In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
WELKOM
Fijn dat je er bent!
Pak alvast je spullen en leg je tas op de grond.
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Wat weet je nog van 8.1 Geluid maken en horen?
Een aantal vragen.......
Succes
Slide 2 - Tekstslide
Een voorwerp dat geluid maakt, noem je een......
Slide 3 - Open vraag
Kruis de geluidsbronnen aan.
A
een radio die uitstaat
B
een zangeres die zingt
C
een trillende liniaal
D
een lokfluit die in de kast ligt
Slide 4 - Quizvraag
Een voorwerp dat geluid maakt, noem je een......
Slide 5 - Open vraag
Als een geluidsbron gaat trillen, dan ontstaat er.....
Slide 6 - Open vraag
Geluid ontstaat zich door een ......
Slide 7 - Open vraag
TERUGBLIK 8.1 GELUID MAKEN EN HOREN
Geluidsbron: Voorwerp dat geluid maakt.
Trilling: Heen en weer gaande beweging.
Geluidssnelheid: de snelheid waarmee geluid zich door een stof verplaatst. In lucht is de geluidssnelheid ongeveer 340 m/s.
Tussenstof: stof waardoor geluid zich verplaatst.
Slide 8 - Tekstslide
HUISWERK NAKIJKEN
Opgaven 1 tot en met 13 op bladzijde 185 in je werkboek.
klas 2C
klas 2D
Slide 9 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 10 - Woordweb
§8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
Slide 11 - Tekstslide
Wat ga je vandaag leren?
Wat toonhoogte inhoudt
Hoe de toonhoogte verandert kan worden
Wat frequentie inhoudt
Slide 12 - Tekstslide
Wat is toonhoogte?
Slide 13 - Woordweb
Wat is frequentie?
Slide 14 - Woordweb
Toonhoogte
De hoogte van die toon hangt af van drie dingen.
Hoe dik de snaar is.
Hoe lang de snaar is.
Hoe strak de snaar is gespannen.
Slide 15 - Tekstslide
Frequentie
Het aantal trillingen per seconde
Het aantal trillingen per seconde wordt Hertz genoemd (Hz)
Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon
Slide 16 - Tekstslide
hetklokhuis.nl
Slide 17 - Link
BEGRIPPEN
Frequentie: Aantal trillingen per seconde. De eenheid is hertz (Hz).
Stemvork: U-vormig stukje metaal dat altijd een toon met dezelfde toonhoogte geeft.
Slide 18 - Tekstslide
Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar
Slide 19 - Quizvraag
De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de eenheid voor frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq
Slide 21 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 22 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz
Slide 23 - Quizvraag
Instructie opgaven
Wat? Opgaven 1, 2, 4a, 4b, 5, 6 en 7
Waar? bladzijde 195
Hoe? Fluisteren samen met je buurman/buurvrouw
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Samen nakijken en verbeteren
Klaar? Ga 8.2 lezen en vraag 3 en 4c maken
Slide 24 - Tekstslide
Wat ga je vandaag leren?
Het verband tussen frequentie en toonhoogte
Wat een oscilliscoop is en wat je hier mee kunt doen
Wat het frequentiebereik van onze oren is
Slide 25 - Tekstslide
De oscilloscoop
Slide 26 - Tekstslide
De oscilloscoop
Een oscilloscoop kan geluidstrillingen omzetten in een elektrisch signaal
Met de oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken
Slide 27 - Tekstslide
Hoorbaar geluid
Een mens kan maar een bepaald geluidsgebied horen
Ligt tussen de 20Hz en 20.000 Hz
Dit noem je het frequentiebereik
Verschillende dieren hebben andere frequentiebereik
Hoe goed is jouw gehoor?
Slide 28 - Tekstslide
Frequentiebereik
Slide 29 - Tekstslide
Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz
Slide 30 - Quizvraag
Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quizvraag
Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon
Slide 32 - Quizvraag
8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
In allerlei muziekinstrumenten worden snaren gebruikt. Als je zo’n snaar in trilling brengt, geeft hij een toon. De hoogte van die toon hangt af van drie dingen:
- Hoe dik de snaar is, Hoe dikker de snaar, hoe lager de toon. - Hoe lang de snaar is. Hoe langer de snaar, hoe lager de toon. - Hoe strak de snaar is gespannen. Hoe lager de spanning, hoe lager de toon.
Het aantal trillingen per seconde noem je de frequentie van de trilling. De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). Als de frequentie 128 Hz is, bewegen de benen van de stemvork 128 keer per seconde heen en weer.
• Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort.
• Met een microfoon en een oscilloscoop kun je trillingen weergeven op een scherm en
er onderzoek naar doen.
• Geluid met een heel hoge of een heel lage frequentie kun je niet horen. Jonge mensen
kunnen meestal tonen tussen 20 en 20 000 Hz horen. Als je ouder wordt, kun je vooral
hoge tonen minder goed horen.
Slide 33 - Tekstslide
8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort.
Met een microfoon en een oscilloscoop kun je trillingen weergeven op een scherm en er onderzoek naar doen.
Geluid met een heel hoge of een heel lage frequentie kun je niet horen. Jonge mensen kunnen meestal tonen tussen 20 en 20 000 Hz horen. Als je ouder wordt, kun je vooral hoge tonen minder goed horen.
Slide 34 - Tekstslide
Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar
Slide 35 - Quizvraag
De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de eenheid voor frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq
Slide 37 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 38 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz
Slide 39 - Quizvraag
Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz
Slide 40 - Quizvraag
Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?