Mentorles 7/3

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook (gesloten), JdW-map, etui 
timer
3:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook (gesloten), JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            Wat gaan we doen vandaag?
  • Iftar-viering 
  • Planning toetsweek 2
  • Mind Map maken
  • Numo Nederlands

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iftar viering
šŸ“… Datum: 12 maart 2025
šŸ•• Tijd: 18.15 uur - 19.30 uur
šŸ“ Locatie: aula van de school

Slide 4 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
          Planner
  • Toetsweek 2 start 19 maart 
  • Jullie maken hier voor een toetsplanner
  • Hoe gaat dit? 

  • Huiswerk voor volgende mentorles: 
  • Maak een realistische planning voor PTO2
  • Wij checken deze in jullie map!

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieƫn toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creƫert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Mind map maken 

Slide 6 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieĆ«n zoals zelftesten, gespreid leren, schemaā€™s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Les: Mindmapping

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Opening
Je ziet hiernaast een mindmap over het thema boodschappen. Bekijk deze eerst.

Vraag: Welke items zou je op de plekken van A, B en C kunnen verzinnen? Je kan op de volgende slide je antwoord doorgeven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke items heb jij bedacht voor op de plek van A, B en C?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les:

  • Weet ik hoe ik mindmapping in kan zetten tijdens het leren.
  • Kan ik zelf een mindmap maken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1: Opening
2: Hoe doe je het nu?
3: Theorie
4: Aan de slag 
5: Afsluiting 
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. 
Je gaat nu zelf aan de slag.
Hoe doe je het nu?
In de theorie krijg je uitleg over het onderwerp en een kleine opdracht.
In de afsluiting kijk je terug op de les en geven we je nog een paar handige tips.
Inhoudsopgave

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord mindmapping?
2. Hoe doe je het nu?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies






Mindmapping
  • Theorie
  • Opdracht
Je krijgt nu uitleg over mindmapping:
3. Theorie
Mindmapping is een handige leerstrategie om op een creatieve manier een onderwerp in kaart te brengen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mindmapping is een effectieve manier om aantekeningen te maken.

Je brengt met mindmapping op een creatieve manier alle onderdelen van een onderwerp in kaart. 

Je maakt eenvoudig onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken.

Mindmapping sluit ook aan bij de manier waarop onze hersenen werken.
Bekijk het stappenplan op de volgende slide hoe je zelf aan de slag kunt gaan met mindmappen.
Theorie 1: Mindmapping 
Een voorbeeld
Je hoeft niet alleen te schrijven, maar kunt ook tekenen in een mindmap.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereid jezelf voor 

Neem een vel wit papier, pak kleurpotloden of stiften en zorg dat je voldoende tijd hebt om een mindmap te maken Gebruik het papier 'landscape', dat wil zeggen liggen. 
1
Bedenk een onderwerp

Bedenk een onderwerp dat je wilt structureren of waarop je wilt associƫren en schrijf dat in het midden van het vel op, met een tekening eromheen. Gebruik hiervoor verschillende kleuren.

2
Associaties vanuit het midden

Vanuit het midden begint de structuur of de associatie. Gebruik dikke lijnen voor belangrijke zaken, en dunnere lijnen voor afgeleiden hiervan (deze dunne lijnen vertegenwoordigen ook de takken buiten het midden en gaan in op details). De lijnen die je zet maak je met verschillende kleuren en zijn organisch (niet recht) gevormd. Iedere lijn dient in verbinding te zijn met het midden of Ć©Ć©n andere lijn.


3
Zet tekst op de lijn
Op de lijnen zelf schrijf je het woord welke de associatie vertegenwoordigt. Hoe belangrijker de context met het hoofdonderwerp, hoe groter de letter. Gebruik bij de lijnen vanuit het midden eventueel hoofdletters om de belangrijkheid aan te geven. Denk eraan dat je slechts 1 woord plaats en niet volledige zinnen! Het gebruik van Ć©Ć©n woord geeft je veel meer vrijheid voor verdere associaties dan wanneer je een groepje woorden gebruikt.
4
Plaats een tekening of symbool

Plaats op de lijn ook een tekening of symbool. Belangrijk is dat jijzelf het symbool begrijpt. Het is dus niet nodig dat je geweldig kunt tekenen. Door het gebruik van tekeningen wordt je creativiteit geactiveerd. EĆ©n beeld zegt meer dan 1000 woorden.


