Er is verband/relatie tussen woorden, zinnen, alinea's.
Verschillende soorten tekstverbanden.
Signaalwoord helpt je het soort tekstverband te herkennen.
Slide 7 - Tekstslide
Nieuw: vergelijkend tekstverband
Gebruik: als je personen/dingen wilt vergelijken.
Signaalwoorden: net als, zoals, evenals
Evenals mijn moeder houdt mijn vader van appeltaart.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Slide 8 - Tekstslide
Werkmoment paragraaf 1.3
Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
Opdracht 5b en 5d: verkennend lezen tekst 1 zelf maken
Opdracht 2, 3 en 4: leesstrategie en tekstverband
5c en 5d: bespreken van antwoorden eind van de les
Slide 9 - Tekstslide
Tekst 1 verkennend lezen (p. 24)
onderwerp
tekstsoort
tekstdoel
opbouw
bron/schrijver
Slide 10 - Tekstslide
Tekst 1 verkennend lezen (p. 24)
Onderwerp: spullenobesitas
Tekstsoort: informatieve tekst
Tekstdoel: informeren
Opbouw: tweedeling inleiding (1) kern (2 t/m 7)
Schrijver: Irene van den Berg
Bron: AD.nl
Slide 11 - Tekstslide
Afsluiting
Hoever ben je met de opdrachten?
1.3: 2, 3, 4 en 5
Slide 12 - Tekstslide
Welkom!
Leg alvast klaar:
je etui
je leerwerkboek deel A
je iPad (dicht)
Les 2
Slide 13 - Tekstslide
timer
10:00
Lees tekst 1 nauwkeurig:
? bij onbekend woord
markeren van signaalwoord
Slide 14 - Tekstslide
Planning
Herhalen theorie lezen: deel 2
Stukje samen doen
Aan de slag
Afsluiting: paar testvragen
Slide 15 - Tekstslide
1.3 lezen
Herhalen:
leesstrategieën (p.22)
herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
herkennen titels en benoemen onderwerp
benoemen hoofdgedachte
Slide 16 - Tekstslide
Nauwkeurig lezen (p. 231)
Moeilijke woorden?
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Vraag 5 d deelonderwerpen
deelonderwerp
voordelen opruimen
nadelen spullenobesitas
aanpak spullenobesitas
voorkomen spullenobesitas
Slide 19 - Tekstslide
Vraag 5 d deelonderwerpen
deelonderwerp
voordelen opruimen
2 & 3
nadelen spullenobesitas
4 & 5
aanpak spullenobesitas
6
voorkomen spullenobesitas
7
Slide 20 - Tekstslide
Stukje samen doen
Opdracht 6 tot en met 8: toepassen op tekst 1
Verwijswoorden:
verwijst naar een ander woord/woordgroep
woorden als: psv en bzv en av
naar iets/iemand, plekken of gebeurtenissen
7a: Bij de productie waarvan?
Slide 21 - Tekstslide
Werkmoment
Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.
Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 8: toepassen op tekst 1
Einde les: paar LessonUp vragen
Slide 22 - Tekstslide
Zoekend lezen doe je als je in de studiewijzer zoekt wat je moet maken voor de weektaak.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Waaraan kun je een alinea herkennen? 1 antwoord klopt niet. Dat is antwoord: ....
A
Tekstblokje van twee of meer zinnen.
B
Tekstgedeelte dat over 1 onderwerp gaat.
C
Er staat een witregel tussen alinea's.
D
De laatste zin van de alinea loopt niet door.
Slide 24 - Quizvraag
Aan welke woorden kun je het tekstverband tussen zinnen/alinea's herkennen?
Slide 25 - Open vraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: omdat?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
redengevend
D
concluderend
Slide 26 - Quizvraag
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: met andere woorden?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
tijdsvolgorde
D
uitleggend
Slide 27 - Quizvraag
Welke vier leesstrategieën ken je?
Slide 28 - Open vraag
Welkom!
Leg alvast klaar:
je etui
je leerwerkboek deel A
je leesboek
je iPad (dicht)
Les 3
Slide 29 - Tekstslide
timer
10:00
Nog geen leesboek?
Lees het fragment in je leerwerkboek op pagina 158-159 en 161-163.
Slide 30 - Tekstslide
Planning
Vragen tot nu toe?
Herhalen theorie lezen vorig jaar: deel 3
Aan de slag
Afsluiting van de les
Les 3
Slide 31 - Tekstslide
Vragen tot nu toe?
Opdracht 5 tot en met 8: toepassen op tekst 1
Slide 32 - Tekstslide
1.3 lezen (p. 21)
Herhalen:
leesstrategieën
herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
herkennen titels en benoemen onderwerp
benoemen hoofdgedachte
Slide 33 - Tekstslide
Titel(s) en onderwerp (p. 27)
De titel (kop) staat bovenaan de tekst.
De titel geeft vaak een aanwijzing over het onderwerp.
In kranten of tijdschriften: vaak een ondertitel of boventitel
Het onderwerp vind je vaak in de titel
en in de eerste alinea. Dit geef je
weer in steekwoorden.
Slide 34 - Tekstslide
Hoofdgedachte (p. 27)
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.
Slide 35 - Tekstslide
Werkmoment
Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.
Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 8: toepassen op tekst 1
Opdracht 10, 12 tot en met 15: tekstvormen/doelen/soorten
Slide 36 - Tekstslide
Afsluiten van de les
Hoe ver ben je met de weektaak?
Heb je het nagekeken?
Begreep je waarom antwoorden anders moesten zijn?
Verzamel je vragen voor de eerste les volgende week.