Kader 3- Stone 9 & 10

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Noor

Zahra 

Oumaima

Malak

Rafaella

Beray

Lyshana

Ayberk

Lam-Yea

Safouane

Taqwim

Oumamaya

Hajar

Raouae

Satwat

Tala

Churda

Selin

Angel

Reyhan

Richhard

Achraf

Ilseris

Nijdar

docent

Startklaar

Ik heb mijn laptop en mijn boeken bij mij en op tafel

Ik heb geen oortjes/koptelefoon in

Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak

Ik eet en drink niet in de klas

Aims

Grammar 8 : woordvolgorde (review)

Stone 8: Zo praat je over je passie (review)

Stone 9 : Zo praat je over bijbaantjes (learn) 

Grammar 10: bezittelijke naamwoorden (learn)

Stone 10: Zo praat je over geld verdienen en uitgeven (learn)

Grammar review

WOORDVOLGORDE (grammar 8)

Wie

doet

wat

waar

wanneer

Jacky and Pete

aren't going

to the cinema

tonight

wie

doet

wat

waar

wanneer

The parents

bring

to football training

every Sunday

their son

Kies de juiste woordvolgorde bij:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went

1. Billy went to his friend five minutes ago
2. Billy went five minutes ago to his friend
3. Billy five minutes ago went to his friend.
4. Five minutes ago Billy went to his friend

Kies de zin met de juiste woordvolgorde:

1. We are never in a position to complain.
2. We never are in a position to complain.

I love going to the gym

Dancing is

I got interested in dancing

because it gives me energy

something I do very often

when I was ten

STONE 8 (review)

Zo praat je over je passie 

STONE 9 & 10 (P.70)

Zo praat je over bijbaantjes

zo praat je over geld verdienen en geld uitgeven

GRAMMAR 10 (P.71)

BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN

What do you like

What do you spend

I usually take orders from customers,

I buy things all the time 

about it

your money on

but now I'm washing dishes

so I can’t save any money.

Bezittelijk
voornaamwoord

Voorbeelden

Dit is mijn gitaar. -> This is my guitar.
Dit gitaar is van mij. -> This guitar is mine. 

Dat zijn hun boeken. -> Those are their books.
Die boeken zijn van hen. -> Those books are theirs. 

Dit is zijn tas. -> This is his bag.
Deze tas is van hem. -> This bag is his.

This is ..... bottle.

This bottle is .....

Mine

Its

His

Theirs

Our

Hers

Yours

Welke vorm hoort bij deze zin:
This phone is .....

1. her
2. mine
3. he
4. mines

Wat is de juiste vertaling van deze zin:
Dit is mijn gitaar.

1. This is my guitar.
2. That guitar is mine.
3. This guiter is my.
4. Those guitars are ours.

Welke vorm hoort bij deze zin:
My pencil is broken. Can I borrow ......?

1. your
2. her
3. yours
4. mine

Homework

Doe oefeningen 21, 22, 23, 24, 29, 30 (pp. 17-23 wb B)

ANY QUESTIONS?