3.4 Nederlands Indië

Burgers en stoommachines

Nederlands-Indië
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines

Nederlands-Indië

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen cultuurstelsel, imperialisme, nationalisme, ethische politiek, Max Havelaar en Nederlands-Indië (R)

  • kun je herkennen en uitleggen hoe Indië een kolonie van Nederland werd. (T1)

  • kun je uitleggen waarom er kritiek kwam op het cultuurstelsel  (T2)

  • kun je beargumenteren wat jij ervan vindt dat Nederland Indië tot kolonie maakte.   (I)

Slide 3 - Tekstslide

Nederlands-Indië
  • Europeanen waren trots op hun land en cultuur (nationalisme)

  • Zij waren de besten en lieten dat zien door andere landen te overheersen (imperialisme)

  • Vanaf 1815 ging Nederland Nederlands-Indië zien als bezit

  • Er werd een kolonie gesticht

  • Maken opdracht 1 tot 4 pagina 52

Slide 4 - Tekstslide

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden (wens van koning Willem I)

  • Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel?

  • Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met producten voor de Nederlanders: koffie, thee en indigo 
    Cultures

  • Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon (was erg laag)

  • Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

Slide 7 - Tekstslide

🏵
🌴
🌴
🌴
🕳
🌴
🕳
🛢
🛢
🛢
Koffie
☕️
⚽️
🌴
🍚
🍚
🍚
🍚
🖇
🖇
🚬
🌴
🚬
Goud
🏵
🌴
🛢
🌴
🌴
☕️
🛢
🌴
🍭
🏵
🏵
☕️
Palmolie
🌴
Tabak
🚬
Aardolie
🛢
Suikerriet
🍭
Kolen
🕳
Rubber
⚽️
Rijst
🍚
Tin
🖇
Thee
🍵
🍵
🍵

Slide 8 - Tekstslide

Positieve gevolgen 
voor Nederland
  • Nederlands-Indië is binnen paar jaar weer winstgeven voor Nederland.

  • Infrastructuur (wegen, kanalen, bruggen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten

  • Maken opdracht 5 pagina 53

Slide 9 - Tekstslide

Negatieve gevolgen 
voor Nederlands-Indië
  • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt

  • Hongersnoden

  • Vaak meer dan 66 dagen herendiensten

  • Plantloon is laag

Slide 10 - Tekstslide

Kritiek op het cultuurstelsel

Slide 11 - Tekstslide

Max Havelaar
  • Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij.

  • Boek van Multatuli (Latijn voor: 'ik heb veel leed gedragen'), pseudoniem van Eduard Douwes Dekker

  • Belangrijkste protest tegen het cultuurstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Maken opdracht 6 pagina 53

Slide 13 - Tekstslide

Pak je spullen:
  • Geschiedenisboeken
  • Map + pen
          Agenda
  1. Leesuur
  2. SO
  3. Uitleg hoofdstuk 3.4 deel 2
  4. Quizje

Slide 14 - Tekstslide

Liberalen in Nederland aan de macht (1848)
  • Cultuurstelsel wordt uitvoerd door de NHM, een staatsbedrijf. 

  • Liberalen willen economische vrijheid en niet dat de overheid zich bemoeit met de economie.

  • Ze willen dat óók particuliere ondernemers een bedrijf op Java kunnen starten

Slide 15 - Tekstslide

Ethische politiek
  • Ontstaat rond 1900 in Nederland

  • Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking (Ereschuld)

  • Beschaving en cultuur bij brengen

  • Maken opdracht 7 en 8 pagina 53

Slide 16 - Tekstslide

De Ethische politiek bestond uit:
  • Verbetering van het onderwijs in Nederlands-Indië

  • Irregatie aanleggen voor betere oogsten

  • Emigratie bevorderen van dichtbevolkte naar dunbevolkte gebieden

  • Verbetering gezondheidszorg

Slide 17 - Tekstslide

De gevolgen van beter onderwijs
  • Sommige Indonesiërs gingen in Nederland studeren;

  • ..en leren daar over vrijheid en democratie

  • Gevolg: ontstaan nationalisme in Nederlands-Indië

  • Let op: Ook in andere kolonies ontstaat nationalisme

Slide 18 - Tekstslide

Welke producten werden in het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout

Slide 19 - Quizvraag

Hoe groot was het percentage dat de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 20 - Quizvraag

Welk bedrijf was verantwoordelijk voor het cultuurstelsel
A
VOC
B
HMA
C
VED
D
NHM

Slide 21 - Quizvraag

Goed of fout?
Het cultuurstelsel werd in heel Nederlands-Indië
ingevoerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken

Slide 23 - Quizvraag

Goed of fout?

In het cultuurstelsel draaide het om de levering
van cultuurproducten aan de Nederlanders.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Goed of fout?

De boeren waren erg blij met de cultuurprocenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Welke combinatie is juist?
A
Boeren - plantloon Regenten - cultuurprocenten
B
Boeren - cultuurprocenten Residenten - plantloon
C
Regenten - plantloon Residenten - cultuurprocenten
D
Boeren - plantloon Residenten - cultuurprocenten

Slide 26 - Quizvraag

Op welke manier gingen de Nederlanders met het bestuur van Java om?
A
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
B
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
C
Ze lieten het grotendeels intact en plaatsen er een Nederlandse bestuur naast en boven.
D
Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.

Slide 27 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • cultuurstelsel
  • imperialisme
  • nationalisme
  • Max Havelaar (boek)
  • Ethische politiek




Slide 28 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1830-1870: cultuurstelsel
  • vanaf 1900: Ethische politiek

Slide 29 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Koning Willem I
  • Johannes van den Bosch
  •  Eduard Douwes Dekker (Multatuli)

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je in dit hoofdstuk nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag