1ha4 chap2 grammatica D (deel 2)

Focus leren
Weet je nog? (Lesson Up)
Au travail
Spreekdoel
Je kunt zeggen wat je wel/niet lekker vindt.

Beurk!
Français en classe
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Focus leren
Weet je nog? (Lesson Up)
Au travail
Spreekdoel
Je kunt zeggen wat je wel/niet lekker vindt.

Beurk!
Français en classe

Slide 1 - Tekstslide

Français en classe
1. Tu as un frère/une soeur/un père/une mère ?
2. Comment il / elle s'appelle ?
3. Il / elle a quel âge ?

4. Tu aimes la pizza / la crêpe ?
- Oui, j'aime [wie zjem]

- Non, je déteste [zju deetehst]
Je ne sais pas                 
[zju nuh sè pa]
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden van Franse werkwoorden
op -er

Slide 3 - Woordweb

Arthur (dol op) les frites!
A
adore
B
adores
C
adorent
D
adorons

Slide 4 - Quizvraag

Moi, je (eet) souvent des pizzas.
A
mange
B
manges
C
mangent
D
mangez

Slide 5 - Quizvraag

Nous (hekel aan) le fast food.
A
dètestons
B
détestes
C
détestent
D
détestons

Slide 6 - Quizvraag

(Ik hou van) le français.
A
tu aimes
B
je aime
C
j'aime
D
j'aimes

Slide 7 - Quizvraag

Anna et Ilse (bereiden voor) le repas.
A
Anna et Ilse prépare
B
Anna et Ilse préparent
C
Anna et Ilse préparez
D
Anna et Ilse préparons

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal:
1. (Jullie eten) les frites.
2. (Wij vinden) le menu ici.

Slide 9 - Open vraag

Grammaire: D
Faire (maken):
page 141 - ex. 8b + 8c
page 143 - ex. 10a, b + c

Klaar? = nakijken

Quizlet

Slide 10 - Tekstslide

Goed of fout?
Fase 2
              overlegt met

1. Groep              zegt de 1e zin hardop in het Frans.

2. Groep          zoekt de zin die erop lijkt en leest de zin hardop.

3. Welke zin klopt? Overleg met elkaar. (Herhaal)
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Goed of fout?
Fase 2
              overlegt met

1. Groep              zegt de 1e zin hardop in het Frans.

2. Groep          zoekt de zin die erop lijkt en leest de zin hardop.

3. Welke zin klopt? Overleg met elkaar. (Herhaal)
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide