Leerdoel 6 - Ik herken het doel van een tekst

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Binnen = beginnen!

• Jas uit, tas op de grond.
• Open je boek op p.44

Vorige lessen

• Leerdoel 1 = Ik gebruik de 4 verschillende leesstrategieën.
• Leerdoel 2 = Ik herken de opbouw van een tekst.
• Leerdoel 3 = Ik benoem de kernzin van een alinea.
• Leerdoel 4 = Ik leg uit wat een informatieve tekst is en
  welke informatieve teksten er zijn.
• Leerdoel 5 = Ik herken of iets objectief is en leg uit waarom.

Welke actie past bij verkennend lezen?
(Leerdoel 1)

1. Je leest de tekst helemaal zodat je de inhoud begrijpt.
2. Je leest de titel, deeltitels, eerste en laatste alinea en de eerste zin van alle alinea's.
3. Je zoekt naar het antwoord op de vraag.
4. Je leest de tekst vaker zodat je de informatie onthoudt.

Wat gebeurt er in de inleiding?
(Leerdoel 2)

1. De schrijver komt met uitleg en voorbeelden bij een onderwerp.
2. De schrijver introduceert het onderwerp en zorgt dat de lezer verder wil lezen.
3. De schrijver vat de tekst samen, geeft een conclusie, advies of waarschuwing.
4. De schrijver spreekt een toekomstverwachting uit.

Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?
(Leerdoel 2)

1. Op school gebruik je ze iedere dag: schoolboeken. Misschien heb je wel eens meegemaakt dat er nieuwe boeken voor je oude boeken in de plaats kwamen. Wat gebeurt er met de boeken die niet meer gebruikt worden?
2. Schoolboeken worden gemaakt door een uitgeverij. Als er nieuwe schoolboeken gemaakt gaan worden, schat de uitgeverij eerst in hoeveel boeken er verkocht gaan worden.
3. De school koopt boeken en gebruikt ze meestal ongeveer acht jaar. Daarna kopen ze weer nieuwe boeken. Dit komt omdat de boeken dan vaak versleten zijn.
4. De boeken die jij gebruikt voor school, gaan dus eigenlijk best lang mee!

In het slot van een tekst...
(Leerdoel 2)

1. ...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat).
2. ...staat informatie die je nieuwsgierig maakt om verder te lezen.
3. ...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
4. ...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Noteer de eerste twee en de laatste twee woorden van de kernzin. 
(Leerdoel 3)

Alhoewel de verblijven in dierentuinen de afgelopen twintig jaar wat groter en wat natuurlijker zijn geworden, blijven ze toch een slap aftrekstel van de natuurlijke leefomgeving van dieren. Denk maar niet dat een gorilla het verschil niet merkt tussen het Afrikaanse regenwoud en de dierentuin van Rotterdam. Zelf naar voedsel zoeken bijvoorbeeld of zelf een partner uitkiezen, kilometers rondtrekken en interactie met andere wilde dieren: het is allemaal onmogelijk in een dierentuin. 

Welke soorten
informatieve teksten ken je?
(Leerdoel 4)

Objectief of subjectief?
We kunnen beter naar het zwembad gaan dan naar de dierentuin, want het is heel warm vandaag.
(Leerdoel 5)

1. Objectief
2. Subjectief

Vandaag

• Tekstdoelen
• Keuzeopdracht

Doel van vandaag

Ik herken het doel van een tekst.

Aan de slag!

A = Je maakt een poster over de 4 tekstdoelen.

B = Je zoekt 4 teksten bij de 4 tekstdoelen en legt uit welk doel elke tekst heeft. 

C = Je schrijft zelf 4 korte tekstjes, waarbij elk tekstje een ander tekstdoel heeft. 

Je werkt samen in duo's of in een groepje van 3.

20 minuten.

Laat je werk zien aan Susan. 

Morgen presenteren jullie je poster/teksten (max. 2 minuten) aan de klas!

Je helpt elkaar. Vragen? Stel ze aan mij.

Ik kan de 4 tekstdoelen uitleggen.

Afsluiting

Vandaag

• Leerdoel 6: Ik herken het doel van een tekst.

Volgende les

• Presenteren uitwerking leerdoel 6
• Leerdoel 7 - Ik herken de tekstsoort

Toets Leesvaardigheid I en II: dinsdag 16 januari 2024!