In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§1.2 De landbouw komt op
Hoofdvraag
"Waardoor werd de landbouw het belangrijkste middel van bestaan?"
Slide 1 - Tekstslide
Planning
- Herhaling §1.1
- Leerdoelen
- Woordspin
- Uitleg §1.2
- Video
- Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Vraag: Welke van onderstaande zinnen hoort bij het leven van een jager-verzamelaar?
Hoort WELbij een jager-verzamelaar
Hoort NIET bij een jager-verzamelaar
Heeft veel tijd om andere dingen te doen.
Eet wat hij heeft gevangen.
Gaat naar de winkel.
Is de hele dag bezig met zijn avondeten.
Jaagt op elk dier.
Zoekt uit wat hij wil eten.
Slide 3 - Sleepvraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw verliep.
Je kunt drie oorzaken noemen van de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw.
Je kunt vier gevolgen noemen van de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw.
Slide 4 - Tekstslide
De eerste landbouw
Slide 5 - Woordweb
Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven. Welke middelen van bestaan had de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen.
B
Jagers en boeren
C
Jagers en verzamelen.
D
Boeren en verzamelaars.
Slide 6 - Quizvraag
Een langzame verandering
Ongeveer 9.000 jaar v. C. veranderde in het Midden-Oosten heel langzaam de manier van leven.
De mensen gaan aan landbouw doen.
Dieren worden gefokt, men gaat aan veeteelt doen.
Graan groeide op akkers, men deed aan akkerbouw.
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekent het begrip landbouw?
A
Akkerbouw + landbouw= veeteelt.
B
landbouw + veeteelt
= akkerbouw.
C
Veeteelt + akkerbouw=
landbouw.
Slide 8 - Quizvraag
De oorzaken
Er zijn drie oorzaken:
Het werd warmer en droger in Noord-Afrika en Midden-Oosten. Hierdoor was er meer voedsel te vinden in de natuur.
Doordat de mensen op één plek woonden en er meer voedsel was, groeide de bevolking. Het gevolg was dat er nog meer voedsel nodig was.
Daarnaast leerden mensen hoe je granen moest verbouwen en kregen kennis over veeteelt.
Slide 9 - Tekstslide
Welke middelen van bestaan hadden de mensen vóór de landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt.
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt.
Slide 10 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan hadden de mensen tijdens de landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt.
C
Akkerbouw en veeteelt.
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt.
Slide 11 - Quizvraag
Grote gevolgen
Boeren woonden op een plek. Er ontstonden dorpjes.
Door de landbouw was er meer voedsel en groeide de bevolking. De eerste boerendorpen hadden ongeveer 150 inwoners. Rond 7000 v.C. waren er al dorpen waar 2.000 mensen woonden.
In die grotere dorpen ontstonden sociale verschillen. Dat zijn verschillen tussen groepen mensen in rijkdom, macht en aanzien. Sommige boeren hadden meer oogst dan anderen en werden rijker.
Kans op ziekte nam toe. Samen leven met het vee en veel hetzelfde eten.
Het ontstaan van de landbouw is door deze grote gevolgen een van de belangrijkste veranderingen in het bestaan van de mensheid.
Slide 12 - Tekstslide
Stad in het Midden-Oosten, omstreeks 9000 v. Chr.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Huiswerk
Maak alle vragen van §1.3 op je iPad of in je werkboek.