Meerwind 2.0

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldorientatieBasisschoolMiddelbare schoolmavoGroep 8Leerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • wat elektrische energie is en hoe het gemaakt wordt,
  • over fossiele brandstoffen, soorten en kenmerken duurzame energie en waarom wij de energietransitie zo hard nodig hebben,
  • hoe een windturbine werkt en waarom het handig is om lokale energieleveranciers zoals Meerwind in de buurt te hebben
In deze les leer je:

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord "energie"?

Slide 3 - Woordweb

Welke bewering over energie is juist?
A
Een mogelijkheid om iets te laten werken .
B
Alles wat beweegt, warm is of iets doet.
C
Energie kent veel verschillende vormen én bronnen.
D
Alle beweringen zijn juist.

Slide 4 - Quizvraag

Energie is een mogelijkheid of vermogen om iets te laten werken of om iets te veranderen. 
Alles wat beweegt, warm is of iets doet bevat energie.
 
Energie kent veel verschillende vormen én bronnen.

Bekijk deze video van SchoolTV maar eens.
Wat is energie?

Slide 5 - Tekstslide

Jij hebt gezien dat het niet eenvoudig is om energie te omschrijven. Energie komt in verschillende vormen voor. 

De natuurwetenschappen onderscheiden meer dan 10 verschillende vormen energie, het meest heb je te maken met kinetische energie, lichtenergie, kernenergie en thermische energie.

Tijdens deze les focussen wij ons op een andere energiesoort, namelijk elektrische energie. 

Vormen van energie:
Kinetische energie is de energie die een object heeft door zijn beweging. Zolang een object met dezelfde snelheid beweegt, behoudt het dezelfde kinetische energie.
Lichtenergie is de energie die wordt opgewekt en gedragen door lichtgolven. Natuurlijke lichtenergie wordt overgedragen door de zon. Kunstmatige lichtenergie wordt opgewekt door het gebruik van andere vorm van energie, zoals elektrische energie
Kernenergie is energie die is opgewekt door kernreacties. In kerncentrales wordt warmte die vrijkomt bij kernsplijting gebruikt om stoom te produceren. Deze stoom drijft turbines met dynamo’s aan die elektriciteit opwekken.
De bewegingsenergie van moleculen bepaalt de temperatuur. Hoe sneller de moleculen bewegen, hoe warmer het is en hoe meer energie iets bevat. Warmte is de energie die nodig is om iets in temperatuur te laten stijgen of de energie die vrijkomt als iets in temperatuur daalt. Dit noemen we Thermische energie.

Slide 6 - Tekstslide

Elektrische energie komt voort uit de beweging van elektronen. Elektronen zijn kleine deeltjes die deel uitmaken van een atoom. Elk elektron heeft een kleine elektrische lading. 

Als elektronen zich verplaatsen, komt er energie vrij. 
Dit noemen we elektrische stroom.
Dat is de elektriciteit die je nodig hebt om bijvoorbeeld je smartphone op te laden. 
Elektrische energie

Slide 7 - Tekstslide

Klik hier als de video niet laadt.
Elektriciteitscentrale: water verwarmen - fossiele brandstof - stoom - turbine - generator 
Opwekken van elektriciteit
In veel landen wordt de meeste de elektriciteit opgewekt in een elektriciteitscentrale. Door het verbranden van (fossiele) brandstoffen verwarmen ze water in een stoomketel. Het water wordt omgezet in stoom en onder hoge druk door een turbine geperst. De turbine gaat draaien en brengt op deze manier een generator op gang die elektriciteit produceert.

Slide 8 - Tekstslide

Het grootste deel van de elektriciteit wordt geproduceerd door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals aardgas en steenkool.

Daarnaast wordt elektriciteit ook duurzaam gemaakt, bijvoorbeeld met windturbines.

De bron die gebruikt wordt om elektriciteit mee te maken, bepaalt of het om duurzame (groene) of niet-duurzame (grijze) elektrische energie gaat.
Bronnen

Slide 9 - Tekstslide

Bronnen van duurzame (groene) energie:
Bronnen van niet-duurzame (grijze) energie:
Steenkool
Aardgas
Water
Aardolie
Zon
Wind
Bruinkool

Slide 10 - Sleepvraag


Bronnen waarmee niet-duurzame (grijze) energie geproduceerd wordt noemen wij “fossiele brandstoffen”.
Wat zijn fossiele brandstoffen precies?


A
Olie gemaakt van op niet-duurzame manier geteelde raapzaad
B
Natuurlijke bronnen waarmee groene energie opgewekt wordt
C
Stoffen gevormd uit de overblijfselen van dieren en planten
D
Recentelijk ontwikkeld materiaal dat energie levert door verbranding.

Slide 11 - Quizvraag

Veruit de meeste energie die we gebruiken komt van fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en kolen. 
Deze fossiele brandstoffen zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen, en bovendien veroorzaken ze de nodige vervuiling.

