Aanwijzend en vragend voornaamwoord

Aanwijzend en vragend voornaamwoord
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aanwijzend en vragend voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Doel van de les
  • Uitleg over het aanwijzend en vragend voornaamwoord
  • Gezamenlijk een opdracht maken
  • Zelfstandig werken in Workbook 

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Jullie weten na de les allemaal wat een aanwijzend en vragend voornaamwoord is en hoe je deze vindt een zin.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Een aanwijzend voornaamwoord gebruik je als je iets aanwijst.

- ''Dit spel is leuker dan dat spel''.
- ''Deze nieuwe film is even leuk als die oude''.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je wel woord?
  • Bij de-woorden gebruik je bij enkelvoud deze of die.
  • Bij het-woorden gebruik je bij enkelvoud dit of dat.
  • Bij meervoud gebruik je altijd de woorden deze of die.

Slide 5 - Tekstslide

Maak allemaal een zin waarbij  je een aanwijzend voornaamwoord gebruikt.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een vragend voornaamwoord?
Een vragend voornaamwoord staat meestal aan het begin van een zin.
''Wie heeft jou dat verhaal verteld?''.
''Naar welke film ben je dit weekend geweest?''.
''Wat heb je dit weekend gedaan?''

Slide 7 - Tekstslide

Maak allemaal een zin waarbij je een vragend voornaamwoord gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

opdracht
+/- 15 minuten
We kijken de opdrachten gezamenlijk na.

Slide 10 - Tekstslide

Workbook
Maak nu de opdrachten van H4 aanwijzend en vragend voornaamwoord (1, 2 & 3).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide