Nederlands Argumenten, tegenargumenten weerleggingen basis ma1
Nederlands
lezen, schrijven en argumenteren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nederlands
lezen, schrijven en argumenteren
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
uitleg argumenten - tegenargumenten - weerlegging
Logische redenering
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een standpunt?
Slide 3 - Open vraag
Standpunt
mening over een onderwerp
Argumenten gebruik je om je eigen standpunt te verdedigen of het standpunt van een ander aan te vallen.
Feitelijk argument: standpunt ondersteunen met een feitelijke uitspraak. Juistheid controleerbaar
Waarderend argument: (on)wenselijk, (on)gepast, goed/slecht etc. Komt voort uit een mening. Moet ondersteund worden met feiten.
Slide 4 - Tekstslide
Feitelijk argument bij standpunt:
Studenten moeten iedere week minimaal 1 uur gym hebben
Slide 5 - Open vraag
Waarderend argument bij standpunt:
Studenten moeten iedere week minimaal 1 uur gym hebben
Slide 6 - Open vraag
tegenargumenten en weerleggingen
Als je het niet met iemands argumentatie eens bent, kun je argumenten tegen het SP inbrengen en/of weerleggingen van argumenten geven.
Tegenargument: ontkrachten van een standpunt
Weerlegging: ontkrachten van een argument.
Slide 7 - Tekstslide
Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?
Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken
Slide 8 - Tekstslide
WEERLEG het tegenargument bij de stelling:
Stelling: mensen moeten vaker met de trein reizen Mogelijk argument voor: het is een oplossing voor het fileprobleem Argument tegen: met de trein ben je veel langer onderweg
Slide 9 - Open vraag
Logische redenering
Standpunt + argument
Is het logisch wat hij/zij beweert? Is er sprake van een logische redenatie?
Sluit het argument inhoudelijk aan bij het standpunt? Volgt het standpunt uit het argument?
zie voorbeeld blz. 296
Slide 10 - Tekstslide
deze week
Starttaal thema 4, hoofdstuk 1 maken en inleveren
foto's
tekst in Word
video;
Taalportfolio: opdracht 1 verder afmaken en inleveren