• Uitleggen wat het begrip representatieve democratie betekent
• Beschrijven hoe de ontwikkeling van politieke rechten verliep
• Beschrijven hoe het parlement het machtigste politieke orgaan werd
Slide 3 - Tekstslide
Zet de gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde: Noteer alleen de nummers. Je moet hiervoor par. 2.1 goed gelezen hebben. 1. een eenheidsstaat ontstaat. 2. invoering censuskiesrecht. 3. opkomst Patriotten. 4. eerste bijeenkomst nationale vergadering 5. koning verliest politieke macht. 6. Nederland en België weer los van elkaar.
Slide 4 - Open vraag
Welk KA hoort bij paragraaf 2.2? Nummer en naam opschrijven.
Slide 5 - Open vraag
Van Willem 1....
.....tot Thorbecke
Slide 6 - Tekstslide
Premier Mark Rutte vindt Thorbecke de allergrootste staatsman uit de Nederlandse geschiedenis.
Na deze les kun je uitleggen waarom hij dat vindt
Slide 7 - Tekstslide
Opener: Weet je ook een voorbeeld van Democratisering in de periode van 1813 tot 1848?
Slide 8 - Open vraag
Uitleg 2.2
Houd de leertekst erbij en onderstreep belangrijke informatie
Slide 9 - Tekstslide
Het Begin: Nederland onder Willem I
Constitutionele Monarchie onder koning Willem I
- Grondwet sinds 1814 (rechten en plichten)
- Vrijheden deels gewaarborgd
- Parlement (Staten-Generaal)
- Eerste en Tweede Kamer
Slide 10 - Tekstslide
Filmfragment: de grondwet, 1814-1917
Kijk tot 1.53
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Willem I en de grondwet van 1815
De koning regeert (Soeverein vorst-absolutisme)
Grondwet van 1815:
Ministers dienen de koning
Het parlement heeft geen invloed
Koning benoemt 1e kamer
Provinciale Staten kiezen 2e kamer
Slide 13 - Tekstslide
Bestuur Nederland onder koning Willem I en II
Eenheidsstaat
Constitutionele monarchie
= getrapte verkiezingen
Slide 14 - Tekstslide
Koning Willem I regeerde praktisch als een absoluut vorst. Hoe kon hij onder de invloed van het parlement uitkomen?
Slide 15 - Open vraag
Johan Rudolf Thorbecke
(Liberaal)
Vanaf 1840: Koning Willem II
kritiek van Thorbecke en de liberalen:
koning regelt alles daardoor worden burgers passief en gemakzuchtig
afkomst en de juiste contacten zijn belangrijker dan capaciteiten
Wil inspraak burgers op landsbestuur
Grote kritiek conservatieven: gevaarlijke revolutionaire ideeën
Slide 16 - Tekstslide
De tijdgeest helpt de liberalen:
1848
liberale revoluties overal in Europa
Slide 17 - Tekstslide
'Koning werd in 1 nacht van conservatief liberaal'. Wat wordt hiermee bedoeld en waarom deed hij dat?
Slide 18 - Open vraag
Ministrieële verantwoordelijkheid
Slide 19 - Tekstslide
De nieuwe grondwet van 1848
Geschreven door Thorbecke
Parlementair stelsel
Wetten zijn alleen geldig na goedkeuring van het parlement
Parlement krijgt recht van amendement
Regering mag alleen geld uitgeven met toestemming van het parlement
Koning bleef staatshoofd, maar verloor zijn macht; onschendbaar
De ministers dragen ministeriele verantwoordelijkheid
Slide 20 - Tekstslide
Onder koning Willem I werd Nederland een constitutionele monarchie. Leg uit wat dit betekent
Slide 21 - Open vraag
Thorbecke maakte de koning onschendbaar en de minsters verantwoordelijk. Aan wie moesten de ministers nu verantwoording afleggen?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Door de grondwet van Thorbecke kreeg Nederland een parlementair stelsel. Het parlement kreeg de hoogste (wetgevende) macht. Toch kan je niet zeggen dat Nederland een volledige democratie werd. Leg dit uit
Slide 24 - Open vraag
Premier Mark Rutte vindt Thorbecke de allergrootste staatsman uit de Nederlandse geschiedenis.
Slide 25 - Tekstslide
Waarom vindt Mark Rutte Thorbecke de allergrootste staatsman uit de Nederlandse geschiedenis?