Nederlands B2 P4 les 13. Rapporteren, examenvoorbereiding 2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze punten komen van de site van de SVPB. Hier en daar zijn ze voor de les een beetje bewerkt.

Waar of niet waar? In een specifiek rapport gebruik je vaak: 'ik bemerkte' of 'ik constateerde'.
A
Dat is waar.
B
Dat is niet waar.

Slide 3 - Quizvraag

Juist niet! Je beschrijft je waarnemingen met behulp van de redenen van wetenschap.
Wat is de juiste spelling van deze functie?

A
hoofd beveiliging
B
hoofdbeveiliging

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste tijdsaanduiding?
A
Omstreeks 20.30
B
Omstreeks 8.30 uur 's avonds
C
Omstreeks 20.30 uur 's avonds
D
Omstreeks 20.30 uur

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'De man leek onbetrouwbaar.' Past deze zin in een specifiek rapport?
A
Ja, want hij staat in de verleden tijd.
B
Ja, want er staat een waarneming in.
C
Nee, want dit is een mening.

Slide 6 - Quizvraag

Vanaf de volgende dia gaat het over de aandachtspunten voor het examen van de site van de SVPB.

Slide 7 - Tekstslide

Dus als je foto’s hebt gemaakt van de schade, moet dat ook in je rapport staan, niet alleen in de avondbar. En als er een afschrift naar de politie gaat, moet in je rapport staan dat je dat met de politie hebt afgesproken.

Slide 8 - Tekstslide

Je moet de plaats zo precies mogelijk aanduiden! Op welke plek in het gebouw was je, bij welk vak in het parkeerterrein, ter hoogte van welk adres op straat, enz.

Slide 9 - Tekstslide

Soms staat er in de casus dat je de verdachten goed kon zien. Dan moet je zéker de signalementen geven! De gegevens moet je meestal zelf verzinnen.

Slide 10 - Tekstslide

Soms staan zelfs de redenen van wetenschap er al bij (u ziet, u hoort), maar niet altijd.

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik daarbij de redenen van wetenschap en de verleden tijd. En overal waar ‘u’ staat, moet je natuurlijk ‘ik’ schrijven.

Slide 12 - Tekstslide

Rechts de uitwerking, met de redenen van wetenschap en de verleden tijd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

De casus van week 24 had inmiddels af moeten zijn! Er zit nu maar 1 extra casus in dit mapje, maar dat wordt nog aangevuld.

'Ik begrijp hoe ik een specifiek rapport moet maken.' Dat is...
helemaal waar
een beetje waar
helemaal niet waar

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies