5/12 Creatief schrijven 3B

Welkom!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • lied van de dag
  • stillezen + moeilijke woorden
  • feesten in december
  • verder met schrijfopdracht
  • Kahoot Sinterklaas

Slide 2 - Tekstslide

lied van de dag
Het land van...
Lange Frans en Baas B

Slide 3 - Tekstslide

stillezen + woordenschat
Er gaat een blaadje de klas rond. Noteer hierop de woorden die je niet kent.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Feesten in december in Nederland
  • tekst samen lezen
  •  daarna: zelf betekenis eigen taal opzoeken of verder met schrijfopdracht-> schrijfopdracht uiterlijk maandag inleveren

Slide 5 - Tekstslide

Kahoot
Sinterklaas

Slide 6 - Tekstslide

uitleg schrijfopdracht 3

Slide 7 - Tekstslide

Schrijfregels
  • Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  • Je schrijft ook een hoofdletter bij namen (ook van landen, talen en merken, bv. Nike, Adidas)
  • Gebruik komma's en punten. Zie de dia hierna.
  • Probeer verschillende voegwoorden te gebruiken. (en, ook, want, omdat, dus, maar...)
  • Breng opbouw in je tekst aan: gebruik 'eerst', 'daarna' enz.

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma?
  • tussen twee persoonsvormen (werkwoorden) in een zin. Voorbeeld: Toen ik ging wandelen, zag ik een hand.
  • voor een voegwoord, maar nooit voor EN! Voorbeeld: Hij ging naar huis, omdat hij zijn tas was vergeten.
  • Ik vertel iets, maar ze luistert niet. Zet altijd de komma voor het voegwoord.
  • bij opsommingen: Hij houdt van kaas, vis, drop en ijs.

Slide 9 - Tekstslide

schrijftips
  • Na een tijdsaanduiding (vandaag, morgen, straks, nu, volgende week) plaats je altijd eerst de persoonsvorm (werkwoord)
  • Voorbeeld: Morgen ga ik naar school.
  • Uitdrukking: wij houden een presentatie, wij geven een feest (niet maken) 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijven A2/B1

Slide 11 - Tekstslide

voegwoorden
  • Schrijven -> B1: gebruik je de volgende voegwoorden: hoewel, tenzij, terwijl, nadat, totdat, zodat, aangezien.
  • Hierna volgt een dia met voorbeeldzinnen. 

Slide 12 - Tekstslide

voegwoorden -> B1
  • Hoewel ik goed heb geleerd voor de toets, ben ik  zenuwachtig.
  • Tenzij het vandaag regent, ga ik zonder jas naar school.
  • Terwijl de leerlingen een toets maken, loopt de docent door de klas.
  • Nadat de les was afgelopen, ging ik naar huis.
  • Totdat het kerstvakantie is, moet ik nog naar school.
  • Ik geef een voorbeeld, zodat de leerlingen de uitleg begrijpen.
  • Aangezien het bijna Sinterklaas is, zijn de kleine kinderen heel druk.

Slide 13 - Tekstslide

Creatief Schrijven I
CREATIEF SCHRIJVEN

Slide 14 - Tekstslide

creatief schrijven
  • Verbeelding/fantasie: je mag het zelf bedenken
  • schrijven op je eigen niveau
  • Beschrijvend taalgebruik, voorbeeld: “Het gras voelde zacht onder mijn voeten. De zon schijnt warm op mijn gezicht .”
  • Emotie en sfeer : gevoelens beschrijven, voorbeeld: “Haar hart bonsde in haar borst toen ze de deur langzaam opende.”
  • Zorg voor spanning: beschrijf de situatie langzaam: 'De wind waaide om het huis. De deuren kraakten. Langzaam ging de deur een stukje open. '

Slide 15 - Tekstslide

gesloten einde
Een gesloten einde is een einde waarbij het verhaal volledig wordt afgerond. Alle belangrijke vragen en verhaallijnen worden beantwoord of opgelost, waardoor de lezer een gevoel van afronding en duidelijk heeft.  Er is weinig ruimte voor de fantasie van de lezer.
Kenmerken van een gesloten einde:
  • Duidelijke afronding 
  • Geen open vragen 
  • geeft voldoening (het is af/klaar/duidelijk)
Voorbeeld: een sprookje

Slide 16 - Tekstslide

open einde
Een open einde laat vragen onbeantwoord. Het geeft de lezer ruimte om zelf na te denken over hoe het verhaal verder zou kunnen gaan.
Kenmerken:
  • niet alle vragen worden beantwoord
  • niet alle problemen worden opgelost
  • geeft ruimte voor eigen fantasie, uitleg, discussie


Slide 17 - Tekstslide

creatieve schrijfopdracht
Schrijf een tekst bij de volgende foto. Je gaat een verhaal schrijven met een open einde. De lezer mag zelf het vervolg bedenken. Bedenk  antwoorden op de volgende vragen: 
  • Wie is dat meisje? Waar woont ze? Is ze Nederlands?
  • Wat is er gebeurd voordat ze op die plek was? Waar is deze plek? In Nederland of een ander land?
  • Wat is er zo bijzonder aan die aap? Zijn er nog meer dieren?
  • Waarom is het meisje alleen? Waar is haar familie?
  • Gaat ze door het hek naar binnen? Wat gebeurt er dan?  OPEN EINDE :)

Slide 18 - Tekstslide

moeilijke woorden vrijdag
werkwoorden
geeuwen of gapen
giechelen - zacht lachen
plegen - iets doen
rinkelen - geluid van telefoon
vermenigvuldigen - hetzelfde getal een paar keer: 2 x 5
waaien - wat de wind doet

de armoede = niet genoeg geld voor wonen, kleding, eten, drinken
kerngezond = heel erg gezond
vrolijk
tegen
snikheet = heel erg warm/heet
vooruit 

Slide 19 - Tekstslide

moeilijke woorden vandaag
werkwoorden
rillen (rilt)
waarschuwen
schiet(en)
bereiken
overdreef-overdrijven

de rimpels
langzaam
schip-schepen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Dagopening 

Slide 22 - Tekstslide

Gedicht Toon Hermans 
Je hebt iemand nodig
stil en oprecht'
die als het erop aankomt'
voor je bidt en voor je vecht
pas als je iemand hebt
die met je lacht en met je grient
dan pas kan je zeggen
ik heb een vriend

Slide 23 - Tekstslide

  • tekst (samen) lezen
  • Bedenk van tevoren wat je al weet van dit onderwerp
  • moeilijke woorden onderstrepen + opzoeken of vragen
  • vragen lezen+ beantwoorden
Nieuwsbegrip: wat ga je doen?

Slide 24 - Tekstslide

groep B vooraan: Idman, Zethara, Jamila, Rana, Nikoletta, Anastasia, Abud, Ehsan, Sahar, Hiba

groep A (Hassan, Mohamad, Ismail, Hasan, Mohamed, Hieran, Matvii, Max) werkt zelfstandig (online) achterin
Nieuwsbegrip    

Slide 25 - Tekstslide

groep B vooraan: Idman, Zethara, Jamila, Rana, Nikoletta, Anastasia, Abud, Ehsan, Sahar, Hiba

groep A (Hassan, Mohamad, Ismail, Hasan, Mohamed, Hieran, Matvii, Max) werkt in groepjes
achterin.
Nieuwsbegrip: filmpje kijken    

Slide 26 - Tekstslide

Nieuws van de dag

Slide 27 - Tekstslide