Het absolutisme

Het streven van vorsten naar absolute macht 


tijdvak 6 Regenten en vorsten
1600 - 1700 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het streven van vorsten naar absolute macht 


tijdvak 6 Regenten en vorsten
1600 - 1700 

Slide 1 - Tekstslide

Maak opdrachten 3 t/m 7 van par. 6.3.

Slide 2 - Tekstslide

Nu door met het nieuwe kenmerkende aspect:
het streven van vorsten naar absolute macht 

Slide 3 - Tekstslide

Macht in de 17e eeuw
In de Republiek hadden de regenten de Spaanse koning afgezworen, de macht van de regenten was hierdoor maximaal.
In Frankrijk daarentegen probeerde de koningen het bestuur van het land steeds verder te centraliseren. 
centralisatie - het streven van vorsten om hun grondgebied vanuit een centrale plek te besturen, waarbij over dezelfde wetten en regels gelden.
Dit proces begon in het tijdvak van steden en staten (1000-1500) 

Slide 4 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIV
De Franse koning Lodewijk XIV werd koning toen hij 4 jaar was. Maar een minderjarige kon ook toen geen koning zijn, dus bepaalden zijn moeder de koning en haar eerste minister het beleid. In de tijd dat Lodewijk minderjarig was, werd Frankrijk geteisterd door opstanden van de adel tegen het gevoerde beleid. Bovendien waren er godsdienst twisten tussen de katholieken en de hugenoten.

Hugenoten = Franse protestanten

Slide 5 - Tekstslide

L'État, c'est Moi
Lodewijk XIV besloot: dit moet anders. Op het moment dat hij aan de macht kwam, accepteerde hij geen inspraak meer van de Staten-Generaal, hij bepaalde voortaan alles zelf. 
De wil van de Franse koning Lodewijk XIV was wet. Dit noem je absolutisme
Deze macht was door God gegeven: het droit divin (goddelijk recht). Omdat zijn macht van God kwam, was de Staten-Generaal (voor verantwoording aan het volk) overbodig

absolutisme - staatsvorm waarbij de koning of keizer alle macht in handen heeft

Slide 6 - Tekstslide

Versailles
Lodewijk XIV wilde graag aan iedereen tonen wat een machtige koning hij was. Dat deed hij door oorlogen te voeren en door een enorm paleis te laten bouwen in Versailles. In en rond dit kasteel liet hij een druk hofleven organiseren. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Maar wat veranderde dat absolutisme aan de dagelijkse praktijk?

Slide 9 - Tekstslide

1. Macht van de adel werd beperkt 
politiek 
  • Ambtenaren voerden het bestuur, de adel had daardoor geen enkele invloed meer op het bestuur 
  • Het beroepsleger werd ingevoerd, de adel had daardoor geen enkele invloed meer op het leger
  • De adel werd verplicht om een deel van het jaar op het paleis Versailles te wonen. Lodewijk had daardoor de mogelijkheid om de adel goed in de gaten te houden  om zo opstanden te voorkomen

Slide 10 - Tekstslide

2. Mercantilisme
economie

economische politiek die erop gericht is om de rijkdom van het eigen land te vergroten, door de import te verkleinen en export te vergroten.
De economie van de Republiek werd hierdoor benadeeld.

Slide 11 - Tekstslide

3. Eén wet, één geloof, één vorst
religieus

Lodewijk vond dat hij ook de religie van zijn onderdanen mocht bepalen. Net als hijzelf moesten ze katholiek zijn.  Het doel: stabiliteit in zijn rijk. 
Daarom verklaarde hij het Edict van Nantes ongeldig, de Franse hugenoten (protestanten) hadden daardoor geen vrijheid van godsdienst meer. Hugenoten hadden de keuze: bekeren of vertrekken (naar de Republiek)



    Slide 12 - Tekstslide

    4. Oprichting Académie 
    Cultuur 
    Lodewijk XIV richtte meerdere koninklijke academies op. Hier bracht hij de beste wetenschappers en kunstenaars bijeen. Zo konden zij hun kennis delen en nieuwe (wetenschappelijke) inzichten ontwikkelen.  

    Slide 13 - Tekstslide

    Rampjaar 
    Lodewijk XIV wilde de economische en militaire macht van de Republiek graag breken. Oorlog was de beste manier om dat te bereiken, daarom sloot hij een verbond met Engeland en de bisschoppen van Münster en Keulen. Dit leidde tot het Rampjaar in 1672 (voor meer uitleg zie LessonUp over de Republiek)

    Slide 14 - Tekstslide

    Macht in Engeland 
    Koning Karel I had burgeroorlog met parlement en werd onthoofd. Na een nieuwe burgeroorlog kreeg Engeland toch weer een koning,  de katholieke Jacobus II werd in 1685 koning. 
    Maar het parlement wilde ook van Jacobus af, omdat hij volgens hen meer macht wilde. Samen met het Engelse leger verjaagde de Nederlandse stadhouder Willem III de Engelse koning Jacobus  en werd zelf koning van Engeland. 
    Willem III regeerde met instemming parlement, Willem ondertekende The Bill of Rights die zijn macht aan banden legde. 
    In Engeland kreeg de koning dus juist minder macht en de macht van het parlement werd vergroot => Glorious revolution
    Engeland wordt een constititionele monarchie

    Slide 15 - Tekstslide

    Wat is een constitutionele monarchie?