Fossiele brandstoffen zijn niet-hernieuwbare energiebronnen.
Wat zijn fossiele brandstoffen?
Fossiele brandstoffen zijn honderden miljoenen jaren geleden gevormd uit de overblijfselen van dieren en planten. Net als herkenbare fossiele dieren en planten zijn fossiele brandstoffen geconserveerd in steenlagen.
We vinden ze in de bodem in de vorm van steenkool, aardolie, aardgas, maar ook dicht aan de aardoppervlakte, zoals bijvoorbeeld bruinkool.

Fossiele brandstof
Niet-hernieuwbare energiebronnen:
  • Bronnen die niet worden aangevuld
  • Bronnen die na een tijd opraken
  • Alle fossiele brandstoffen zijn (in de tijd van mensheid) niet-hernieuwbaar

Slide 12 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen zijn rijk aan koolstof. Door ze te verbranden, bijvoorbeeld in de motor van een auto, reageert de koolstof met zuurstof uit de lucht. Hierbij ontstaat koolstofdioxide (CO2).
Dit gas komt van nature voor in de lucht. Dat is maar goed ook, het heeft een aantal belangrijke functies:

Het is noodzakelijk voor de groei van planten (fotosynthese). 

Fotosynthese is het proces waarbij planten water en koolstofdioxide (CO2), onder invloed van energie uit licht, omzetten in zuurstof en glucose (suiker). Deze suiker wordt vervolgens door de plant als voedsel gebruikt.
(Een plant is het enige levende organisme dat zelf zijn voedsel kan maken.)
1
Het werkt als een warmte isolerende deken rond de Aarde. Zonder CO2 zouden zonnestralen naar de ruimte weerkaatsten en zou het te koud zijn op aarde (broeikasgas). 
2
Wat is dan het probleem?
Probleem?

Slide 13 - Tekstslide

Probleem...
Door (onder andere) de verbranding van fossiele brandstoffen komt er veel extra kooldioxide (CO2) vrij in de atmosfeer. 
Andere belangrijke broeikasgassen waarvan de hoeveelheid in de atmosfeer toeneemt door toedoen van menselijk handelen, zijn methaan en lachgas. 

De toename van deze gassen in de atmosfeer versterkt het broeikaseffect en dit leidt tot een warmer klimaat. 

Bekijk deze video maar eens!

Slide 14 - Tekstslide

Weet jij hoe broeikasgassen ontstaan? Soms is het op een heel natuurlijke manier zonder dat mensen er iets voor moeten doen en soms hebben wij daar wel veel invloed op. Kan je de voorbeelden van verschillende manieren van ontstaan bij het juiste gas slepen?
Koolstofdioxide (CO2)
Methaan
Lachgas
Afvalproduct bij ademhaling van mensen en dieren

In moerassen door bacteriën bij vertering van organische stof

In rijstvelden (kunstmatige moerassen)

Bemesting met kunstmest of dierlijke mest

Vergisting (bij het maken van brood, bier of wijn)


Verbranding van fossiele brandstoffen


Veeteelt (verteren van voer)


Slide 15 - Sleepvraag

Beschrijf in je eigen woorden wat je deze les geleerd hebt.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 19 - Woordweb

  • over energietransitie
  • over duurzame energie
  • over het klimaatakkoord
  • over groene stroom
  • over Meerwind
In deze les leer je

Slide 20 - Tekstslide

Door broeikaseffecten verandert het klimaat en dat heeft grote gevolgen voor mens, natuur en milieu. Om verdere opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan zo veel mogelijk te voorkomen hebben veel landen hierover afspraken gemaakt - het akkoord van Parijs.

Het doel van dit Klimaatakkoord is een vermindering van broeikasgassen met 49% in 2030 en met 95-100% in 2050!

Om aan de afspraken van Parijs te voldoen moet Nederland o.a. overstappen van fossiele brandstoffen op duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Deze wisseling van primaire (= uit de natuur gewonnen) energiebronnen noemen wij energietransitie. 

Klimaat akkoord
Energietransitie

Slide 21 - Tekstslide

De energietransitie is bedoeld voor de gehele energievoorziening – dus niet alleen maar voor de elektriciteitsproductie, maar ook voor bijvoorbeeld landbouw, industrie en verkeer en vervoer.

Het opwekken van elektriciteit is slechts een kleine component van de gehele energievoorziening, ongeveer 12 procent in 2019, maar met deze les focussen wij juist op dit onderdeel.
Energietransitie
Klimaat akkoord

Slide 22 - Tekstslide

Kan jij raden, hoeveel procent van welk energiebron er in Nederland in 2020 gebruikt is om elektriciteit mee te maken? Schuif de percentages naar de juiste bron.

13,6 %
13,6 %
10 %
0,1 %
62,7 %
Biomassa
Fossiel
Waterkracht
Wind
Zon

Slide 23 - Sleepvraag

Klimaat akkoord
De samenstelling van verschillende soorten bronnen elektriciteit dat procentueel weergegeven is en bij elkaar de totale hoeveelheid toont noemen wij de energiemix.

Energietransitie
Ondanks dat biomassa afkomstig is vanuit de natuur, levert het verbranden daarvan een bijdrage aan het broeikaseffect. Daarom is het wel een hernieuwbare maar geen duurzame bron.

Slide 24 - Tekstslide

Het grootste deel van onze stroom wordt nog steeds opgewekt uit fossiele bronnen als aardgas, kolen en olie. In 2021 kwam ongeveer een derde van de totale elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen, maar met de vooruitzicht van toenemend elektriciteitsverbruik hebben wij nog steeds een lange weg te gaan!

Klimaat akkoord

Slide 25 - Tekstslide

Welke van de drie bovenvermelde bronnen wordt bijna niet gebruikt in Nederland?

A
Water
B
Wind
C
Zon

Slide 26 - Quizvraag

Duurzame of groene energie, is energie afkomstig van natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld en geen CO2 uitstoot produceren. Dit is bijvoorbeeld energie uit waterkracht, zon en wind.

Weet jij nog welke duurzame bron in 2021 de meest energie leverde?


A
Water
B
Wind
C
Zon

Slide 27 - Quizvraag

Het is belangrijk dat wij allemaal minder stroom gebruiken. Hier kan je zien hoeveel stroom in Nederland geproduceerd en verbruikt wordt. 

In 40 jaar bijna 2 keer zoveel stroomverbruik, dat moet zeker anders kunnen, toch?
Minder stroom

Slide 28 - Tekstslide

Wat kun jij bijdragen om het doel te halen?

Slide 29 - Open vraag

  • Minder schermtijd 
  • Kachel ietsje lager zetten
  • Korter douchen (kouder mag ook)
  • LED lampen gebruiken
  • Lichten uit waar niet nodig (ook op je fiets)
  • Sluipverbruik voorkomen: stekkers uit stopcontact bij geen gebruik, apparaten uit als ze niet gebruikt worden
  • Thermoskan gebruiken
  • Was ophangen i.p.v. droger gebruiken
  • Je ouders helpen om leverancier van groene stroom te kiezen

Minder stroom tips:

Slide 30 - Tekstslide

Energieslurpers
Energiezuinig
wasmachine met label A+
Waslijn
LED lampen
Wasdroger
Oude koelkast
Elektrisch kacheltje

Slide 31 - Sleepvraag

Windturbines en zonnepanelen wekken stroom op:
  • zonder de lucht te vervuilen
  • zonder het klimaat te belasten
  • zonder grondstoffen uit te putten
Wind en zon
Hoe werkt het eigenlijk?

Slide 32 - Tekstslide

  • zonnepanelen
  • makkelijk te installeren
  • kleine of grote schaal


Hoe het allemaal zit met windenergie vragen we aan mensen die al meer dan dertig jaar met windenergie bezig zijn. Laten we op bezoek gaan bij: 
Groene energie

Slide 33 - Tekstslide

Het kan heel nuttig zijn om een leverancier van groene stroom in de buurt te hebben. Lokale windcoöperatie Meerwind is een vereniging die ooit werd opgericht door een paar technisch geïnteresseerde en milieubewuste Haarlemmermeerders en inmiddels duizend leden telt. 
Windturbines de Polderjongen en de Pionier wekken veel elektriciteit (en euro’s) op, die lokaal blijft: de stroom en de opbrengsten blijven lokaal.

Groene energie

Slide 34 - Tekstslide

Hoe werkt een windcoöperatie en hoe zit het met de elektriciteit en opbrengsten voor de lokale burgers? Laten we het vragen aan Lex Mooiweer, de voorzitter van Meerwind.
Meerwind

Slide 35 - Tekstslide

Welke nadelen zijn er aan windmolens?

Slide 36 - Woordweb

  • Windmolens leveren geen constant vermogen.
  • Windturbines kunnen negatieve effecten op de natuur hebben, vooral op vogels.
  • Sommige mensen vinden dat windturbines het uitzicht verpesten.
  • Ze maken geluid en slagschaduw.
Enkele nadelen:

Slide 37 - Tekstslide

  • De techniek wordt steeds beter! Ieder nieuw model windmolen levert meer energie op dan zijn voorganger.
  • Door windmolens sterven elk jaar ongeveer 50.000 vogels, door het verkeer 2 miljoen en door katten 18 miljoen.
  • Moderne windturbines zijn stiller dan oudere modellen.
  • Door rekening te houden met afstanden tot bebouwing kunnen wij ook overlast door slagschaduw voorkomen.


 
Laten we kijken hoe al de mooie windturbines werken!
Maar:

Slide 38 - Tekstslide

In deze les heb jij veel gelezen, gehoord en geleerd over energie, elektriciteit, fossiele brandstoffen en groene stroom en vooral wind als bron van duurzame energie. 

Jij hebt ook Kennis gemaakt met windenergie coöperatie Meerwind, een lokale leverancier van groene stroom.

Doe nu de quiz!

Slide 39 - Tekstslide

Hier komt de "eindquiz/toets"

Slide 40 - Tekstslide

Ontwerp een nieuw type windmolen.

Kun jij deze zo bedenken dat de genoemde nadelen niet meer gelden?

Bedenk goed waar jouw windmolen aan moet voldoen en werk dit uit in een (digitale) poster.
Opdracht:

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide