Oefenen hoofdstuk 7

OEFENEN HOOFDSTUK 7
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

OEFENEN HOOFDSTUK 7

Slide 1 - Tekstslide

De rijke families bestuurden de gewesten. Hoe werden zij ook wel genoemd?

Slide 2 - Open vraag

De handel zorgde voor ... in de landbouw.
A
armoede
B
werkgelegenheid

Slide 3 - Quizvraag

Er waren... erg rijke handelaren.
A
veel
B
enkele

Slide 4 - Quizvraag

Ongeveer... procent van de mensen leefden in armoede.
A
5
B
15
C
50
D
80

Slide 5 - Quizvraag

In de 17e eeuw werden veel meren drooggemalen.
Waarvoor werd de nieuwe grond gebruikt?

Slide 6 - Open vraag

In de 17e eeuw groeiden de steden. Wat was de oorzaak?
A
Er was veel werk
B
Er was meer voedsel nodig

Slide 7 - Quizvraag

In de 17e eeuw groeiden de steden. Wat was het gevolg?
A
Er was veel werk
B
Er was meer voedsel nodig

Slide 8 - Quizvraag

In de Gouden Eeuw
daalde het aantal inwoners van de Republiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Ongeveer... procent van de mensen leefden in armoede.
A
5
B
15
C
50
D
80

Slide 10 - Quizvraag

Aan de grachtengordel stonden huisjes voor de armen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

In de Gouden Eeuw
waren alle mensen in de Republiek rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Monopolie
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 13 - Quizvraag

Concurrentie
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 14 - Quizvraag

Wereldeconomie
A
overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen
B
het geheel van productie en handel in de wereld
C
alleenrecht
D
mensen of bedrijven die hetzelfde willen bereiken als jij

Slide 15 - Quizvraag

VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 16 - Quizvraag

Wat was de driehoekshandel?
A
Handel tussen Nederland, Spanje en Amerika
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
C
Handel tussen Europa, Amerika en Azië
D
Handel tussen Nederland, Afrika en Nieuw-Amsterdam

Slide 17 - Quizvraag

Driehoekshandel WIC
Textiel en wapens
Slaven
Suiker, katoen en tabak

Slide 18 - Sleepvraag

1602
1621
Specerijen
Plantagegewassen
Peper
Koffie
Nootmuskaat
Suikerriet
Suriname
Indonesië
Driehoekshandel

Slide 19 - Sleepvraag

Welke twee soorten landschappen zijn er?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen de twee soorten landschappen?

Slide 21 - Open vraag

Jonge en oude gebergten zijn allebei ontstaan door de botsing van aardkorstplaten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Bergen ontstaan aan de rand van een aardkorstplaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

De toppen van gebergten slijten door weer en wind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Jonge gebergten herken je aan vlakke bergtoppen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Reliëf zijn de....van een landschap

Slide 26 - Open vraag

Waarom is er in een oud gebergte minder reliëf?
De toppen zijn vlakker, want:

Slide 27 - Open vraag

Verwering is:

Slide 28 - Open vraag

Welke twee vormen van verwering heb ik uitgelegd?

Slide 29 - Open vraag

Hoe hoger je komt, hoe.....................
 het wordt. Bij temperaturen....................nul bevriest water. Wanneer water verandert in ijs,
........................... Hierdoor neemt de druk op het gesteente....................... Een.............................
 hiervan is dat de steen uit elkaar valt. Bergtoppen worden zo......................
.






Kouder
onder
zet het uit
toe
lager
hoger
af
gevolg
oorzaak
boven
warmer

Slide 30 - Sleepvraag

Wat gebeurt er als een rivier zorgt voor erosie?
A
De rivier maakt het dal dieper
B
Gesteente valt uit elkaar
C
De rivier overstroomt

Slide 31 - Quizvraag

Een laagvlakte, zoals Nederland, is niet hoger dan...meter.

Slide 32 - Open vraag