17. Ww, pv, zinsdeel, ond / pv tt +vt/ TD-toets / taalregisters - 418BH - 4 december 2018

Welkom!
Mobiel, eten en drinken in tas.
Tas op de grond.


1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Mobiel, eten en drinken in tas.
Tas op de grond.


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 
  1. neologisme
  2. herhaling vorige week
  3. persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
  4. TD-toets deel 1 en deel 2
  5. persoonsvorm in de verleden tijd
  6. TD-toets deel 3
  7. introductie zakelijke brief - daarna wisselen lokaal

Slide 2 - Tekstslide

Wat is je leerdoel deze les?
Schrijf dit op een briefje.

Slide 3 - Tekstslide

Neologisme?

toetsenbordterrorist


Slide 4 - Tekstslide

context
'Zeker op internet denken ze dat alles maar kan en mag, en natuurlijk anoniem. Stelletje helden: toetsenbordterroristen zijn het!'. 

Slide 5 - Tekstslide

toetsenbordterrorist
Iemand die vanachter een computer bedreigingen en beledigingen uit en in die zin onlineterreur uitoefent.

Slide 6 - Tekstslide

onderwerpen vorige week

Slide 7 - Woordweb

Herhaling
  1. werkwoorden
  2. persoonsvorm
  3. zinsdelen
  4. onderwerp

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 
  1. neologisme
  2. herhaling vorige week
  3. persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
  4. TD-toets deel 1 en deel 2
  5. persoonsvorm in de verleden tijd
  6. TD-toets deel 3
  7. introductie zakelijke brief - daarna wisselen lokaal

Slide 9 - Tekstslide

persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Slide 10 - Woordweb

ik
jij/u
werkwoord + je/jij

hij/zij/het

wij
jullie
zij

bevel
= ik-vorm
= ik-vorm + t
= ik-vorm 
(Loop jij? Word jij?)
= ik-vorm + t

= hele werkwoord
= hele werkwoord
= hele werkwoord

= ik-vorm
(Houd je mond! Stop eens even.) 

Slide 11 - Tekstslide

Rick (braden) de lekkerste kippetjes op de barbecue.
A
brad
B
braad
C
braadt
D
braden

Slide 12 - Quizvraag

(Worden) jij niet gek van al die berichtjes?
A
Worden
B
Word
C
Wordt
D
word

Slide 13 - Quizvraag

Ik (worden) soms gek van al die regels!
A
wordt
B
word
C
worden

Slide 14 - Quizvraag

(Houden) eens even op!
A
Houdt
B
Houd
C
houden

Slide 15 - Quizvraag

sterk - zwak
Sterk werkwoord? 
verandert van klank: ik ben, wij zijn
Leren: hier zijn geen regels voor.

Zwak werkwoord?
normale spellingsregels
'worden'?

Slide 16 - Tekstslide

Maak nu: 
werkboek blz. 206 - opdracht 6A

Klaar? Ga naar Studiemeter: oefenen hoofdletters.

Daarna bespreken antwoorden 6A.

timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Studiemeter
  • Ga nu naar Studiemeter: Starttaal Compact Online. 
  • Ga 10 min. aan de slag met: Extra oefenen 3F
    Werkwoordspelling: Onderwerp en persoonsvorm
  • Deeltoets met een voldoende behaald? Dan hand omhoog!
    = onderdeel 1 --> taaldossiertoets

ZELFSTANDIG EN STIL
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Studiemeter
  • Ga nu naar Studiemeter: Starttaal Compact Online. 
  • Ga 10 min. aan de slag met: Extra oefenen 3F
    Werkwoordspelling: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Deeltoets met een voldoende behaald? Dan hand omhoog!
    = onderdeel 2 --> taaldossiertoets

ZELFSTANDIG EN STIL
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 
  1. neologisme
  2. herhaling vorige week
  3. persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
  4. TD-toets deel 1 en deel 2
  5. persoonsvorm in de verleden tijd
  6. TD-toets deel 3
  7. introductie zakelijke brief - daarna wisselen lokaal

Slide 20 - Tekstslide

persoonsvorm in verleden tijd

Slide 21 - Woordweb

KOFSCHIPTAXIETJE
  • Verschil stam/ik-vorm?
  • Wanneer +te/+ten?
  • Wanneer +de/+den?
  • Hoe weet ik wanneer ik meervoud moet gebruiken?

