PW hoofdstuk 7 leerjaar 1 kader
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk begrip hoort bij dit plaatje?
A
VOC
B
Staaten-Generaal
C
WIC
D
Kapitalisme
Slide 2 - Quizvraag
Maak de juiste combinaties. Sleep achter elk cijfer de juiste letter.
Regent
stadhouder
de Republiek
Staten-Generaal
vertegenwoordiger van de vorst in een gewest
zeven gewesten die samenwerkten
bestuur
vergadering van regenten uit de gewesten met de hoogste macht in de Republiek
Slide 3 - Sleepvraag
De VOC had een monopolie. Leg uit wat dat wil zeggen.
Slide 4 - Open vraag
Dit is een...
A
Ingericht landschap
B
Natuurlandschap
Slide 5 - Quizvraag
Dit is een...
A
Ingericht landschap
B
Natuurlandschap
Slide 6 - Quizvraag
Dit is een...
A
Ingericht landschap
B
Natuurlandschap
Slide 7 - Quizvraag
Leg in eigen woorden uit wat het begrip 'investeren' is?
Slide 8 - Open vraag
Leg uit hoe stuwallen zijn ontstaan.
Slide 9 - Open vraag
In welke zin staat een oorzaak van de economische groei in de Gouden Eeuw?
A
Er was veel werkgelegenheid in de scheepsbouw
B
Er werd veel kaas gemaakt
C
Spanjaarden verzorgden een groot deel van de handel in Europa
D
Rijke handelaren investeerden in hun bedrijven om er winst mee te maken
Slide 10 - Quizvraag
In de 17e eeuw werden veel meren drooggemalen.
Waarvoor werd de nieuwe grond gebruikt?
Waarvoor werd de nieuwe grond gebruikt?
Slide 11 - Open vraag
Driehoekshandel WIC
Textiel, wapens, drank.
Slaven
Suiker, katoen en tabak
Slide 12 - Sleepvraag
1602
1621
Specerijen
Plantagegewassen
Peper
Koffie
Nootmuskaat
Suikerriet
Suriname
Indonesië
Driehoekshandel
Slide 13 - Sleepvraag
Leg uit wat de "driehoekshandel" was en tussen welke werelddelen?
Slide 14 - Open vraag
Bekijk de afbeelding
Kies het juiste woord en leg je antwoord uit.
Op de afbeelding zie je een jong/oud gebergte, omdat ..........
Kies het juiste woord en leg je antwoord uit.
Op de afbeelding zie je een jong/oud gebergte, omdat ..........
Slide 15 - Open vraag
1 Na de ijstijd veranderde het lage westen van Nederland in ___________________.
2 Doordat op hoopjes zand gras groeide, ontstonden ___________________ langs de kust.
3 Dode plantenresten op de bodem van plassen, vormden ___________________.
4 Om minder last van overstromingen te hebben, gingen mensen op ___________________ wonen.
5 Ook legden ze ___________________ aan die het water moesten tegenhouden.
Sleep de woorden naar de juiste plek
moerassen
duinen
veen
terpen
dijken
Slide 16 - Sleepvraag
1
2
3
4
5
200 000 jaar geleden werd het kouder op aarde.
De grond voor het landijs werd opzij en omhoog geduwd.
Het werd warmer en het ijs smolt.
Heuvels en grote stenen bleven achter.
Landijs schoof vanuit Scandinavië naar het noorden van Nederland.
Slide 17 - Sleepvraag
Een boer in Drenthe laat grote stenen uit zijn weiland onderzoeken. Het blijkt dat ze oorspronkelijk van bergen in Scandinavië af komen.
Waarom kom je zulke grote stenen niet tegen in Limburg?
Waarom kom je zulke grote stenen niet tegen in Limburg?
