Maw H4-H6

MAW-les H4-H6
Hoeveel denk jij nog te weten over de onderwerpen uit deze hoofdstukken?
0100
1 / 39
volgende
Slide 1: Poll
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

MAW-les H4-H6
Hoeveel denk jij nog te weten over de onderwerpen uit deze hoofdstukken?
0100

Slide 1 - Poll

Uitleg werkwijze les
Hoofdstuk 4: Criminaliteit, Onderzoek en kennismaking met Paradigma's
Hoofdstuk 5: Onderzoek
Hoofdstuk 6: Samenwerking en Conflict, Paradigma's over conflict en Rationalisering

Slide 2 - Tekstslide

Kernbegrippen van de hoofdstukken
Vorming
Binding
Verhouding
Verandering
Samenwerking
Conflict
Rationalisering

Slide 3 - Tekstslide

Criminaliteit is relatief, wat betekent dit?
A
Het verschilt per tijd en is dus tijdsgebonden
B
Het verschilt per plaats en is dus plaatsgebonden
C
Het verschilt per tijd en plaats en is dus tijd- en plaatsgebonden
D
Het verschilt in omvang

Slide 4 - Quizvraag

Criminaliteit ontstaat doordat er mensen zijn die de bewuste keuze maken om regels te overtreden. Dit is rationeel voor hen. Wat de hoeveelheid criminaliteit in een land bepaald zijn de potentiële daders, geschikte doelwitten en de hoeveelheid bewaking.
Mensen gaan crimineel gedrag vertonen, door het label dat hen wordt opgeplakt dat voortkomt uit discriminerende vooroordelen.
Bindingen die mensen hebben in de maatschappij kunnen ertoe leiden dat crimineel gedrag voorkomen wordt. Sociale cohesie zorgt voor de naleving en respectering van normen en waarden.

De rijken en machtigen zijn in de samenleving in het voordeel. financiële middelen en wetten in het voordeel, ook door hun groep gemaakt. hierdoor wordt hun afwijkende gedrag niet opgemerkt of mild aangepakt.

Gelegenheidstheorie/rationele keuzetheorie
Etiketteringstheorie
Bindingstheorie
Structureledeviantietheorie

Slide 5 - Sleepvraag

Noem 5 eisen waaraan een onderzoek moet voldoen

Slide 6 - Woordweb

1
2
3
4
5
6
Inleiding
Theoretisch kader
Onderzoeksopzet
Resultaten
Conclusie
Discussie en aanbevelingen

Slide 7 - Sleepvraag

Noem 6 methoden van onderzoek

Slide 8 - Woordweb

Alle kennis komt uit waarnemingen
Kennis komt uit de rede, ratio en verstand
Het zoeken naar waarnemingen die hun theorie ontkrachten, voor het geval dit na het uitbrengen van de theorie gebeurd, en deze vervolgens moet worden verworpen.

Rationalsime
Empirisme
Falsifiëren

Slide 9 - Sleepvraag

Zo direct krijgen jullie stellingen en soorten vragen te zien. Hierbij moeten jullie kiezen tussen kwalitatief VS kwantitatief  en de 4 soorten onderzoeksvragen.

Slide 10 - Tekstslide

Marjolein gaat onderzoek doen naar het gemiddelde cijfer geschiedenis in 6A. Wat voor soort onderzoek is dit?
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel mensen nemen maandelijks de trein en waarom kiezen zij voor dit vervoersmiddel?
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 12 - Quizvraag

Onderzoek: Waarom had Napoleon omstreeks 1800 tijdens zijn regime een censuur ingesteld op de kunst?
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van de afschaffing van computers?
A
Beschrijvend
B
Verklarend
C
Evaluatief
D
Voorspellend en/of voorschrijvend

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een kernvak?
A
Beschrijvend
B
Verklarend
C
Evaluatief
D
Voorspellend en/of voorschrijvend

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van de opwarming van de aarde?
A
Beschrijvend
B
Verklarend
C
Evaluatief
D
Voorspellend en/of voorschrijvend

Slide 16 - Quizvraag

Hoe ervaren leerlingen het zelfstandig werken tijdens daltonuren?
A
Beschrijvend
B
Verklarend
C
Evaluatief
D
Voorspellend en/of voorschrijvend

Slide 17 - Quizvraag

Paradigma's over conflict

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer mensen niet aan de verwachtingen voldoen, ontstaat er een rolconflict. Harold Garfinkel: experiment met rolverwachtingen bij studenten thuis.