Slide 22 - Tekstslide

Jullie (downloaden) vorig jaar veel nieuwe apps.
A
downloaden
B
downloade
C
downloadde
D
downloadden

Slide 23 - Quizvraag

Vorige keer (mixen) we die drank met limoen, suiker en ijs.
A
mixden
B
mixde
C
mixte
D
mixten

Slide 24 - Quizvraag

Gisteren (verhuizen) ik naar mijn nieuwe woning.
A
verhuist
B
verhuisde
C
verhuizde
D
verhuiste

Slide 25 - Quizvraag

Maak nu: 
werkboek blz. 206 - opdracht 6B

Klaar? Ga naar Studiemeter: oefenen hoofdletters.

Daarna bespreken antwoorden 6B.

timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Studiemeter
  • Ga nu naar Studiemeter: Starttaal Compact Online. 
  • Ga 15 min. aan de slag met: Extra oefenen 3F
    Werkwoordspelling: Persoonsvorm verleden tijd
  • Deeltoets met een voldoende behaald? Dan hand omhoog!
    = onderdeel 3 --> taaldossiertoets

    ZELFSTANDIG EN STIL
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Wat voor aanhef zou je kunnen gebruiken bij een zakelijke brief?

Slide 28 - Open vraag

Wat voor afsluiting kun je gebruiken bij een zakelijke brief?

Slide 29 - Open vraag

Wat bedoelen we met een slotzin in een zakelijke brief?

Slide 30 - Open vraag

Is je leerdoel behaald?
(Zie Post-it begin van van de les.)
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen wat we bedoelen met taalregisters.
  2. Je hebt meer inzicht in welke woorden bij een bepaald taalregister passen. 
  3. Je kunt een korte tekst schrijven met woorden uit een bepaald register.

Slide 32 - Tekstslide

Waarom is het nodig om van tevoren je schrijfdoel, doelgroep, taalgebruik en de voorkennis van je doelgroep vast te stellen?

Slide 33 - Open vraag

Taalgebruik
Hoe weet je nu welk taalgebruik je moet toepassen als je een brief schrijft? 

Daarvoor gebruikt je brein verschillende taalregisters.

Wat zijn taalregisters?

Slide 34 - Tekstslide

Maak kennis met ... 

Sil

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Oefening
  1. Vorm tweetallen
  2. Je krijgt een mapje.
  3. Wat hoort bij buurman Van Regteren en wat bij buurman John? Sorteren maar!
  4. Klaar? Verzin er zelf nog woorden bij! 

timer
7:00

Slide 37 - Tekstslide

Bespreken oefening
Beeld gekregen?
Woorden verzonnen?
Gebruik je zelf ook verschillende taalregisters? Voorbeeld?

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht
  1. Werk nog steeds in hetzelfde tweetal samen.
  2. De een schrijft een korte brief naar meneer Van Regteren, de ander een korte brief naar buurman John. Je wilt een feest geven en je vraagt om toestemming.
  3. Gebruik een passend taalregister.
  4. Lees elkaars brief door en deel je mening.
  5. Na tien minuten vraag ik een aantal om hun brief voor te lezen.
timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide

Waarom is het nodig om van tevoren je schrijfdoel, doelgroep, taalgebruik en de voorkennis van je doelgroep vast te stellen?

Slide 40 - Open vraag

Zelfstandig werken
Werkboek: blz. 236
Opdrachten: 1, 3 en 4

Slide 41 - Tekstslide

Reflectie op de les
Ga naar je e-mail en klik de link aan die je van mij hebt ontvangen. 
Vul het formulier in. 
Indien je klaar bent, mag je gaan.

Volgende week: sollicitatiebrief schrijven voor je taaldossier. 
Indien je al iets hebt, mag je dit meenemen.

Slide 42 - Tekstslide