Doorbijten: Groene chemie, energie en evenwichten

Scheikunde doorbijten 2021
Groene chemie: scheiden, blokschema's, atoomeconomie, E-factor, rendement, milieu en gezondheid
Energie: reactiesnelheid, reactiewarmte uitrekenen, endotherm en exotherm
Evenwichten: aflopen, BOE(M)-tabel

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Scheikunde doorbijten 2021
Groene chemie: scheiden, blokschema's, atoomeconomie, E-factor, rendement, milieu en gezondheid
Energie: reactiesnelheid, reactiewarmte uitrekenen, endotherm en exotherm
Evenwichten: aflopen, BOE(M)-tabel

Slide 1 - Tekstslide

Groene chemie (H13)
Scheiden
Blokschema's
Atoomeconomie en E-factor
Milieu en gezondheid

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Filtreren
Extraheren
Bezinken en afgieten
Chromatografie
Adsorptie
Destilleren
Indampen
Centrifugeren
Suspensie
Oplossing
Mengsel van vaste stoffen

Slide 4 - Sleepvraag

Extraheren
Filtreren
Centrifugeren
Chromatograferen
Destilleren
Indampen
Bezinken en afgieten

Slide 5 - Sleepvraag

Blokschema's
Pijlen zijn stofstromen
Blokken zijn bewerkingen: reageren, scheiden, oplossen

Let op:
Pijlen moeten aansluiten!
Pijlen mogen niet kruisen!
Pijlen mogen alleen aansluiten op blokken!

Slide 6 - Tekstslide

Atoomeconomie (SD 1.7.7(38))






*massa in molaire massa, mbv reactievergelijking

Slide 7 - Tekstslide

Bereken de atoomeconomie van de reactie:

2S+3O22SO3

Slide 8 - Open vraag


Bereken de atoomeconomie voor CaO
CaCO3 --> CaO   +  CO2

Slide 9 - Open vraag

E-factor (SD 1.7.7 (38))
  • Environmental factor of Ecofactor.
  • Geeft aan hoe milieuvriendelijk een proces is.
  • Water wordt niet altijd als ongewenst product gezien.
  • Hoe lager de E-factor, hoe groener het proces.
  • 𝐸−𝑓𝑎𝑐𝑡𝑜𝑟=(𝑚𝑎𝑠𝑠𝑎 𝑏𝑒𝑔𝑖𝑛𝑠𝑡𝑜𝑓𝑓𝑒𝑛 - 𝑚𝑎𝑠𝑠𝑎 𝑜𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡) / (𝑚𝑎𝑠𝑠𝑎 𝑜𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡 )
  • Let op: hier houd je rekening met het rendement!

Slide 10 - Tekstslide

Bereken de E-factor van de volgende reactie waarbij natrium het gewenste product is en er slechts 80% rendement is:
2 NaCl --> 2 Na + Cl2

Slide 11 - Open vraag

Veiligheid en milieu
Als er wordt gevraagd waarom een stof beter niet in het milieu kan komen, zeg dan niet: het is slecht voor het milieu => 0p => ALTIJD onderbouwen
Is het een broeikasgas? CO2, CH4, H2O (g) en cfk’s zijn broeikasgassen en leg dan uit wat het effect van deze stoffen is.
Is het SO2, NOx, NH3? Dan veroorzaakt het zure regen
Of kijk in SD 38.7 of 38.9 en zoek de stof op en zeg dan:
De stof is giftig bij inademen/ voor huid en ogen/ bij inwendig gebruik, volgens SD 38.9

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten 13.4
42, 47, 48, 49

Slide 13 - Tekstslide

Metalen 13.3
lezen en opd. 29

Slide 14 - Tekstslide

Energie (H9)
Endotherm/exotherm
Energiediagram
Reactiesnelheid
Reactiewarmte

Slide 15 - Tekstslide

Exotherm en Endotherm

Slide 16 - Tekstslide

Exotherm
Endotherm

Slide 17 - Tekstslide

1.3 Chemische reacties        exotherm & endotherm

Slide 18 - Tekstslide

Is dit een
exotherme of endotherm
reactie?
A
endotherm want product staat lager
B
Exotherm want product staat lager
C
exotherm, het is een verbranding
D
endotherm, het is ontleding

Slide 19 - Quizvraag

Teken het energiediagram van de verbranding van propaan. Zet de stoffen bij de energieniveau's en geef ΔE en Eact aan.

