C6 Form>§1> C5 gram C5 §3

Cursus 5 Grammatica § 3 blz. 202 
*Lesdoel: 
Je weet wat lidwoorden,  zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden zijn.

* Vorige les: de en het- woorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cursus 5 Grammatica § 3 blz. 202 
*Lesdoel: 
Je weet wat lidwoorden,  zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden zijn.

* Vorige les: de en het- woorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn lidwoorden?
A
geven, fietsen, lopen
B
de, het en een
C
Hij, zij, De hond

Slide 2 - Quizvraag

Welke lidwoorden ken jij?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

Slide 4 - Open vraag

Wat weet jij over een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Open vraag

Aantekening Cursus 5 §3 blz. 202
Grammatica woordsoorten> bij welke groep hoort het woord in de zin?
*Lidwoorden (lw): de, het en een>

*Zelfstandig naamwoorden (znw): alle namen voor mensen, dieren, dingen, planten en bloemen, aardrijkskundige namen en woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten.

* werkwoorden(ww): doe-woorden

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een lidwoord?
A
Huis
B
Grote
C
Het
D
Willen

Slide 7 - Quizvraag

Een werkwoord is een woordsoort.
Dit is
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Leuk
B
Snel
C
Garage
D
Nat

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Jan
B
in
C
de
D
mooie

Slide 11 - Quizvraag

Bijvoeglijke naamwoorden
* Het bijvoeglijk naamwoord (bn) geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord (zn).

* Het bijvoeglijk naamwoord staat voor of na het zelfstandig naamwoord in de zin. 

* Het bijvoeglijk naamwoord vertelt soms waarvan het zelfstandig naamwoord is gemaakt. Dit noem je het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
slimme
B
tante
C
onvergetelijke
D
logeerpartij

Slide 13 - Quizvraag

'mooi ' en 'lelijk' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze

Slide 15 - Quizvraag

Een bijvoeglijk naamwoord...
A
Geeft extra informatie over een werkwoord
B
Hoort altijd bij een werkwoord
C
Kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan
D
Vertelt wat een zelfstandig naamwoord doet of overkomt

Slide 16 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast...
B
De metalen kast...
C
De grijze kast...
D
De oude kast...

Slide 17 - Quizvraag

Zelfstandig werken of instructiegroep 

Huiswerk: 
*  Cursus 5 §3 blz. 202>> opdracht 1 blz. 202

Klaar?
Online> Cursus 1 Meer dan lezen, §3> trainen of oefentoets maken.
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Evaluatie





Wat ging er goed deze les?

Slide 20 - Tekstslide