2.1 Weer & klimaat in de Verenigde Staten

+ aantekeningenschrift.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

+ aantekeningenschrift.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind:
Je weet welke klimaten er in de VS voorkomen en waar ze liggen.
Je kunt een koppeling maken tussen de neerslag- en temperatuurkaarten en de klimaatkaart.
Je begrijpt waardoor er verschillende klimaten in verschillende delen van de VS voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Klein beetje topografie:
Hierna: uitleg weer en klimaat VS en NL

Slide 5 - Tekstslide

Welke verklaring is er voor de grote verschillen in neerslag tussen Death Valley en de westkust van Californië?

Slide 6 - Tekstslide

Death Valley -> regenschaduw of de lijzijde.
 
De westkust ligt aan de loefzijde. 

Slide 7 - Tekstslide

Weer & klimaat in Nederland (NL) & de Verenigde Staten (VS)
De VS is 230 x groter dan Nederland. 
Nederland kent maar één soort klimaat, namelijk het gematigd zeeklimaat.
Maar de VS kent wel zeven klimaten.

Welke klimaatfactoren zijn het belangrijkst in NL en VS?
NL: invloed van de zee.
VS: breedteligging (hoe verder van evenaar, hoe kouder) + hoogteligging
Hierna: uitleg landbouw in de VS

Slide 8 - Tekstslide

+ aantekeningenschrift.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag
2.2 en 2.3
Klaar? 
Orkanen en Tornado's hoe ontstaan ze?

Slide 11 - Tekstslide

Landbouw in de VS:
Het gebergte the Rocky Mountains en de woestijnen zijn ongeschikt voor landbouw. Maar andere gebieden kennen wel landbouwgordels.
De 100° WesterLengte is de droogtegrens (zie rode lijn). Ten westen van deze grens komen mensen aan water via de (1) Colorado-rivier en (2) de Ogalla-aquifer.

Hierna: uitleg klimaatverandering in de VS

Slide 12 - Tekstslide

extensieve                       en         intensieve landbouw.

Slide 13 - Tekstslide

Landbouw in de VS:

Een aquifer is een zoetwaterbel diep onder de grond. Het water uit de rivier en de aquifer wordt gebruikt voor cirkel-irrigatie, waardoor toch akkerbouw mogelijk is.  Irrigatie is het kunstmatig met water bevloeien van droge grond. Ook vindt ten westen van de 100° WL in de droge steppegebieden extensieve veeteelt plaats.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Klimaatverandering in de VS


Door het versterkte broeikaseffect vinden in de VS vinden ook steeds meer en heftigere natuurrampen plaats, zoals

 Overstromingen, bosbranden, droogte.
Ook zal door de opwarming van het klimaat de droogtegrens van 100 °WL naar het oosten schuiven, omdat het steeds warme en droger wordt.


Slide 17 - Tekstslide

Klimaatverandering in de VS


Met name in Californië zijn  enkele maatregelen ingezet:
1. Een oplossing is om meer water uit de aquifer op te pompen, maar dit water is uitputbaar
2. In de staat Californië is sinds kort waterbelasting ingevoerd; 
3. Andere oplossingen zijn: investeren in duurzame energie, minder benzineauto's, herbebossing en meer groen, vermindering broeikasgassen en voorlichting inwoners.

Slide 18 - Tekstslide

NU
Maken 2.2 en 2.3 verkorte leerroute.
Klaar? 
Hoe ontstaan orkanen en tornado's +  wat zijn de verschillen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Sleep de namen van de belts naar de juiste plek in de legenda:
Hierna: filmpje weer en klimaat in VS (+ 2 min.)
suiker
tabak
mais
graan
katoen
melkveeteelt

Slide 21 - Sleepvraag

Sleep de klimaten naar de juiste plek:
Hierna: filmpje klimaatverandering in VS (+ 2 min.) + 10 quizvragen
woestijnklimaat
toendraklimaat
landklimaat
steppeklimaat
Middellandse Zeeklimaat
hooggebergteklimaat
gematigde zeeklimaat

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Video


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Welke plaats is het meest geschikt om een zonnecentrale te bouwen in de Verenigde Staten?

A
een plaats op hoge breedte met veel bewolking
B
een plaats op hoge breedte met weinig bewolking
C
een plaats op lage breedte met veel bewolking
D
een plaats op lage breedte met weinig bewolking

Slide 24 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
In de afbeelding zijn vier vormen van bodemgebruik vervangen door de cijfers 1 t/m 4.

