2K H6.2 Toonhoogte en frequentie

Fijn dat je er bent!

NS1 Natuurkunde
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fijn dat je er bent!

NS1 Natuurkunde

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
7.1 Geluid maken en horen

Slide 2 - Tekstslide

Wat we gaan doen deze les
  • Lesdoel
  • Voorkennis
  • Uitleg nieuwe leerstof
  • Controleren
  • Samen oefenen
  • Instructie opgaven
  • Les samenvatten
  • Volgende les

H6 Geluid
Paragraaf 2
Toonhoogte en frequentie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen waar de hoogte van een toon van af hangt
  • Je kunt uitleggen wat frequentie(bereik) is en verschillende tonen herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis

Slide 5 - Tekstslide

Snaarinstrumenten
  • Als je een snaar van een instrument in trilling brengt, geeft hij een toon: een geluid met een bepaalde toonhoogte.
  • De hoogte van de toon hangt af van:
  • Dikke snaar, lage toon
  • Lange snaar, lage toon
  • Lage spanning snaar, lage toon

Slide 6 - Tekstslide

Frequentie
  • Het aantal trillingen per seconde wordt de frequentie genoemd.
  • De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz).
  • Als de frequentie 128 Hz is, bewegen de benen van de stemvork (figuur 2) 128 keer per seconde heen en weer.
  • Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort.

Slide 7 - Tekstslide

Oscilloscoop
  • Een microfoon 'vertaalt' de drukverschillen van geluid in elektrische trillingen.
  • De oscilloscoop geeft deze trillingen op het scherm weer.
  •  Welk figuur heeft de meeste trillingen?
  • Welk figuur heeft de minste trillingen?

Slide 8 - Tekstslide

Frequentiebereik van je gehoor
  • Geluid met een heel hoge of een heel lage frequentie kun je niet horen.
  • De meeste mensen kunnen tussen 20 en 20 000 Hz horen.
  • Deze tonen liggen binnen het frequentiebereik van je gehoor.
  • Als je ouder wordt verandert het frequentiebereik van je gehoor. Vooral hoge tonen kun je dan minder goed horen.
  • Dieren hebben vaak een ander
frequentiebereik (zie figuur)

Slide 9 - Tekstslide

Instructie opgaven
Wat?                    Opgaven 1 tot en met 8
Hoe?                    Zelfstandig/alleen
Hulp?                  Boek, blz 76 - 80
Tijd?                     Einde van de les / volgende les af
Uitkomst?         Antwoorden in je schrift.
Klaar?                 Bespreken opgaven 1 tot en met 8

Slide 10 - Tekstslide

Les samenvatten

Slide 11 - Tekstslide

Volgende les
H7 Paragraaf 2
extra uitleg en opgaven maken

Slide 12 - Tekstslide