H4 chapitre 2 Ecrire A

Programme


Grammaire A: l'adverbe
Prononciation
Ecrire
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Programme


Grammaire A: l'adverbe
Prononciation
Ecrire

Slide 1 - Tekstslide

Transforme l'adjectif en adverbe
facile

Slide 2 - Open vraag

absolu

Slide 3 - Open vraag

malheureux

Slide 4 - Open vraag

premier

Slide 5 - Open vraag

bon

Slide 6 - Open vraag

long

Slide 7 - Open vraag

Je comprends bien la Grammaire A
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

J'ai fait les devoirs (ex. 9 + 10ab)
Oui
Non

Slide 9 - Poll

Corrigez les devoirs
Zie somtoday
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Traduis les phrases de 12b en néerlandais

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Exercice 15 p. 58-59
Je hebt een e-mail van Naema ontvangen en je schrijft haar een antwoord van ongeveer 80 woorden waarin je al haar vragen beantwoordt.

- Gebruik signaalwoorden
- Vervoeg je werkwoorden! iedere zin bevat een onderwerp en een werkwoord!
- Gebruik de zinnen van opdracht 4 en 8.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Référence vanaf p. 92

Slide 15 - Tekstslide

Exercice 15: exemple
Chère Naema,

Merci de ton e-mail. Je vais bien et toi? Bien sûr que je peux t'aider. Je pense que la France est connue pour la bonne cuisine. C'est une coutume typiquement française de passer beaucoup de temps à table. Oui, les Pays-Bas diffèrent de la France sur les coutumes alimentaires. La cuisine néerlandaise n'est pas très bonne. Les Néerlandais passent moins de temps à table que les Français. Dis bonjour à ta mère.

Bien à toi!
Anne

Slide 16 - Tekstslide