Welk bodemgebruik komt het meest voor bij cijfer 2?
A
extensieve veehouderij
B
intensieve veehouderij
C
verbouw van mais en sojabonen
D
verbouw van tarwe

Slide 25 - Quizvraag

Er is een samenhang tussen klimaatzone enerzijds en vegetatiezone (plantengroei) en agrarisch bodemgebruik anderzijds.

Welke vorm van veehouderij en welk landschap zijn te zien op de foto?
A
extensieve veeteelt op de savanne
B
extensieve veeteelt op de steppe
C
intensieve veeteelt op de savanne
D
intensieve veeteelt op de steppe

Slide 26 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen. In de afbeelding zie je bron 8 en bron 9.
In bron 8 zijn met de letters P, Q en R drie landbouwgebieden aangegeven.
In bron 9 staan drie foto’s die bij deze landbouwgebieden horen.
Waar staan de landbouwgebieden juist bij de foto’s? 
A
Foto 1: P, Foto 2: Q, Foto 3: R
B
Foto 1: P, Foto 2: R, Foto 3: Q
C
Foto 1: Q Foto 2: P Foto 3: R
D
Foto 1: Q, Foto 2: R, Foto 3: P

Slide 27 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
In de afbeelding zie je 3 foto's.

Zet de cijfers van de foto’s  in de juiste volgorde, van westkust naar oostkust. 
A
Foto 1 --> Foto 2 --> Foto 3
B
Foto 2 -> Foto 1 --> Foto 3
C
Foto 1 --> Foto 3 --> Foto 2
D
Foto 3 --> Foto 1 --> Foto 2

Slide 28 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Het bodemgebruik in een gebied wordt vaak sterk bepaald door het klimaat.
Welke klimaatgrafiek is van een plaats waar citrusteelt (bijvoorbeeld sinaasappels, mandarijnen en citroenen) zonder irrigatie kan plaatsvinden?

A
Klimaatgrafiek 1
B
Klimaatgrafiek 2
C
Klimaatgrafiek 3
D
Klimaatgrafiek 4

Slide 29 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Over de weersverwachting in de afbeelding worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: De afbeelding toont alleen weerelementen en géén klimaatfactoren.
Uitspraak 2: de verandering van windrichting wordt veroorzaakt doordat  luchtdrukgebieden zich verplaatsen. 
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 30 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Over de gemiddelde temperatuur in januari in de Verenigde Staten worden twee uitspraken gedaan:

Uitspraak 1: een overheersend hogedrukgebied in de buurt van Minneapolis draagt bij aan een lage temperatuur in januari.
Uitspraak 2: in de stad New York is het door de overheersende aflandige wind in januari kouder dan in Seattle. 
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Over de klimaten in de Verenigde Staten worden twee uitspraken gedaan.

Uitspraak 1: de aflandige wind is een van de factoren die bepaalt dat het
kustgebied in het uiterste noordoosten van de Verenigde Staten een landklimaat heeft.

Uitspraak 2: wanneer je de Verenigde Staten zou opdelen in een westelijk en oostelijk deel, dan liggen de drogere gebieden vooral in het westelijke deel.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 32 - Quizvraag

In de staat Utah in de Verenigde Staten is in augustus 2021 een wielerwedstrijd gehouden. De wielrenners begonnen op 1.000 meter hoogte bij een temperatuur van 34 graden Celsius. De finish lag op 3.000 meter hoogte.
Wat was de temperatuur bij de finish?
A
14 graden Celsius
B
22 graden Celsius
C
28 graden Celsius
D
40 graden Celsius

Slide 33 - Quizvraag

Hiernaast zie je de berg Marys Peak in het Kustgebergte.
Je gaat een bergwandeling maken in het Kustgebergte van de Verenigde Staten.
Je begint op 250 meter boven zeeniveau, waar het 5 °C is. Je wandelt naar de top van de berg Marys Peak, die op 1250 meter hoogte ligt.
Als de temperatuur op 250 meter boven zeeniveau 5 °C is, wat is dan de temperatuur op de top van de berg Marys Peak?
A
-5 °C
B
-1 °C
C
+11 °C
D
+15 °C

Slide 34 - Quizvraag