A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaal-constructivisme
D
Rationele-actor

Slide 19 - Quizvraag

Conflict is een uitzondering. Ontstaan als relaties tussen actoren niet goed functioneren. Moeten voorkomen worden. Kunnen de consensus aantasten en dat is niet wenselijk. Talcott Parsons: subsystemen vormen samen de samenleving, met een conflict moet de samenleving zich aanpassen door middel van een mediator of een commissie.

A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaal-constructivisme
D
Rationele-actor

Slide 20 - Quizvraag

Jeremy Bentham: mensen jagen lusten na en vermijden lasten. Kiezen voor de baten en niet de kosten. Robert Axelrod: Tit-for tat strategie.


A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaal-constructivisme
D
Rationele-actor

Slide 21 - Quizvraag

Samenleving zonder conflict is afwijkend. Voortdurende strijd om eigen belangen te maximaliseren en de eigen opvattingen en wensen te realiseren. Hoeven niet negatief te zijn.

A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaal-constructivisme
D
Rationele-actor

Slide 22 - Quizvraag

Probeer de begrippen: algemeen belang, collectief goed, non-exclusief, private goederen, (dilemma van de) collectieve actie, samenwerking en free riders toe te passen op het volgende fragment.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Probeer de begrippen: algemeen belang, collectief goed, non-exclusief, private goederen, (dilemma van de) collectieve actie, samenwerking en free riders toe te passen op het volgende fragment.

Slide 25 - Tekstslide

Doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken.

Het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken.
Het ontwikkelen van organisaties, instellingen en wetten die worden toegepast in de samenleving.

Technische rationaliteit
Wetenschappelijke rationaliteit
Maatschappelijke rationaliteit

Slide 26 - Sleepvraag

Examenvragen

Slide 27 - Tekstslide

Volgens minister Schouten is overheidsingrijpen nodig om Nederlandse landbouwers de overgang naar kringlooplandbouw te laten maken. Leg uit dat overheidsingrijpen nodig is om Nederlandse landbouwers de overgang naar kringlooplandbouw te laten maken, omdat voor de landbouwers onderling het dilemma van collectieve actie kan spelen. 

Gebruik in je uitleg:
1) een collectief goed van de landbouwers;
2) een omschrijving van het dilemma van collectieve actie;
3) een voorbeeld uit tekst 1 om het dilemma van collectieve actie te illustreren.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Gebruik tekst 1. Volgens minister Schouten is overheidsingrijpen nodig om Nederlandse landbouwers de overgang naar kringlooplandbouw te laten maken. Leg uit dat overheidsingrijpen nodig is om Nederlandse landbouwers de overgang naar kringlooplandbouw te laten maken, omdat voor de landbouwers onderling het dilemma van collectieve actie kan spelen.
Gebruik in je uitleg:
1) een collectief goed van de landbouwers;
2) een omschrijving van het dilemma van      collectieve actie;
3) een voorbeeld uit tekst 1 om het dilemma van collectieve actie te illustreren.


Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Link

Socioloog Kuipers heeft onderzoek gedaan naar de samenhang tussen humorstijlen en opleidingsniveau. In tabel 1 staan resultaten uit het onderzoek. Vanuit welk paradigma is deze tabel opgesteld?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Gebruik tabel 1. Socioloog Kuipers heeft onderzoek gedaan naar de samenhang tussen humorstijlen en opleidingsniveau. In tabel 1 staan resultaten uit het onderzoek. Vanuit welk paradigma is deze tabel opgesteld?
A
Functionalisme
B
Conflict
C
Sociaalconstructivisme
D
Rationele-actor

Slide 34 - Quizvraag

Welke informatie uit de tabel geeft weer dat deze is geschreven/opgebouwd vanuit een sociaal constructivistisch standpunt?

Welke informatie uit de tabel geeft weer dat deze is geschreven/opgebouwd vanuit het conflict paradigma?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Welke informatie uit de tabel geeft weer dat deze is geschreven/opgebouwd vanuit een sociaal constructivistisch standpunt?

Slide 37 - Open vraag

Welke informatie uit de tabel geeft weer dat deze is geschreven/opgebouwd vanuit het conflictparadigma?

Slide 38 - Open vraag

Einde

Slide 39 - Tekstslide