Debat 17-05-2021 3h4

Welkom 3H4
Nederlands
Argumenteren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3H4
Nederlands
Argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

Checklist

-Jas uit en oordopjes uit en tas van tafel!
-Mobiel in je tas!
-Tekstboek, schrift/ laptop op tafel!
-Motivatie!

Slide 2 - Tekstslide

Basisschema's voor argumentatie - havo 3

Doel:
*Je (her)kent de basisschema's
voor argumentatie.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan wij doen?

Slide 4 - Tekstslide

Een stelling is geschikt voor een debat als....
A
De meeste mensen voor de stelling zijn
B
De meeste mensen tegen de stelling zijn
C
Er even veel mensen voor als tegen zijn
D
Als er een argument in de stelling zit

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar:
doel van het debat is om je tegenstander te overtuigen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

4 vormen van argumenteren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie
  4. Een combinatie van onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie
Enkelvoudige argumentatie

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld nevenschikkende argumentatie 

Slide 9 - Tekstslide

onderschikkende argumentatie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Op school
1. Maak een document aan.
2. Deel dit document met alle groepsgenoten.
3. Geef het document de volgende naam: Voorbereiding debat groep X.
4. Zet bovenaan het document de namen van de groepsgenoten en het onderwerp.
5. Plaats daaronder de datum van vandaag.

- Ga nu op zoek naar informatie over het gekozen onderwerp. Vat deze informatie samen in het document en zet de link en de bron er duidelijk onder.  

Thuis
1.  Maak een word-document aan.
2. Leg kort uit wat een enkelvoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatie inhoudt. (blz 232).
3. Bedenk zelf een voorbeeld bij de drie soorten argumentatieschema's. Kies zelf een onderwerp waar jij de soorten argumentaties bij geeft, bijvoorbeeld het onderwerp voor je debat. 
4. Markeer de argumenten in de tekst. 
5. Maak met behulp van de theorie op blz 232 argumentatieschema's met de argumenten uit de tekst. 

Slide 12 - Tekstslide

Klaar?
Maak opdracht 5 op blz. 234 

Slide 13 - Tekstslide

Ik kan argumentatieschema's herkennen
timer
0:20
Ja
Nee
Weet ik nog niet

Slide 14 - Poll