VWO 1 - 29 oktober

1 VWO - le 29 octobre
JOURBON!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1 VWO - le 29 octobre
JOURBON!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
- Franse straattaal
- Vocabulaire herhalen: welke hoort er niet bij?
- Grammatica herhalen
- Test jezelf: D-toets unité 1

Slide 2 - Tekstslide

Franse straattaal
Le verlan = l'envers
Bonjour → Jourbon

Wat zullen de volgende woorden dan zijn in standaard Frans?
- zarbi - céfran
- ouf - zicmu
- lepar - tisor

Slide 3 - Tekstslide

Welke hoort er niet bij?
A
salut
B
bonjour
C
bonsoir
D
à demain

Slide 4 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
chouette
B
grand
C
joli
D
j'adore

Slide 5 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
la maison
B
le collège
C
en cinquième
D
la classe

Slide 6 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
Oui
B
Ça va bien
C
Merci
D
Non

Slide 7 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
la France
B
le musée
C
l'école
D
la nationalité

Slide 8 - Quizvraag

À vous!

Slide 9 - Tekstslide

Grammaire I
Être

Slide 10 - Tekstslide

Vormen van être

Slide 11 - Woordweb

Être = zijn
Je suis
Tu es
Il/elle/on est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
Elles sont

Slide 12 - Tekstslide

Onthoud:
1. 'Het is' vertaal je met...?
2. 'Wij zijn' kun je in het Frans op twee manieren vertalen
3. 
- Naar een groep vrouwen verwijs je met 'elles'
- Naar een groep mannen verwijs je met 'ils'
- Naar een groep mannen en vrouwen verwijs je met...?
4. Ook naar dingen kun je verwijzen met il(s) en elle(s)

Slide 13 - Tekstslide

David est dans le jardin?
- Non, ... au cinéma.

Slide 14 - Open vraag

Vous êtes à Paris, Théo et Lara?
- Non, ... à Lyon

Slide 15 - Open vraag

David et Alice sont français?
- Non, ... néerlandais

Slide 16 - Open vraag

Tu es à la maison?
- Non, ... à l'école

Slide 17 - Open vraag

Grammaire II
Het lidwoord

Slide 18 - Tekstslide

Het lidwoord
De / het:
- mnl. ev. = 
- vrl. ev. = 
- meervoud = 
Een: welke twee Franse vormen in het enkelvoud?
Meervoud: geen lidwoord in het Nederlands. En in het Frans?

Slide 19 - Tekstslide

Élise et Anna sont à la piscine?
- Non, ... sont dans le parc.
A
il
B
elle
C
ils
D
elles

Slide 20 - Quizvraag

La maison de David est loin?
- Non, ... est tout près.
A
il
B
elle
C
ils
D
elles

Slide 21 - Quizvraag

Eric est chez Nicolas?
- Non, ... est chez Sophie.
A
il
B
elle
C
ils
D
elles

Slide 22 - Quizvraag

Voorbereiden voor de toetsen

- Maken D-toets unité 1

Slide 23 - Tekstslide