H 1.1 en 1.2

• Geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

koning Willem I (zoon laatste stadhouder); soeverein vorst

Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

* koninkrijk der Nederlanden als buffer (Nederland, België en Luxemburg samen: machtsevenwicht)

* Een constitutionele monarchie

* gecentraliseerde eenheidsstaat (parlement genegeerd; koning benoemde ministers, die aan hem verantwoording aflegde)

* Noord en zuid echter al meer dan twee eeuwen niet bij elkaar gehoord (politiek, economisch, sociaal en cultureel anders)

* kanalen en koopman koning 

Ontevredenheid in het zuiden

* de kanalen koning / koning koopman was bezig met de economie

* hij negeerde problemen van de Franstaligen en het katholieke geloof,

hij maakt van de Nederlanden geen eenheid !

* 1829/30 economische malaise, werkloosheid, voedsel prijzen enorm,

relletjes, in een Belgisch theater begint de opstand.

* Willem I stuurt leger met de kroonprins, onderhandelingen mislukken

* 10 daagse veldtocht mislukt onder druk van Engeland en Pruisen

* België wordt onafhankelijk en krijgt eigen koning

Samenvattingsopdracht

* Denk aan titel en deelvraag (deze moet je aan het eind van de paragraaf kunnen beantwoorden)

* Alle tussenkopjes moeten in je samenvatting; met uitleg wat jij nodig hebt om de paragraaf te snappen.

* Alle vetgedrukte begrippen moeten er ook in.

* Zet dit in een drive document en mail dit naar [e-mail]