Ec. bekeken 4TL : 4.3

Hoofdstuk 4: Inkomen
Herhaling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Inkomen
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Welke nivellerende maatregelen
ken je nog?

Slide 2 - Woordweb

Welke denivellerende maatregelen
ken je nog?

Slide 3 - Woordweb

Wat is de armoedeval?

Slide 4 - Woordweb

Herhaling 4.1 inkomens verschillen
Wanneer mensen in de bijstand zitten kunnen ze terecht komen in de armoedeval:
- Het verschijnsel waardoor het niet aantrekkelijk is om te gaan werken

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling 4.2 inkomens: hoog tegenover laag
Het kleiner worden van inkomensverschillen noemen we nivelleren.

Wanneer de inkomens verder van elkaar liggen noemen we het denivelleren.

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling 4.2 inkomens: hoog tegenover laag
Hoe worden de verschillen groter/kleiner? 


Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.3 de prijsindex

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kan veranderingen van prijzen berekenen aan de hand van indexcijfers.

Slide 9 - Tekstslide

4.3 de prijsindex
Als je een prijsstijging op waarde wil schatten heb je de procentuele verhoging nodig. 
Wanneer vindt jij een prijsstijging minder erg?

€0,10 cent verhoging op een product van 1 euro 
                                       of 
€0,10 cent verhoging op een product van 100 euro 
stijging : oude bedrag x 100%= prijsstijging in % 


Slide 10 - Tekstslide

4.3 de prijsindex
De indexcijfers

in tabellen en grafieken met economische gegevens vindt je vaak de prijsindex. 

Dit geeft aan met hoeveel procent een getal is veranderd ten opzichte van de basis. 
De basis is altijd 100. 


Slide 11 - Tekstslide

Rekenen met indexcijfers
nieuw / basisjaar  *100= prijsindex        (840/800)*100 = 105  

Slide 12 - Tekstslide

4.3 de prijsindex
Bij het berekenen van indexcijfers gebruik je de volgende formule: 
Van getal naar indexcijfer:
Getal jaar X : getal basisjaar x 100 ....

Van indexcijfer naar getal:
Getal basisjaar : 100 x indexcijfer jaar X = .... 

Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met indexcijfers
basisjaar / 100 x indexcijfer =         (800/100)*105 = €840

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag

4.3 de prijsindex
Prijzen kunnen stijgen of dalen. De gemiddelde verandering noem je het prijspeil. Het CBS berekent dit, niet alle producten tellen even zwaar mee. 

inflatie = stijging prijspeil
deflatie = daling prijspeil

Inflatie of deflatie geef je aan met het indexcijfer dat je dan consumentenprijsindex (CPI) noemt. 

Slide 16 - Tekstslide

4.3 de prijsindex
Een gemiddelde prijsindexcijfer bereken je als volgt: 
  • Vermenigvuldig de indexcijfers met hun wegingsfactoren
  • Tel de uitkomsten bij elkaar op
  • Deel de uitkomst door de som van de wegingsfactoren

Slide 17 - Tekstslide

4.3 de prijsindex
Hierna volgen filmpjes voor extra instructie voor de rekenonderdelen.

Huiswerk:
dinsdag 21 november 2023:
maken: H4 Par 3 oefening 1 t/m 5 + 7 + 9 + 10 vanaf blz 130
              rekentrainer par 3 blz 154 - 155

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video