Een persoon ademt rustig in en uit. Het diagram geeft de verandering van de pCO2 in de ademlucht op een bepaalde plaats in de luchtpijp weer gedurende een aantal ventilatiebewegingen.
Op welke van de tijdstippen beginnen de middenrifspieren van deze persoon zich samen te trekken?
A
P
B
Q
C
R
1 / 53
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Een persoon ademt rustig in en uit. Het diagram geeft de verandering van de pCO2 in de ademlucht op een bepaalde plaats in de luchtpijp weer gedurende een aantal ventilatiebewegingen.
Op welke van de tijdstippen beginnen de middenrifspieren van deze persoon zich samen te trekken?
A
P
B
Q
C
R
Slide 1 - Quizvraag
De ademhalingsfrequentie wordt direct beïnvloed door
A
De pCO2 van de ingeademde lucht
B
De pCO2 van het bloed
C
De pO2 van de ingeademde lucht
Slide 2 - Quizvraag
In de afbeelding wordt het verband weergegeven tussen de zuurstofverzadiging van hemoglobine bij verschillende waarden van de zuurstofdruk en bij een koolstofdioxidedruk van 5, van 7 en van 9 kPa. In een experiment verricht een proefpersoon gedurende een bepaalde tijd steeds zwaardere arbeid. Wordt, ten gevolge van de verandering van de pCO2 tijdens inspanning, de hoeveelheid O2 die per ml bloed aan de weefsels van de proefpersoon wordt afgegeven, kleiner, blijft die gelijk of wordt die groter?
A
wordt kleiner
B
wordt groter
C
blijft gelijk
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer is de druk in de interpleurale ruimte het hoogst?
A
Tijdens de inademing
B
Tijdens de uitademing
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Basisstof 3: De lever
Lesopbouw:
Lessonup met:
Uitleg bouw en functie lever
video
zelfsturend werken
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de bouw,
werking en functies van de lever beschrijven
en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)
Slide 7 - Tekstslide
Bouw lever
Op hoekpunt elk leverlobje aftakkingen van poortader, leverslagader en galgang
Midden leverlobje aftakking van leverader
Bouw: Binas 82D
Slide 8 - Tekstslide
Bouw van de lever
Slide 9 - Tekstslide
De bouw van de lever
Een leverlobje is zeshoekig en 1 mm in doorsnee.
Op de hoekpunten van het leverlobje zitten aftakkingen van de leverslagader en de poortader (en de aftakkingen van de galgang).
In het midden zit de aftakking van de leverader
Bouw: Binas 82D
Slide 10 - Tekstslide
www.bioplek.org
Slide 11 - Link
biologiepagina.nl
Slide 12 - Link
Kijkvraag filmpje
Wat zijn de taken van de lever?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Kijkvraag filmpje
Wat zijn de taken van de lever?
Slide 15 - Tekstslide
taken van de lever
afbraak van rode bloedcellen/hemoglobine -> bilirubine, ferritine en galzouten -> emulgerende werking op vetten
tijdelijke opslag van glucose uit bloed in glycogeen (o.i.v. insuline) en afgifte van glucose aan bloed (o.i.v. glucagon)
transaminering: essentiële aminozuren (uit voeding) kunnen worden omgezet in niet-essentiële aminozuren -> afb.36 op p.139
Slide 16 - Tekstslide
taken van de lever (vervolg)
afbraak van aminozuren (bij overmaat of schade) tot ureum -> afb.37 p.139
synthese van plasma-eiwitten: albumine, globulinen, fibrinogeen, protrombine
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren
-> transaminering
Slide 22 - Tekstslide
Eiwitstofwisseling
Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.
Slide 23 - Tekstslide
Eiwitstofwisseling
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’).
De lever produceert verschillende plasma-eiwitten.
Slide 24 - Tekstslide
Eiwitstofwisseling
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren -> transaminering
Slide 25 - Tekstslide
Poortader
Bloedvaten van de darmwand naar de lever.
