H6.1 je groene omgeving biotische en abiotische factoren

H6 Je groene omgeving
Welkom! Is iedereen er? 
Pak je boek, schrift en pen voor je
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Je groene omgeving
Welkom! Is iedereen er? 
Pak je boek, schrift en pen voor je

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning: 
-Terugblik vorige les: rijken 
-leefomgeving
-levende en niet-levende invloeden 
-Kahoot
-Aan de slag
-Afsluiting 


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vorige lessen
-Na deze les kun je 4 verschillende rijken benoemen.
-Na deze les kun je een voedselketen maken.
-Na deze les kun je minstens 3 verschillende 'schakels' maken.
-Na deze les kun je de pijl in de goede richting zetten. 

https://create.kahoot.it/details/58c1cf0b-f3e0-434e-80b2-f1663e4b1f51 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen: 
-Je kunt benoemen wat een leefomgeving is. 
-Je kunt het verschil tussen levende en niet-levende invloeden benoemen en 2 voorbeelden benoemen. 
-Je kunt benoemen wat een biotoop is. 


Slide 4 - Tekstslide

Verschillende leefomgevingen: 

De plek waar een organisme leeft heet leefomgeving
Een dromedaris leeft ergens anders dan een vis

Slide 5 - Tekstslide

Naast de zee en de woestijn kennen we: 
-Het weiland
-Bossen 
-Strand 

Slide 6 - Tekstslide

levende invloeden en niet-levende factoren
    
Of een dier ergens kan wonen hangt af van de  leefomstandigheden 
Een omgeving met geschikte leefomstandigheden noemen we biotoop. 

Er zijn verschillende invloeden: 
Levende invloeden = Biotische factoren
    Niet-levende invloeden = Abiotische factoren
BK: blz. 111 en TL: blz. 133 tekstboek

     

Slide 7 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren
Schrijf op: 
-2 abiotische factoren
(niet-levend) 
-2 biotische factoren
(levend)

Slide 8 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/details/3ee887b0-d656-4587-83f8-941144bf6a7b

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag: 
- TL I blz. 97 opdr. 9 t/m 12 werkboek lezen blz. 132 133 tekstboek
Klaar? blz. 100 opdr 17 aarde en mars 

-KB: opdr 7 t/m 12 blz. 110 werkboek
Klaar? Opdracht 13 blz. 112
 


Slide 10 - Tekstslide

Afsluiten
 
-Je kunt het verschil tussen levende en niet-levende invloeden benoemen en 2 voorbeelden benoemen. 
-Je kunt benoemen wat een leefomgeving is.
-Je kunt benoemen hoe een leefomgeving met geschikte omstandigheden wordt genoemd. 


Leefomgeving
Is de plek waar een organisme leeft. Hier zijn de omstandigheden voor het organisme het beste. 
Voorbeelden zijn: bos, strand, weiland, oerwoud, woestijn etc. 
Biotoop
Levende invloeden= biotische factoren (eten, soortgenoten, ziekteverwekkers, schuilplaats) 
Niet levend = abiotische factoren (wind, regen, licht, temperatuur) 

Slide 11 - Tekstslide