In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Les 2 - Verzorggingsstaat
Slide 1 - Tekstslide
Wie gaat straks de Tena-luier van je vader/moeder verschonen? Licht je antwoord toe
Slide 2 - Open vraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je het verschil uitleggen tussen een verzorgingsstaat en participatie samenleving
- kan je het verschil uitleggen tussen indirecte en directe belasting
- kan je 4 verschillende soorten uitkeringen benoemen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Kenmerken
In een verzorgingsstaat is de staat verantwoordelijk voor het welzijn van zijn burgers. De staat zorgt voor:
- de gezondheidszorg
- het onderwijs
- werkgelegenheid
- sociale zekerheid.
Via het innen van belastingen en sociale premie wordt dit bekostigd.
Slide 5 - Tekstslide
Welke uitkeringen ken jij?
Slide 6 - Woordweb
www.uwv.nl
Slide 7 - Link
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Erfbelasting
Motorrijtuigenbelasting
Omzetbelasting
Milieubelasting
Slide 10 - Sleepvraag
Waar denk jij aan bij het woord "participatie samenleving"?
Slide 11 - Woordweb
www.npostart.nl
Slide 12 - Link
Participatie samenleving
In een participatiesamenleving stoot de regering (een deel van) haar verantwoordelijkheden op het gebied van zorg en sociale zekerheid af. Gemeenten of de burgers zelf worden nu verantwoordelijk voor hun welzijn.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld
In de verzorgingsstaat betaalt de overheid de huishoudelijke hulp die een gehandicapte of oudere nodig heeft.
In een participatiesamenleving wordt er eerst gekeken of een familielid of een buurman de gehandicapte of oudere kan helpen. Ook wordt eerst bekeken of de gehandicapte of oudere de thuishulp zelf kan betalen of niet. De gemeente wil alleen (een deel van) de thuishulp betalen als mensen de hulp echt nodig hebben en niet zelf kunnen betalen.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Noem een verschil tussen de verzorgingsstaat en de participatie samenleving