Blok 6 | week 2 | les 4
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Categorie 6: aai-ooi-oei-woord.
Ik hoor de /j/, maar ik schrijf de i.
Noem eens 5 mooie woorden.
Ik hoor de /j/, maar ik schrijf de i.
Noem eens 5 mooie woorden.
Slide 2 - Open vraag
In welke tijd staat de volgende zin?
De chocolade smolt op zijn tong.
De chocolade smolt op zijn tong.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 3 - Quizvraag
In welke tijd staat deze zin?
Mijn moeder perst de knoflook.
Mijn moeder perst de knoflook.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 4 - Quizvraag
En tot slot deze zin.
Heb je lekker gegeten?
Heb je lekker gegeten?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 5 - Quizvraag
Welke twee woorden zitten in de afbeelding?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
De centrale verwarming is behoorlijk warm geworden.
Noem het hulpwerkwoord
Noem het hulpwerkwoord
Slide 8 - Open vraag
De centrale verwarming is behoorlijk warm geworden.
Noem het voltooid deelwoord.
Noem het voltooid deelwoord.
Slide 9 - Open vraag
De centrale verwarming is behoorlijk warm geworden.
Noem het zelfstandig naamwoord met lidwoord
Noem het zelfstandig naamwoord met lidwoord
Slide 10 - Open vraag
De centrale verwarming is behoorlijk warm geworden.
Staat de verwarming in enkelvoud of meervoud
Staat de verwarming in enkelvoud of meervoud
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 11 - Quizvraag
De centrale verwarming is behoorlijk warm geworden.
Noem het bijvoeglijk naamwoord.
Noem het bijvoeglijk naamwoord.
