Vreemd gedrag of suicidaal

Vreemd gedrag of suïcidaal
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vreemd gedrag of suïcidaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les bevat gevoelige onderwerpen. 
Het is normaal als je hier sterke gevoelens bij hebt. 

Voel je vrij om vragen te stellen of 
even pauze te nemen als dat nodig is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als doktersassistent heb je een belangrijke taak: 
Het signaleren en adequaat handelen bij patiënten met mogelijk afwijkend gedrag. 
 vraagt om zowel empathie als professionaliteit."

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vreemd gedrag
Met vreemd of verward gedrag wordt bedoeld: gedrag afwijkend van iemands normale gedrag. 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor wordt vreemd gedrag veroorzaakt?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vreemd gedrag
De term dekt een scala aan toestanden die het gevolg kunnen zijn van delier, beginnende dementie, psychose en schizofrenie, intoxicatie van drugs, medicatie of alcohol, ontregeling diabetes of een hersenaandoening

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delier
Neuropsychiatrische stoornis in bewustzijn, wordt gekenmerkt door gedaald bewustzijn en (meestal) motorische onrust Symptomen kunnen snel wisselen. 
Komt veel voor bij koortsende ziekten bij ouderen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beginnende dementie
Syndroom met cognitieve stoornissen, waaronder geheugenstoornissen. Legt duidelijke beperkingen op bij de dagelijkse bezigheden. De diagnose wordt meestal niet in één contact gesteld, het verloop is ook van belang. Bij een beginnende dementie of als de diagnose nog niet is gesteld, wordt het verwarde gedrag van de patiënt niet altijd begrepen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes
Zowel een te hoge als een te lage bloedglucosespiegel kan aanleiding geven voor gedragsveranderingen en tot voor de persoon vreemd gedrag.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsstoornis
Iemand met een persoonlijkheidsstoornis heeft meestal sinds de tienerjaren een vast patroon van onaangepast gedrag. Voorbeelden zijn een antisociale persoonlijkheidsstoornis of een borderline. Bij de laatste stoornis kan plotseling een omslag in gedrag ontstaan met woedeaanvallen. Suïcidaliteit kan zich voordoen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Depressie
Kernsymptomen zijn somberheid en verlies van interesse of plezier. Om van een depressie te kunnen spreken moeten de klachten er gedurende twee weken bijna dagelijks zijn. De ernst van de depressie wordt bepaald aan de hand van bijkomende verschijnselen.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

psychose en schizofrenie
Toestand waarin iemand het gevoel voor de werkelijkheid kwijt is. Is te herkennen aan wanen, hallucinaties (stemmen horen, beelden zien) en denkstoornissen: gevoel van almacht, van de hak op de tak springen, niet meer slapen. Ziekte-inzicht ontbreekt. 
Psychose kan veroorzaakt worden door een psychiatrische ziekte of door intoxicatie van alcohol of drugs. .

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Postpartumpsychose
Psychose in het kraambed die om acute psychiatrische interventie vraagt. Gevaar schuilt in de kans op infanticide – kindermoord –, waardoor het van belang is dat iemand bij de patiënt blijft. 
Gebeurt meestal binnen vier weken na de bevalling, soms ook na enkele maanden. Postpartumpsychose wordt gekenmerkt door angst, wanhoop en hallucinaties. Het beeld verandert per moment.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intoxicatie van drugs, medicatie of alcohol
Overdosering van tricyclische antidepressiva, zoals amitriptyline of clomipramine, geeft soms onrust en hallucinaties.

Een overdosis van alcohol of drugs kan behalve lichamelijke psychische problemen geven. Effecten zijn ontremming, agressie. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schedeltrauma
Een klap op het hoofd kan een enkele keer beschadiging van de hersenen veroorzaken. Deze beschadiging hoeft niet gepaard te gaan met bewusteloosheid. Deze beschadiging is niet altijd aan de buitenkant zichtbaar. Het kan gaan om oedeem of een bloeduitstorting in de schedel. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heatstroke 
Bij een lichaamstemperatuur boven de 40 °C in combinatie met ernstige klachten, zoals verwardheid, wegraking/ coma of insulten, wordt gesproken van een hitteberoerte (heatstroke). Snelle behandeling van dit beeld is noodzakelijk, door de hoge lichaamstemperatuur kan multiorgaanfalen optreden en overlijden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tentamen suicidii (TS) = 
Poging tot zelfdoding

Suïcidaliteit komt meer voor bij verschillende psychische/ psychiatrische stoornissen, bij mensen die alleen wonen, die eerder een TS hebben ondernomen of die drugs gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suicidaal
Bij twijfel over verdenking op suïcidaliteit het gesprek overgeven aan de arts.

Het is moeilijk om een patiënt met suïcideplannen te woord te staan. 
Een begin kan zijn: ‘Ik begrijp dat u hulp nodig heeft. Vertel eens meer…’ 

Bij ogenblikkelijk risico (springen, ophangen, verdrinken) doorgaans direct politie inschakelen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Link  naar 113 
Stelling:

'Bij mensen die aankondigen dat zij zichzelf iets aan willen doen is het vaak een hulpvraag; je kunt er dan van uit gaan dat ze geen poging zullen doen'

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies