Werkwoorden gemengd 4.1.5
Hoe _______ jouw overgrootmoeder? (heten t.t.)
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Hoe _______ jouw overgrootmoeder? (heten t.t.)
Slide 1 - Open vraag
Voor de brug ______ een heleboel mensen (wachten v.t.)
Slide 2 - Open vraag
Het water ______ met veel geraas naar beneden. (storten v.t.)
Slide 3 - Open vraag
De dokter ______ de patiënt. (verdoven t.t.)
Slide 4 - Open vraag
Hij heeft de pijn _______. (verlichten v.d.)
Slide 5 - Open vraag
In de dampkring is de meteoor ______. (verbranden v.d.)
Slide 6 - Open vraag
De fotograaf _______ de foto's. (vergroten v.t.)
Slide 7 - Open vraag
Het bot was totaal ________. (verbrijzelen v.d.)
Slide 8 - Open vraag
De toeschouwers ______ in lachen uit. (uitbarsten v.t.)
Slide 9 - Open vraag
De meester heeft zijn jeugdavonturen ______. (vertellen v.d.)
Slide 10 - Open vraag
Hij ______ de verhalen mooi. (vertellen t.t.)
Slide 11 - Open vraag
Wat is er ______? (gebeuren v.d.)
Slide 12 - Open vraag
Er ______ helemaal niets! (gebeuren t.t.)
Slide 13 - Open vraag
_______ jij de postcode nooit? (vermelden t.t.)
Slide 14 - Open vraag
Of heb je hem wel ______? (vermelden v.d.)
