In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Stoffen veranderen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- studieplanner
- chemische reacties, kennen we die nog?
- wat heb je bij verbranding nodig
- reactieschema opstellen
Slide 2 - Tekstslide
Het symbool O staat voor welke stof?
A
Water
B
Koolstof
C
Zuurstof
D
Koolstofdioxide
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het symbool voor Magnesium?
A
M
B
Ma
C
Mn
D
Mg
Slide 4 - Quizvraag
Stoffen verhitten
Door hout te verhitten gaan de hout moleculen kapot. De moleculen vallen in deeltjes uit elkaar, er worden nieuwe stoffen gevormd.
dit noem je ontleden.
Slide 5 - Tekstslide
Koolstof
koolstof is een product wat vaak ontstaat uit een chemische reactie. Het kan voorkomen als roet, maar je hebt ook koolstofdioxide, dit is C - O moleculen aan elkaar vast.
Slide 6 - Tekstslide
Reactieschema
Als je brood verhit in een reageerbuis, treedt er een reactie op. Het brood verdwijnt en er ontstaan koolstof, water en witte rook. Door verhitten zijn er meerdere stoffen ontstaan. Het brood is door het verhitten ontleed.
brood (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Slide 7 - Tekstslide
Wat van de volgende is een reactieschema?
A
CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O
B
hout -> koolstof + koolstofdioxide + water
Slide 8 - Quizvraag
Een vaste stof wordt met een ... aangegeven;
A
(v)
B
(s)
C
(V)
Slide 9 - Quizvraag
Organische stoffen
Bij het ontleden van brood krijg je te maken met organische stoffen. In het reactieschema stond hout weergegeven. Als we het algemeen over organische stoffen hebben, schrijven we dat als volgt;
organische stof (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Slide 10 - Tekstslide
Hoe zou je het reactieschema van de organische stof, papier weergeven?
Slide 11 - Open vraag
Ontleding
Als een reactie ontstaat uit 1 beginstof met meerdere reactieproducten is het een ontleding. Dit noem je een ontledingsreactie. Dit schrijf je als volgt;
één beginstof -> twee of meerdere reactieproducten
Slide 12 - Tekstslide
beginproducten komen ...
A
voor de reactie pijl
B
na de reactie pijl
Slide 13 - Quizvraag
Verbranding
Als we het hebben over een verbranding is er altijd 1 stof nodig om de verbranding aan te gaan, dat is zuurstof.
Dit schrijven we zo;
hout (s) + zuurstof (g) -> verbrandingsproducten
Slide 14 - Tekstslide
Reactieverschijnselen
Bij een reactie merk je vrijwel altijd een verandering. Bij een verbranding komt energie in de vorm van warmte vrij. Er zijn 7 verschijnselen:
- verandering van kleur - verandering van geur
- verandering van smaak - warmte
- rook - vlammen
- licht
Slide 15 - Tekstslide
methaan (g) + zuurstof (g) -> koolstofdioxide (g) + water (g) Is dit een ontleding of verbranding?
A
ontleding
B
verbranding
Slide 16 - Quizvraag
Atomen en moleculen
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen deel 2
- namen en symbolen opsommen
- je kan de elementen indelen in metalen en niet-metalen
- moleculen zijn opgebouwd uit atomen
Slide 18 - Tekstslide
Atoomsoorten
De atoomsoorten uit het periodieksysteem zijn de bouwstenen van moleculen. Deze kan je niet in nog kleinere deeltjes splitsen. Je noemt ze dan elementen.
Slide 19 - Tekstslide
CO2 is een molecuul . Is het een verbinding of een element?
A
verbinding
B
element
Slide 20 - Quizvraag
Is de stof natrium een metaal of een niet-metaal?
A
metaal
B
niet-metaal
Slide 21 - Quizvraag
Verbindingen
Verbindingen zijn stoffen die een combinatie van atoomsoorten heeft. Denk aan H2O, maar ook NaCl, dat is keukenzout.
Een verbinding waarin alleen niet metalen in voor komen (H2O) noem je een moleculaire stof.
Slide 22 - Tekstslide
Deeltjesmodel
Je begint met een watermolecuul. Met veel energie kan je die laten ontleden tot waterstof en zuurstof moleculen.
Slide 23 - Tekstslide
Vragen?
Slide 24 - Tekstslide
Samenvatting
- Paragraaf 1
- Verschillen tussen ontledingen en verbranding
- Organische ontleding
Paragraaf 2
- Atoomsoorten
- Wanneer is het een verbinding en wanneer is het een element?