5
Gebruik verschillende kleuren

Gebruik verschillende kleuren! Je kunt de associaties overzichtelijk rangschikken, maar vooral krijgt je rechterhersenhelft prikkels om creativiteit te stimuleren.

6
Zet je fantasie in!

Laat je bij het maken van de mindmap niet beperken door bepaalde gedachten. Door het maken van een mindmap krijg je toegang tot allerlei creatieve ideeƫn waartoe je eerder geen toegang had. Alles kan en niets is gek!

7
Theorie 2: Stappenplan mindmap

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies een sport die je speelt of een hobby die je leuk vindt. Probeer het onderwerp op te delen in sub-onderwerpen en maak zo een handig overzicht.

Let op: Je mindmap wordt niet opgeslagen. Klik hier voor het oefenen met mindmappen
Opdracht: Oefenen met mindmappen 
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een mindmap.

Kies een onderwerp voor een vak waar je nu mee bezig bent. Bijvoorbeeld: Tweede Wereldoorlog.

Probeer het onderwerp op te delen in sub-onderwerpen en maak zo een handig overzicht.

Vergeet niet het stappenplan van mindmapping te gebruiken.
4. Aan de slag
Bereid jezelf voor 

Neem een vel wit papier, pak kleurpotloden of stiften en zorg dat je voldoende tijd hebt om een mindmap te maken Gebruik het papier 'landscape', dat wil zeggen liggen. 
1
Bedenk een onderwerp

Bedenk een onderwerp dat je wilt structureren of waarop je wilt associƫren en schrijf dat in het midden van het vel op, met een tekening eromheen. Gebruik hiervoor verschillende kleuren.

2
Associaties vanuit het midden

Vanuit het midden begint de structuur of de associatie. Gebruik dikke lijnen voor belangrijke zaken, en dunnere lijnen voor afgeleiden hiervan (deze dunne lijnen vertegenwoordigen ook de takken buiten het midden en gaan in op details). De lijnen die je zet maak je met verschillende kleuren en zijn organisch (niet recht) gevormd. Iedere lijn dient in verbinding te zijn met het midden of Ć©Ć©n andere lijn.


3
Zet tekst op de lijn

Op de lijnen zelf schrijf je het woord welke de associatie vertegenwoordigt. Hoe belangrijker de context met het hoofdonderwerp, hoe groter de letter. Gebruik bij de lijnen vanuit het midden eventueel hoofdletters om de belangrijkheid aan te geven. Denk eraan dat je slechts 1 woord plaats en niet volledige zinnen! Het gebruik van Ć©Ć©n woord geeft je veel meer vrijheid voor verdere associaties dan wanneer je een groepje woorden gebruikt.


4
Plaats een tekening of symbool

Plaats op de lijn ook een tekening of symbool. Belangrijk is dat jijzelf het symbool begrijpt. Het is dus niet nodig dat je geweldig kunt tekenen. Door het gebruik van tekeningen wordt je creativiteit geactiveerd. EĆ©n beeld zegt meer dan 1000 woorden.


5
Gebruik verschillende kleuren

Gebruik verschillende kleuren! Je kunt de associaties overzichtelijk rangschikken, maar vooral krijgt je rechterhersenhelft prikkels om creativiteit te stimuleren.

6
Zet je fantasie in!

Laat je bij het maken van de mindmap niet beperken door bepaalde gedachten. Door het maken van een mindmap krijg je toegang tot allerlei creatieve ideeƫn waartoe je eerder geen toegang had. Alles kan en niets is gek!

7

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Afsluiting
Dit kan ik:

  • Ik weet hoe ik mindmapping in kan zetten tijdens het leren. 
  • Ik kan zelf een mindmap maken.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een mindmap kun je voor heel veel onderwerpen gebruiken.
Onze hersenen vinden mindmaps fijn
Naast schrijven kun je ook tekenen
Handige tips

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Numo (NL)

Slide 20 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieĆ«n zoals zelftesten, gespreid leren, schemaā€™s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Numo.

Aan de slag!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies