Thema waarneming en gedrag Basis

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-klimwijzer

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg over de klimwijzer aan de leerlingen, hierna volgen enkele vragen over de klimwijzer. 
Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Activering bs. 1
Wie kan alle zintuigen opnomen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
bs. 1
5.1.1 Je kunt vijf zintuigen noemen met hun prikkel.








5.1.2 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven. 

Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Het zintuigenstelsel
Zintuigenstelsel:
Alle zintuigen samen.

zintuig:
Orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving
en die prikkels omzet in impulsen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met je zintuigen kun je de omgeving waarnemen.
Waarnemen is het opmerken van dingen binnen en buiten je lichaam. 
Zintuigen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De werking van zintuigen
  1. De signalen die je zintuigen opmerken, noem je prikkels.
  2. Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
  3. Impulsen worden naar je grote hersenen gebracht om ze te verwerken. – Je wordt je bewust van de prikkels: je neemt waar.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
hersenen:  Deel  dat door de schedel wordt beschermd.

ruggenmerg: geeft impulsen door van zenuwen uit de romp en de ledematen naar de hersenen, en omgekeerd; ligt goed beschermd in de wervelkolom.

zenuwen: Geleiden impulsen






Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkel en impuls 
Wat is het verschil tussen beide?
prikkel
Een prikkel is iets waar een zintuig op reageert. 
Een invloed uit de omgeving op een organisme.
impuls
Elektrisch signaal dat door zenuwen kan worden doorgegeven.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende prikkels
uitwendige prikkel: Prikkel uit de omgeving.
inwendige prikkel: Prikkel die in het lichaam zelf ontstaat.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag
Gedrag komt vaak tot stand door een combinatie van inwendige en uitwendige prikkels.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
BS.1 Opgave:

1 T/M 6

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aflsluiting BS 1
Ken jij de 5 zintuigen met hun prikkel?
Kan jij de werking van zintuigen uitleggen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activering bs. 2
Weet jij dat de huid uit veel onderdeln bestaat elk met een functie?!?!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
bs. 2
5.2.3 Je kunt de delen van de huid benoemen.

5.2.4 Je kunt de taken van de huid noemen.
5.2.5 Je weet wat je moet doen bij een brandwond. 

Slide 19 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

DE HUID
Lederhuid: huidlaag waarin de zintuigen, zenuwen, pijnpunten, haarspiertjes, bloedvaten en zweetklieren liggen.

Zweetklieren: klier die zweet produceert.

Talgklieren: bevinden zich in de haarzakjes en produceren talg.

Poriën: kleine openingen in de huid


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Taken van de huid
 De hoornlaag beschermt je lichaam:
– tegen beschadiging
– tegen ziekteverwekkers
– tegen uitdroging

• De huid helpt bij de regeling van de lichaamstemperatuur.
– Zweetklieren maken zweet. Door zweet koelt het lichaam af.
– Meer doorbloeding van de huid. Het lichaam koelt af.
– Minder doorbloeding van de huid. Het lichaam verliest minder warmte.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een brandwond 
Een brandwond is een beschadiging van de huid door warmte, een chemische stof of elektriciteit.

 Eerste hulp bij een brandwond.
– koelen onder de kraan met lauw water (ongeveer tien minuten)
– een dokter bellen bij grote blaren of een kapotte huid
– niets op een brandwond smeren
– brandwond bedekken met plasticfolie, vet verbandgaas of een schone doek

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
BS.2 Opgave:

1 T/M 5 +7+8 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aflsluiting BS 2
Ken jij de onderdelen van de huid met functies?
Weet jij uit te leggen wat te doen bij een brandwond?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activering bs. 3
Het oor heeft vele onderdelen die samen ervoor zorgen dat wij kunnen horen.
Welke onderdelen ken jij al? En wat doen ze?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
bs. 3
5.3.6 Je kunt de delen van een oor benoemen met hun taak. 

Slide 27 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HET OOR
trommelvlies: onderdeel van het oor dat door geluiden in trilling wordt gebracht
oorsmeerkliertjes: kliertjes in de gehoorgang die oorsmeer produceren
gehoorbeentjes: geven de trillingen van het trommelvlies: door aan een vlies in het slakkenhuis.
slakkenhuis: slakkenhuis geeft dan impulsen af aan de gehoorzenuw
gehoorzenuw: onderdeel van het oor dat impulsen naar de hersenen geleidt




oorschelponderdeel van het oor dat trillingen opvangt
gehoorgang: onderdeel van het oor dat geluiden naar het trommelvlies geleidt
buis van Eustachiusonderdeel van het oor dat de trommelholte met de keelholte verbindt

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
BS.3 Opgave:

1 T/M 7 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aflsluiting BS. 3
Ken jij de onderdelen van de oor met functies?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wenkbrauwen: Beschermen oog tegen zweetdruppels en ander vocht.
wimpers: Beschermen tegen vuil en fel licht.
harde oogvlies: beschermende laag van het oog.
iris (regenboogvlies):Gekleurde deel van het oog.
pupil: Opening in de iris.
traanklier: Maakt traanvocht.
traanbuis: voert traanvocht af naar de neusholte.

oogspieren
Hiermee beweeg je de ogen.
















Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen oog + functie
Wenkbrauwen :Beschermen het oog tegen zweetdruppels en ander vocht.
Wimpers: Beschermen het oog tegen vuil en fel licht.
Harde oogvlies: Buitenste, beschermende laag van het oog.
Iris (regenboogvlies):Gekleurde deel van het oog.
Pupil: Opening in de iris.
Traanklier: Maakt traanvocht.
Traanbuis: Voert traanvocht af naar de neusholte.
Oogspieren: Hiermee beweeg je de ogen.
















Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De binnenkant van het oog
Lens: zorgt ervoor dat je dingen scherp kunt zien.
Glasachtig lichaam: bestaat uit doorzichtig, zacht materiaal dat alle
onderdelen van het oog op hun plaats houdt.
Netvlies: hierin liggen de zintuigcellen die licht omzetten in impulsen.
Vaatvlies: hierin liggen veel bloedvaten die het oog van voeding voorzien
en afvalstoffen afvoeren.
Oogzenuw: geeft impulsen van de zintuigcellen door aan de grote hersenen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijziend: iemand ziet dichtbij scherp.
– bril met holle glazen
Verziend: iemand ziet in de verte scherp.
– bril met bolle glazen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activering bs. 5

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
bs. 5
5.5.9 Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat.

5.5.10 Je kunt beschrijven wat gedrag is.
5.5.11 Je kunt benoemen waardoor gedrag wordt bepaald. 

Slide 40 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Reageren
waarnemen:
• Het rode licht is een prikkel voor de ogen.

• In de ogen ontstaan impulsen.
• De impulsen gaan door zenuwen naar de hersenen.
• De jongen neemt het rode licht waar.

Reactie:
De jongen besluit te stoppen voor het rode licht. Hij moet in de handrem knijpen. Dat gaat zo:
• In de hersenen ontstaan impulsen.
• De impulsen gaan door zenuwen naar de spieren in de arm.
• De spieren trekken samen, de jongen knijpt in de handrem.
• Hij stopt voor het rode licht.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewuste reactie
Bewuste reactie: je kiest ervoor om iets te doen.
Respons: reactie op een prikkel

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag
GedragAlles wat een mens of dier doet, is gedrag.
 Gedrag bestaat uit reacties op prikkels. 

aangeboren gedrag: gedrag dat niet aangeleerd hoeft te worden.

aangeleerd gedrag: gedrag dat ontstaat door te leren.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen & waarden
waarden:
dingen die mensen belangrijk vinden in het leven

normen:
gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
BS.5 Opgave:

1 T/M 7 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aflsluiting BS. 5
Ken jij de onderdelen van de oog met functies?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies