onderwerp. 
  2. De bedoeling is overtuigen.
  3. Hij geeft verschillende argumenten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschouwende tekst
  • De schrijver of spreker bespreekt meerdere standpunten.
  • De bedoeling is dat de lezer of luisteraar nadenkt over het   onderwerp.
  • Een beschouwende tekst heeft niet tot doel te overtuigen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhalende tekst
De schrijver of spreker wil je graag vermaken met de tekst.

Bijvoorbeeld: roman, strip cartoon, liedtekst.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst schrijven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WWWWWH-vragen
Wat is de hoofdgedachte?
Waarom is dat zo?
Wie zijn erbij betrokken?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waar gaat het gebeuren?
Hoe gaat het gebeuren?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel
Waarom is erg belangrijk bij een betogende tekst
terwijl wie, wanneer, waar en hoe
aandacht krijgen wanneer je vooral wilt informeren 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies