In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H4 KRACHTEN
§4 NETTOKRACHT
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je:
Je kunt bij evenwicht beschrijven aan welke voorwaarden de krachten moeten voldoen.
Je kunt bij evenwicht de bijbehorende krachten benoemen.
Je kunt de nettokracht berekenen van krachten die werken op één voorwerp.
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer gaat iemand winnen als hij met iemand anders een wedstrijdje touwtrekken doet?
Slide 3 - Woordweb
Welke krachten zorgen hier voor evenwicht?
Slide 4 - Tekstslide
Twee krachten in evenwicht.
De zwaartekracht en spankracht zijn even groot, maar tegengesteld gericht.
De kist blijft in evenwicht.
Slide 5 - Tekstslide
De normaalkracht
De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp en maakt hier evenwicht met de zwaartekracht.
Slide 6 - Tekstslide
Op één voorwerp werken vaak meerdere krachten
Slide 7 - Tekstslide
phet.colorado.edu
Slide 8 - Link
De resultante bepalen
De resultante is de optelsom van alle krachten, ook wel nettokracht of resultante genoemd.
Slide 9 - Tekstslide
Bij een touwtrekwedstrijd strijden 2 teams tegen elkaar. Team 1 trekt met een kracht van 545 Newton, Team 2 met een kracht van 521 Newton. Welk team wint?
A
Team 1
B
Team 2
Slide 10 - Quizvraag
Boris = 545 N, Karin =642 N, Nina = 521 N, Koos =664 N
Wat is de resultante?
Slide 11 - Tekstslide
Wrijvingskracht
Wrijving is een tegenwerkende kracht doordat de bodem van een voorwerp over de bodem
wrijft.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Belang lesdoel
In het dagelijkse leven heb je continu te maken met allerlei krachten en kun je b.v. voorkomen dat je uit de bocht vliegt.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de nettokracht?
A
186N
B
8360N
C
1,45N
D
34N
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N
Slide 16 - Quizvraag
De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de nettokracht?
A
Alle krachten bij elkaar opgeteld
B
als er geen krachten zijn, dat is de nettokracht
C
de sterkste kracht in de tekening
Slide 18 - Quizvraag
Op de koorddanser werken twee krachten die elkaar opheffen.
Welke zijn dit ?
A
Kleefkracht, veerkracht
B
Veerkracht, spankracht
C
Spankracht, zwaartekracht
D
Zwaartekracht, luchtweerstand
Slide 19 - Quizvraag
Als de zwaarte kracht 10N is hoe groot is dan de normaal kracht?
A
10N
B
100N
C
1N
D
0,1N
Slide 20 - Quizvraag
opdracht 7 t/m 10 (blz 50 en 51)
timer
15:00
Slide 21 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.
Slide 22 - Open vraag
Wat heb je nog nodig van mij als vakdocent? Geef aan hoe ik je het beste kan helpen.