Vervoert voedingsstoffen naar de lever.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Quiz
Slide 29 - Tekstslide
Poortader
Leverader
Leverslagader
Slide 30 - Sleepvraag
1.
2.
4.
4.
3.
1.
5.
6.
7.
Leverslagader
Poortader
centrale ader
Galgang
Levercellen
Ader
Bindweefsel
Slide 31 - Sleepvraag
alcohol wordt afgebroken door de lever ; hoe komt het dat alcohol dan toch je hersenen bereikt, waardoor je aangeschoten/dronken wordt?
Slide 32 - Open vraag
welk van de genoemde bloedvaten is arm aan zuurstof en rijk aan voedingsstoffen?
A
leverslagader
B
leverader
C
poortader
D
maagader
Slide 33 - Quizvraag
waardoor maakt je lichaam meer ureum wanneer je koorts hebt?
Slide 34 - Open vraag
De lever zorgt NIET voor:
A
Het filteren van het bloed
B
het maken van nieuwe eiwitten van aminozuren
C
Het afbreken van alcohol en medicijnen
D
Het afvoeren van bilirubine van versleten bloedcellen
Slide 35 - Quizvraag
welke twee belangrijke taken heeft cholesterol in ons lichaam?
Slide 36 - Open vraag
pasgeboren baby's hebben regelmatig een gele huidskleur; waardoor wordt deze veroorzaakt?
Slide 37 - Open vraag
Kijk in je binas waar kunnen aminozuren, glycerol en vetzuren verwerkt worden voor de stofwisseling?
Slide 38 - Open vraag
Welke stof kan NIET opgeslagen worden in de lever?
A
Vitamine D
B
glycogeen
C
bilirubine
D
ferritine
Slide 39 - Quizvraag
Wat houdt transaminering in?
Slide 40 - Open vraag
Welke afvalstof wordt geproduceerd bij de desaminering van aminozuren?
A
cholesterol
B
ammoniak
C
ureum
D
koolstofdioxide
Slide 41 - Quizvraag
Van welke bloedvaten ontvangt de lever bloed? En welke 'uitgangen' heeft de lever?
Slide 42 - Open vraag
In deze delen van het verteringsstelsel komen verteringssappen bij de voedselbrij:
A
mond, slokdarm, maag
B
12-vingerige darm, dunne darm, dikke darm
C
mond, dunne darm, endeldarm
D
mond, maag, dunne darm
Slide 43 - Quizvraag
Welk enzym heeft dezelfde optimumtemperatuur als de enzymen in jouw darmen?
A
enzym A
B
enzym B
Slide 44 - Quizvraag
Lipase is een enzym. Wat is het substraat bij dit enzym?
A
vetten
B
gal
C
geëmulgeerde vetten
D
monoglyceriden, glycerol en vetzuren
Slide 45 - Quizvraag
De alvleesklier is een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 46 - Quizvraag
Als de lever teveel alcohol te verwerken krijgt, is er een grote kans op een leverbeschadiging. Welk proces in het darmkanaal kan minder goed verlopen als gevolg van een leverbeschadiging?
A
De darmperistaltiek.
B
De vertering van eiwitten.
C
De vertering van koolhydraten.
D
De vertering van de vetten.
Slide 47 - Quizvraag
Slide 48 - Tekstslide
Bij langdurig overmatig alcoholgebruik neemt de lever in omvang toe. De leverfunctie neemt echter steeds verder af. Een van de symptomen bij een falende lever is een gelige huidskleur.
Welke van de volgende falende leverfuncties is een verklaring voor het ontstaan van deze gele kleur?
A
De lever kan minder afvalstoffen via de gal verwijderen.
B
De lever kan minder alcohol afbreken.
C
De lever kan minder aminozuren afbreken.
D
De lever kan minder glycogeen opslaan.
Slide 49 - Quizvraag
Aan de slag
25 t/m 31
klaar: oefenen op biologiepagina.nl
timer
5:00
Slide 50 - Tekstslide
biologiepagina.nl
Slide 51 - Link
Ik heb de leerdoelen van basisstof 3 onder de knie