IU 1.6: Bestuiving, bevruchting en verspreiding

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

1.6: Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Leerdoelen

1. Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen.

2. Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na de bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden.

3. Je kunt uit afbeeldingen afleiden hoe vruchten en zaden worden verspreid.

1 =

1. Zelfbestuiving
2. Kruisbestuiving
3. Geen bestuiving

2 =

1. Zelfbestuiving
2. Kruisbestuiving
3. Geen bestuiving

3 =

1. Zelfbestuiving
2. Kruisbestuiving
3. Geen bestuiving

7 =

1. Zelfbestuiving
2. Kruisbestuiving
3. Geen bestuiving

01:56

Een cel in het blad van een roos heeft 14 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel van een roos?

1. 7
2. 14
3. 28
4. 46

02:34

Hoeveel zaadbeginsels zitten er waarschijnlijk in de bloem van een avocado?

1. 1
2. 5
3. Heeeeeel veel

03:32

Een tomaat heeft 40 pitjes. Door hoeveel stuifmeelkorrels is de bloem minimaal bestoven?

1. 1
2. 40
3. 80
4. 120

05:54

Op welke manier worden de zaadjes van een lijsterBES verspreid?

1. Wind
2. Dieren
3. Door de plant zelf

05:54

Op welke manier worden de zaadjes van een paardenbloem verspreid?

1. Wind
2. Dieren
3. Door de plant zelf

01:14

Waarom hebben sommige bloemen felgekleurde kroonbladeren?

1. Zodat ze onderling kunnen communiceren
2. Voor betere fotosynthese
3. Om insecten te lokken

02:23

Het stuifmeel van een roos landt op de stempel van een perenboom. Is dit bestuiving?

1. Ja
2. Nee

03:23

Een bepaalde bloem maakt hele zoete nectar. Is dit waarschijnlijk een insectenbloem of een windbloem?

1. Insectenbloem
2. Windbloem

04:06

Welk type bloem maakt meer stuifmeel aan?

1. Insectenbloemen
2. Windbloemen