Recap Tenses

Recap Tenses Blue Reader
A check to see what you remember about the tenses discussed.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recap Tenses Blue Reader
A check to see what you remember about the tenses discussed.

Slide 1 - Tekstslide

Today 
Past Simple
Present Perfect
Past Continuous 
Past Perfect 
Indirect speech 

Goal: to check what you already know. 

Slide 2 - Tekstslide

Klopt! 
Klopt niet! 
Een regelmatige past simple eindigt altijd op -ed
Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 
Je ontkent een past simple door didn't plus het hele werkwoord te gebruiken 
Past Simple gaat om een specifiek moment in het verleden.

Slide 3 - Sleepvraag

past simple
Geen past simple! Ook geen past tense.
Geen past simple! Wel verleden tijd

Slide 4 - Sleepvraag

Past Simple: cry

Slide 5 - Open vraag

Past Simple: watch

Slide 6 - Open vraag

Past simple van:
cut

Slide 7 - Open vraag

Susan _____ (carry) the box all day yesterday.

Slide 8 - Open vraag

Mrs Meinsma _______ (teach) 5havo last week.

Slide 9 - Open vraag

Create a sentence with the past simple of the verb 'go'.

Slide 10 - Open vraag

Create a sentence with the past simple of the word 'try'.

Slide 11 - Open vraag

Past simple
  • Gebeurtenis in het verleden die nu afgelopen is
  • Vaak staat er een tijdsbepaling bij (wanneer het gebeurd is)
  • ww + ed of 2e rijtje onregelmatige ww
  • Kan alleen in een zin, of met 1 van de andere tijden.

Slide 12 - Tekstslide

past simple
present perfect

Slide 13 - Sleepvraag

Present perfect:
Wanneer gebruik je de present perfect?
A
het is in het verleden gebeurd en niet belangrijk wanneer.
B
bij feiten, gewoontes en regelmaat.
C
wanneer het nog moet gaan gebeuren.
D
als het nu gebeurt.

Slide 14 - Quizvraag

Present Perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 15 - Quizvraag

Vul de present perfect in:

We ________(learn) the present perfect

Slide 16 - Open vraag

Present Perfect: write down 1 sentence in the Present Perfect with the verb 'live'

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de past simple en welke is the past continuous?
past simple
past continuous

Slide 21 - Sleepvraag

Past simple
Past continuous
Past simple
Past continuous

Slide 22 - Sleepvraag

past simple vs past continuous
Past simple
Past Continuous
Langere activiteit
Korte activiteit
Onderbreking
was/were + ww + ing
ww + ed / 2e rijtje

Slide 23 - Sleepvraag

Past continuous:
to run (rennen) Maak een zin in de past continuous.

Slide 24 - Open vraag

Past simple / past continuous

Slide 25 - Tekstslide

Point out the Past Perfect (PP) & Past Simple (PS)


After Fred had spent his holiday in Italy he wanted to learn Italian.

PS
PP

Slide 26 - Sleepvraag

Complete the sentence; use the past simple and the past perfect. 
They                   caviar last night; they                         caviar before.
timer
0:45
eaten
never had
ate
had never had

Slide 27 - Sleepvraag

2. The past perfect continuous
The Past Perfect Simple
had + past participle (volt.dw) - had walked
  • korte actie
  • omschrijft wat er als 1ste gebeurde in het verleden.
  • Gaat om volgorde van gebeurtenis




1
2

Slide 28 - Tekstslide

SB 2B ex. 2: sleep de woorden naar de juiste Tense
Past Simple
Past Continuous
Past Perfect
Was
Went
Arrived
Looked
Decided
Were walking
Was coming
wasn't raining
Had started
were
'd watched
hadn't seen
Didn't mind

Slide 29 - Sleepvraag

Tense
Active
I teach English to the students.
They are driving a car.
He painted the wall.
He has lived there since 2022.
Tenses
timer
1:00
present simple
present continuous
past simple
Present perfect

Slide 30 - Sleepvraag

If we have time left....
Indirect speech 

Slide 31 - Tekstslide

Match the correct indirect speech sentences to the direct speech sentences
'I walk to school.'
'I walked to school.'
'I have walked to school.'
He said that he walked to school. 
He said that he had walked to school. 
He said that he had walked to school. 

Slide 32 - Sleepvraag

Indirect speech
Direct speech
She said she played tennis every week
'They will be late' the teacher said
'I had sent you the text' he said
My mother said she was watching the news

Slide 33 - Sleepvraag

Indirect speech

Slide 34 - Tekstslide

Direct + indirect speech 
Indirect speech usually start with:
- He said...
- She thought...
- They asked if...

Indirect speech = past tense

Slide 35 - Tekstslide

Grammar: direct & indirect speech

Slide 36 - Tekstslide