Slide 20 - Open vraag

Welke reactie is altijd endotherm?
A
Fotolyse
B
Ontleding
C
Verbranding
D
Explosie

Slide 21 - Quizvraag

Reactiesnelheid 
(botsende deeltjes model)
  • Soort stof: verschillende stoffen reageren anders.
  • Verdelingsgraad: Hoe kleiner de korrels, hoe groter het contactoppervlak, hoe meer effectieve botsingen per seconde, hoe sneller de reactie.
  • Concentratie: Hoe groter de concentratie, hoe meer effectieve botsingen per seconde, hoe groter de reactiesnelheid.
  • Temperatuur: Hoe hoger de temperatuur, hoe meer effectieve botsingen per seconde, hoe groter de reactiesnelheid.
  • Katalysator: verlaagd de activeringsenergie. Wordt gebruikt, maar niet verbruikt.

Slide 22 - Tekstslide

Als je de deeltjes van een stof fijner maakt wordt de reactiesnelheid...?
A
groter
B
kleiner
C
blijft gelijk

Slide 23 - Quizvraag

Reactiewarmte berekenen
- reactiewarmte berekenen met behulp van vormingswarmte (SD 9.2a en 9.2b)

(oftewel Eind - Begin)
Let op!
Elementen hebben geen vormingswarmte = 0
Vergeet 10^5 niet!



Slide 24 - Tekstslide

Bereken de reactiewarmte per mol NH3 van de vorming van ammoniak uit de elementen

Slide 25 - Open vraag

Evenwichten (H13)
Wat is een dynamisch evenwicht?
Aflopend maken
BOE(M)-tabellen

Slide 26 - Tekstslide

Dynamisch evenwicht
  • Er worden nog steeds moleculen omgezet in andere moleculen
  • de snelheid van de reactie naar links is gelijk aan de snelheid van de reactie naar rechts
  • de concentraties van de stoffen in het evenwicht veranderen niet meer

  • Tegenhanger van een dynamisch evenwicht: een statisch evenwicht (bijvoorbeeld een drijvend stuk hout)

Slide 27 - Tekstslide


Gegeven het evenwicht:
2 NO2       N2O4 
Bij evenwicht geldt altijd:
A
de snelheid vd reactie naar links = de snelheid vd reactie naar rechts
B
er treden geen reacties meer op
C
concentraties zijn gelijk
D
% effectieve botsingen = 0

Slide 28 - Quizvraag

Aflopend maken van een evenwicht

Als je een evenwicht aflopend wilt maken naar rechts, moet je zorgen dat de reactie naar links niet meer kan verlopen. Dat doe je door één van de stoffen die nodig zijn voor de reactie naar links weg te halen uit het reactiemengsel. Als je dit voortdurend doet, wordt het evenwicht een aflopende reactie naar rechts.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe maak je deze reactie aflopend?

CaCO3(s)CaO(s)+CO2(g)

Slide 30 - Open vraag

BOEM-tabel in een 10L vat
stap 1  RV                                                                                3 H2     +    N2     <=> 2 NH3
stap 2 BOEM-tabel
stap 3 gegevens invullen
TIP: kijk goed naar de 
eenheden en gebruik
de juiste rij!
H2
N2
NH3
Begin
120
40
Omzetting
Evenwicht
90
Molariteit

Slide 31 - Tekstslide

Hiernaast staat het BOE-schema van de vormingsreactie van HI (g) uit de elementen.
Welke concentratie wordt er van elke stof omgezet?
A
B
C
D

Slide 32 - Quizvraag