1.1

Welkom 2C!
 Wat is economie 1.1
Pincode
Mark Barnhoorn
4-9-2024
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2C!
 Wat is economie 1.1
Pincode
Mark Barnhoorn
4-9-2024

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Welkom
- Leerdoelen
- Theorie + opdrachten
- Aan de slag
- Afsluiter

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:

- Weet je waar economie overgaat
- Voorbeelden van wat jijzelf met economie te maken hebt.
- Hoe bedrijven en overheid met economie te maken hebben.
- Hoe je een geldbedrag op de juiste manier noteert en uitspreekt. 

Slide 3 - Tekstslide

behoefte
Alles wat je nodig hebt of graag wilt hebben, noem je behoeften. 

Nadeel: 
- Tijdsgebrek
- niet genoeggeld 

Belangrijk om keuzes te maken, daar gaat economie
over: voor welke behoefte maak jij de keuzes?


Slide 4 - Tekstslide

Behoefte (2)
Consument ( klanten)

Als iemand iets koopt: Ben je aan het consumeren
Producent (Winkels)

Slide 5 - Tekstslide

Consument + producent
Zonder producenten, kunnen consumenten de behoefte niet vervullen.

Zonder Consumenten, krijgen producenten geen geld (omzet)

Producenten denken vaak na wat en voor welke prijs zij producten verkopen.

Slide 6 - Tekstslide

Even aan de slag
EC boek blz. 10 opdrachten:
1,2,4,5,6,8,10 (opdracht 3 en 9 mag je overslaan)

Zelfstandig
Hulp? Blauwe stukjes of steek je hand omhoog
klaar? beginnen aan opdracht 11
Na 10 min, gaan wij verder met uitleg
 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

De overheid
De overheid maakt wetten en regels, ook voor de economie.
Producent mag niet alles verkopen


De overheid bepaalt de hoogte van:
- Belastingen
- uitkeringen


Slide 8 - Tekstslide

Geldbedragen opnoemen
Economie gaat het vaak over geldzaken. 

  • Als je het moet opschrijven ALTIJD   € of " euro" 
  • twee decimaal achter de komma. Bij meer, afronden
  • In je rekenmachine is een komma (,) een punt (.)!!
  • Bij duizend/miljoen getallen, geen punten invullen op rekenmachine. Gewoon achter elkaar.
 

Slide 9 - Tekstslide

voorbeelden
€ 3,79  = ?

€ 2,5 = ?

€ 131000= ?

18,50 = ?

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Voor de volgende les moet af zijn:

opdrachten van 1.1, behalve opdracht 3 en 9!
Tot de laatste 5 minuten gaan wij aan de slag
Daarna, sluiten wij de les af.

Slide 11 - Tekstslide

Controle vragen
- Wat heb jij met Economie te maken?
- Wat is het verschil tussen consumenten en producenten?
- Wat hebben bedrijven en de overheid met economie te maken?


Slide 12 - Tekstslide