De politie mag geweld gebruiken als dat nodig is. Zij heeft het zogenaamde geweldsmonopolie.
Geweld kan op verschillende manieren worden toegepast. Van wapenstok, pepperspray tot pistool en van een duw, por, stoot tot een nekklem en het gebruik van handboeien of de inzet van een politiehond.
Als burger heb je het recht om behoorlijk behandeld te worden door de overheid en dus (ook) door de politie.
Het optreden van politie tegen een burger, ook als deze verdachte is, dient (dus) ‘behoorlijk’ te zijn. De behoorlijkheid van het optreden is aan twee beginselen te toetsen: het proportionaliteitsbeginsel en subsidiariteitsbeginsel.