    Slide 16 - Open vraag

    Combineer de begrippen met het bijpassende land
    De Republiek 
    Frankrijk
    Engeland
    Constitutionele monarchie
    Droit divin
    particularisme
    Bill of Rights
    mercantilisme

    Slide 17 - Sleepvraag

    Video
    Wat? 
    Je gaat wat fragmenten zien uit een film over Lodewijk XIV. Tijdens de video zullen er wat vragen verschijnen die je beantwoord. 

    Waarom? 
    Lodewijk XIV is de koning van Frankrijk in de Gouden Eeuw. De fragmenten maken duidelijk hoe hij zijn rijk regeerde. 

    Hoe? 
    Je vult de vragen voor jezelf in.  

    Slide 18 - Tekstslide

    4

    Slide 19 - Video

    02:58
    Je zag hier de kroning van Lodewijk de XIV. Waarom zou Lodewijk met zoveel theater gekroond willen worden?

    Slide 20 - Open vraag

    04:40
    Leg uit waarom hier het Franse absolutisme vorm krijgt.

    Slide 21 - Open vraag

    04:41
    Lodewijk ontslaat de Franse Staten-Generaal niet. Wat doet hij wel?

    Slide 22 - Open vraag

    06:04
    Leg uit wat Lodewijk hier bedoeld aan de hand van het begrip: Droit divin

    Slide 23 - Open vraag

    Gebruik bron 1
    Een bewering:De Saint-Simon beschrijft hier het hof van een absoluut vorst die vanuit politieke motieven zijn adel verplicht zich te laten vermaken aan het hof in Versailles.
    Ondersteun deze bewering door aan te geven:
    waarin het absolutisme van Lodewijk XIV in de bron naar voren komt en
    welk politiek motief de koning heeft om de adel aan zijn hof te binden.

    Slide 24 - Open vraag

    Bron 1 Louis de Rouvroy, hertog De Saint-Simon (1675-1755), is een hoge edelman aan het hof (van de absolute vorst) koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Hij houdt dagboeken bij van zijn belevenissen aan het hof in Versailles. Op grond van zijn dagboeken schrijft hij later zijn Memoires. Over het jaar 1692 schrijft hij:
    Voordat de koning aan tafel ging, tussen zeven en tien uur, was er een toeloop van het hele hof in de staatsievertrekken van een van de salons aan het eind van de spiegelzaal. Eerst was er muziek en daarna stonden er in alle vertrekken tafels klaar voor alle soorten spelletjes. Een tafel voor lanskenet (een kaartspel), een biljart, kortom, iedereen kon vrijelijk een partijtje spelen met wie hij maar wilde en kon meer tafels laten komen als ze allemaal bezet waren. Achter de biljartzaal was een vertrek waar verfrissingen stonden opgediend, overal was volop licht. Toen deze gewoonte nog nieuw was, verscheen de koning zelf ook nog aan de speeltafels. Maar hij liet zichzelf allang niet meer zien, hoewel hij wenste dat de rest van het hof trouw verscheen. Iedereen stroomde toe om hem te behagen. Hijzelf liet zich 's avonds bij Madame de Maintenon (zijn tweede vrouw) door de verschillende ministers, de een na de ander, verslag van zaken uitbrengen.

    Slide 25 - Tekstslide

    Gebruik bron 1 nogmaals
    Twee gegevens: 1) Voor zijn memoires baseert De Saint-Simon zich op zijn eigen dagboek en op de dagboeken van twee andere edelen die aan het hof verbleven.
    2) De hertog De Saint-Simon beschrijft in zijn dagboeken zijn afkeer van het frivole gedrag aan het Franse hof in Versailles.
    Gebruik beide gegevens om de betrouwbaarheid van deze bron bij een onderzoek naar het Franse hofleven in die tijd te bepalen.

    Slide 26 - Open vraag

    hierna volgt een fragment waarin het absolutisme nogmaals wordt uitgelegd

    Slide 27 - Tekstslide

    Slide 28 - Video

    Stel nu een vraag over iets dat na deze les nog onduidelijk is.

    Slide 29 - Open vraag

    werk nu zelf verder 
    lees §6.2 Lodewijk XIV, Het rampjaar en Willem III stadhouder-koning
    Maak je eigen samenvatting van dit kenmerkende aspect



    Slide 30 - Tekstslide