1ha chap2 grammatica D (regelmatige werkwoorden -er)
Français en classe
Grammaire D
Au travail
Goed of fout?
Spreekdoel
Je kunt zeggen wat je wel/niet lekker vindt.
Beurk!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Français en classe
Grammaire D
Au travail
Goed of fout?
Spreekdoel
Je kunt zeggen wat je wel/niet lekker vindt.
Beurk!
Slide 1 - Tekstslide
Français en classe
1. Tu as un frère/une soeur/un père/une mère ?
2. Comment il / elle s'appelle ?
3. Il / elle a quel âge ?
4. Tu aimes la pizza / la crêpe ?
- Oui, j'aime [wie zjem]
- Non, je déteste [zju deetehst]
Je ne sais pas
[zju nuh sè pa]
timer
5:00
Slide 2 - Tekstslide
Grammaire: D
Werkwoorden (Nederlands)
eten
praten
luisteren
vragen
helpen
Slide 3 - Tekstslide
Grammaire: D
Werkwoorden (Frans)
manger
parler
écouter
demander
aider
Slide 4 - Tekstslide
Grammaire: D
Werkwoorden (Frans)
manger
parler
écouter
habiter
demander
aider
Slide 5 - Tekstslide
Chapitre 2: grammaire D
parler> hij praat
j'/je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Slide 6 - Tekstslide
Chapitre 2: grammaire D
parler> hij praat
j'/je parl
tu parl
il/elle/on parl
nous parl
vous parl
ils/elles parl
Slide 7 - Tekstslide
Chapitre 2: grammaire D
parler> hij praat
j'/je parle
tu parles
il/elle/on parle
nous parlons
vous parlez
ils/elles parlent
Slide 8 - Tekstslide
Chapitre 2: grammaire D
Stappenplan vervoegen werkwoorden -er
parler- hij praat
-er
Zoek het per. vnw(je/tu/il/elle ...).
Vul de stam in = parl
Plak de juiste uitgang erachter.
Slide 9 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Regarde à la page: 72-73
ex. 17a- Vul in en let op de juiste uitgang.
ex. 17b- Gebruik de werkwoorden tussen haakjes en vervoeg deze. Gebruik de juiste uitgang.
ex. 17c- Vertaal.
Klaar? 16d = parler/chercher vervoegen.
Klaar klaar? Quizlet
timer
2:00
Slide 10 - Tekstslide
Goed of fout?
Fase 1
Groep overlegt met groep
Groep overlegt met groep
timer
2:00
Slide 11 - Tekstslide
Goed of fout?
Fase 2
overlegt
1. Groep zegt de 1e zin hardop in het Frans.
2. Groep zoekt de zin die erop lijkt en leest de zin hardop.
3. Welke zin klopt? Overleg met elkaar. (Herhaal)
timer
5:00
Slide 12 - Tekstslide
Goed of fout?
Page A (version 1) 1. Ils regardent le prof. 2. Tu habite oú ? 3. Vous adorez les crêpes ? 4. Noor détester le chocolat. 5. Je aide la fille. 6. J’adore le français. 7. Elle habites à Zwolle. 8. Roos prépare un poisson. 9. Nous adores le chien. 10. Je préfère la pizza.
Slide 13 - Tekstslide
Goed of fout?
Page B (version 1) 1. Elle habite à Zwolle. 2. Je adores le français. 3. Noor déteste le chocolat. 4. Roos preparer un poisson. 5. Illes regardent le prof. 6. Tu habites où ? 7. Zju préfère la pizza. 8. J’aide la fille. 9. Nous adorons le chien. 10. Vouz adorons les crêpes ?