Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1.1 Wat is economie?
1.1 Wat is economie?
H1 Economie is meer dan geld
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
In deze les zitten
16 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
1.1 Wat is economie?
H1 Economie is meer dan geld
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 1.1
Je kunt uitleggen waar economie over gaat.
Je kunt voorbeelden geven van wat jijzelf met de economie te maken hebt.
Je kunt uitleggen hoe bedrijven en de overheid met de economie te maken hebben.
Je kunt een geldbedrag op de juiste manier noteren en uitspreken.
Slide 2 - Tekstslide
Behoeften
Iets wat je nodig hebt of graag wilt hebben noemen we een
behoefte
Het probleem is dat je niet alles kunt kopen waar je behoefte aan hebt.
Daarom maak je keuzes.
Het vak
economie
gaat over behoeften die mensen hebben hoe zij die kunnen vervullen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Consumeren
Als je iets koopt voor je eigen behoeften, ben je aan het
consumeren
.
Jij bent dan een
consument
.
Consumeren kost geld.
Slide 5 - Tekstslide
Producenten
een winkel of webshop is een
producent
, net als een bedrijf dat iets maakt of voor je doet.
Ook producenten moeten kiezen: wat willen ze verkopen en tegen welke prijs?
Consumenten en producenten hebben elkaar nodig.
Consumenten willen in hun behoeften voorzien en producenten willen geld verdienen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
In het nieuws
In het nieuws komt vaak iets voor over de regering en de economie.
Dit kan ook voor jou iets betekenen.
Zo bepaalt de overheid de hoogte van belastingen en van de uitkeringen.
Dit zou je thuis kunnen merken.
Hoe het met de economie gaat, kan dus gevolgen hebben voor jou en je familie
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Geldbedragen noteren 1/2
Een geldbedrag noteer je met twee decimalen (2 cijfers achter de komma)
Tussen de helen en de decimalen schrijf je een komma, maar op je rekenmachine toets je een punt in.
Als het een bedrag in hele euro's is, hoeft er niets achter te staan. Twee euro noteer je als €2, €2,00, €2,- of 2 euro.
Anderhalve euro als €1,50
Slide 10 - Tekstslide
Geldbedragen noteren 2/2
Bij duizendtallen noteer je een punt.
Op je rekenmachine moet je die niet intoetsen!
45 x €1.960 = €88.200
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Begrippen paragraaf 1.1
Behoeften
Consumeren
Economie
Producenten
Slide 14 - Tekstslide
Je kunt nu
Je kunt uitleggen waar economie over gaat.
Je kunt voorbeelden geven van wat jijzelf met de economie te maken hebt.
Je kunt uitleggen hoe bedrijven en de overheid met de economie te maken hebben.
Je kunt een geldbedrag op de juiste manier noteren en uitspreken.
Slide 15 - Tekstslide
Aan het werk!
Maken opdrachten 1.1: 1(k), 2, 3, 4, 6(k), 8, 9, 11(k), 12, 13, 14(k) en 16(k)
Klaar?
Laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?
Laten aftekenen bij de docent, bij goedkeuring:
Bezig met een ander vak
Lezen
timer
25:00
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1.1 Wat is economie
September 2024
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
1.1 Wat is economie?
Augustus 2024
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
1.1 Wat is economie
September 2024
- Les met
20 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
1.1 Wat is economie
Juli 2024
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
1.1 Wat is economie
September 2024
- Les met
20 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
1.1 Wat is economie deel 1
September 2024
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
1.1 Wat is economie
Augustus 2024
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
1.1 Wat is economie
September 2024
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2