Wanneer ben je jarig?

Les 6 Nederlands
Wanneer ben jij jarig?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Alfabetisering NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 6 Nederlands
Wanneer ben jij jarig?

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
Klokkijken + zeggen hoe laat het is.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe laat is het? Het is...
11.00 uur
elf uur
11.10 uur
tien over elf
11.15 uur
kwart over elf
11.20 uur
tien voor half twaalf
11.30 uur
half twaalf
11.40
tien over half twaalf
11.45 uur
kwart voor twaalf
11.50 uur
tien voor twaalf
12.00 uur
twaalf uur

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vraag je hoe laat het is?
Pardon meneer/mevrouw, mag ik u iets vragen?
Natuurlijk
Jazeker
Ja hoor
Hoe laat is het?
Kunt u mij zeggen hoe laat het is?
Het is 5 uur
Dank u wel
Bedankt
Geen dank
Graag gedaan
Pardon meneer/mevrouw, weet u hoe laat het is?
Nee, sorry. Ik heb geen horloge om.
Dat geeft niet!
Dat is niet erg!

Slide 5 - Tekstslide

Les 6 wanneer ben je jarig?
Hoe oud ben je?
Ik ben 32 jaar.
32 jaar.
Hoe oud is Dimitri?
Wanneer ben je jarig?
Ik ben op 29 juli jarig.
Op 29 juli.
Wanneer is Dimitri jarig?
?

Slide 6 - Tekstslide

Welke maand?
In welke maand ben je jarig?
Wanneer zijn de mensen in je familie jarig?
Wat doe je als je jarig bent?

Slide 7 - Tekstslide

Welke maand?
januari
februari
maart 
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december

Slide 8 - Tekstslide

Zeg het gespek na
Musa: Wanneer ben jij jarig?
Koen: Twintig mei.
Vier jij je verjaardag altijd?
Musa: Nee, meestal niet. En jij?
Koen: Ik ook niet, maar dit jaar wel.
Ik word veertig.
Musa: Wat ga je doen?
Koen: Ik geef een tuinfeest in juli.
Musa: Leuk!

Slide 9 - Tekstslide

Geef antwoord
In welke maand ben je jarig?
In welke maand ga je op vakantie?
In welke maand is het koud in Nederland?
In welke maand is het warm in Nederland?
In welke maand ben je naar Nederland gekomen?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Feestdagen in Nederland
1 januari: Nieuwjaar
Goede Vrijdag (vrijdag voor Pasen)
Pasen: eerste en tweede paasdag
27 april: koningsdag
5 mei: Bevrijdingsdag 
Hemelvaartsdag (zesde donderdag na Pasen)
Pinksteren: Eerste en tweede pinksterdag (zevende zondag en maandag na Pasen)
Kerstmis: 25 december: eerste kerstdag
26 december: tweede kerstdag

Slide 12 - Tekstslide

De uu van muur
De oe van stoel

Slide 13 - Tekstslide

uitspraak en spelling
Zijn de woorden die je hoort met uu of met oe?

Slide 14 - Tekstslide

uu of oe?
A
vuur
B
voer

Slide 15 - Quizvraag

uu of oe?
A
muur
B
moer

Slide 16 - Quizvraag

uu of oe?
A
buurt
B
boert

Slide 17 - Quizvraag

uu of oe?
A
uur
B
oer

Slide 18 - Quizvraag

uu of oe?
A
fuut
B
voet

Slide 19 - Quizvraag

uu of oe?
A
stuur
B
stoer

Slide 20 - Quizvraag

Ik kan de maanden van het jaar opschrijven.

Slide 21 - Open vraag

Ik kan vragen naar de leeftijd van iemand

Slide 22 - Open vraag

Ik kan zeggen hoe oud ik ben.

Slide 23 - Open vraag

Ik kan zeggen hoe oud iemand is.

Slide 24 - Open vraag

Ik kan vragen wanneer iemand jarig is.

Slide 25 - Open vraag

Ik kan zeggen wanneer ik jarig ben.

Slide 26 - Open vraag

Ik kan iemand met zijn verjaardag feliciteren.

Slide 27 - Open vraag