quiz stomazorg

Quiz Stomazorg
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz Stomazorg

Slide 1 - Tekstslide

Welke drie soorten stoma's weten we te benoemen?

Slide 2 - Open vraag

Antwoorden
1. Colostoma: Uitmonding van de dikke darm op de buikwand. Bevind zich altijd aan de linker kant van de buik. De ontlasting is meestal vrij vast van vorm
2. Ileostoma: Uitmonding van de dunne darm op de buikwand. Over het algemeen bevind deze stoma zich aan de re kant van het lichaam en wat hoger op de buik. De ontlasting is brijig tot waterig.
3.Urostoma deze stoma wordt aangelegd voor de afvoer van urine. Deze stoma wordt gemaakt van een stukje van de dunne darm en bevind zich meestal re onder op de buik.

Slide 3 - Tekstslide

Indicaties darmstoma

Slide 4 - Woordweb

Antwoorden
aangeboren afwijkingen (anusatresie, Ziekte van Hirschsprung)
erfelijke aandoening (adenomateuze polyposis)
ziekte (Crohn, colitis ulcerosa, diverticulitis)
trauma (met als gevolg darmletsel)
tumor 
tijdelijk om operatiegebied te ontlasten

Slide 5 - Tekstslide

leefstijl en voeding bij een stoma

Slide 6 - Woordweb

Antwoorden
Bij ileostoma i.v.m. ontbreken dikke darm functie verstoorde opname van water en zouten en een gebrek aan vit B12 en ijzer.
Dus: veel drinken, en evt. supplementen

om productie van geuren en gassen te verminderen eetpatroon aanpassen, inname verminderen van oa:
 ui/knoflook/kool/peulvruchten/ei/kauwgom/koolzuurhoudende dranken   
Daarnaast helpt het om regelmatig te eten, goed te kauwen, niet te roken.

Slide 7 - Tekstslide

Welke verschillende soorten ileostoma's kun je benoemen?

Slide 8 - Open vraag

Antwoorden
  • enkelloops of eindstandig stoma : één uitgang waardoor de ontlasting naar buiten komt. Meestal krijg je een eindstandig stoma als het achterliggende deel van de darm niet meer werkt of is verwijderd, stoma is definitief
  • dubbelloops stoma: ligt in een soort lus door de buikwand waardoor er twee uitgangen ontstaan.  vaak tijdelijk stoma.

  • Bij een Ileostoma en urostoma (dus niet bij colostoma!) kan een reservoir in het lichaam worden aangelegd, deze moet op gezette tijden worden geleegd, dit wordt een continent stoma genoemd, oftewel een ileoanale poucho of kockpouch
  • een incontinent stoma is degene die wij allemaal kennen, met het zakje op de buik.

Slide 9 - Tekstslide

Welk systeem gebruik bij het verzorgen van een ileostoma?
A
Eendelig opvangsysteem
B
Tweedelig opvangsysteem
C
Eendelig of tweedelig opvangsysteem
D
zakje voor eenmalig gebruik

Slide 10 - Quizvraag

Kun je bij het verzorgen van een colonstoma ook een afsluitende plug, stomacap gebruiken?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

Antwoorden
De afsluitende plug dicht de dikke darm af, bijvoorbeeld na het spoelen of irrigeren. Het is een soort pleister met tampon erin. Deze plug kan alleen gebruikt worden bij een colostoma. 
Wat ook gebruikt kan worden is de stomacap, een extra klein zakje!
De plug en cap zijn ook geschikt bij het zwemmen en saunabezoek.


Slide 12 - Tekstslide

Welk hulpmiddel kun je gebruiken bij de verzorging van een stoma
A
Een stomagordel
B
aandrukring
C
barrière crème
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

wat is een stomagordel
A
een pleister die het stoma op zijn plek houdt
B
een band van elastisch katoen te gebruiken bij een breuk
C
Iemand die je hulp bij het verzorgen van het stoma

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van een lekkage?
A
Geen passend stomamateriaal
B
Een te kleine of te grote opening in het stomamateriaal
C
voedingspatroon
D
leeftijdgebonden

Slide 15 - Quizvraag

Hoe handel je bij een lekkage?
A
Zorgen dat de zorgen dat het stoma de juiste maat heeft en het materiaal goed aansluit.
B
Schoonmaken en de stoma materiaal niet vervangen voor minimaal 1 uur
C
Stoma materiaal eraf halen en arts inschakelen
D
stomapleister aan de randen bijplakken met bv leukopor

Slide 16 - Quizvraag

Hoe herken je een ontsteking bij een stoma?
A
Warm aanvoelen, rood om de stoma heen, pus, pijnlijk en geïrriteerd.
B
Er kan geen ontsteking ontstaan bij een stoma
C
Geen van alle is goed.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kun je een urineweginfectie voorkomen?
A
Er kan geen urineweginfectie plaatsvinden omdat je een urostoma hebt.
B
Door het stomamateriaal op de juiste manier te gebruiken en de stoma goed schoon te maken.
C
Door minimaal twee liter water per dag te drinken. en dagelijks vitamine C te slikken.

Slide 18 - Quizvraag

Welke complicaties met een stoma kun je benoemen?

Slide 19 - Open vraag

Antwoorden
stomabreuk (stuk darm wat door de binnenkant van de buikwand heen breekt)
prolaps: uitstulping van de stoma
verzonken stoma: stoma ligt te diep, stuk darm is te kort
stenose: neiging tot dichtgroeien
fistel

Slide 20 - Tekstslide

wat betekend een stoma irrigeren
A
het spoelen van de darmen
B
wondverzorging bij huid wat stuk gaat rond de stoma
C
wild vlees verwijderen
D
het spoelen van de darmen via een stoma om de dikke darm leeg te maken

Slide 21 - Quizvraag

wat is een indicatie bij een stoma irrigeren?
A
obstipatie
B
huidproblemen als gevolg van een lekkage
C
voorkeur client
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 22 - Quizvraag

wat zijn de contra indicaties bij een stoma irrigeren
welk antwoord is fout?

A
ileostoma en een parastomale hernia
B
bestraling
C
obstipatie en voorbereiding voor een operatie
D
prolaps/ stenose van de stoma

Slide 23 - Quizvraag

hoelang duurt het om een stoma te irrigeren?
A
15 tot 25 min
B
45 tot 60 min
C
10 tot 15 min
D
25 tot 45 min

Slide 24 - Quizvraag

in welke houding moet de zorgvrager zich bevinden tijdens het irrigeren van een stoma
A
liggend
B
zittend
C
Trendelenburg houding
D
staand

Slide 25 - Quizvraag

Evaluatie!

Slide 26 - Woordweb