naar aanleiding daarvan per groepje uitwerken wat er aan de hand kan zijn > klinisch redeneren (maar ook wat houdt het ziektebeeld in, welke medicatie, waar is het voor?)
einde van de les evaluatie van dit blok
Slide 2 - Tekstslide
Beoordeling adh van deze les
voldoende of onvoldoende !
Inzet en actieve werkhouding
Slide 3 - Tekstslide
Dossier dhr. van Dijk
Meneer Van Dijk is een 68-jarige man met een voorgeschiedenis van chronische obstructieve longziekte (COPD), gediagnosticeerd vijf jaar geleden.
Meneer Van Dijk rookte gedurende 40 jaar, maar vijf jaar geleden stopte hij met roken nadat de diagnose COPD was gesteld. Hij heeft regelmatige follow-upafspraken met zijn huisarts, waarbij hij dagelijks inhalatiecorticosteroïden en luchtwegverwijders gebruikt volgens voorschrift.
Slide 4 - Tekstslide
medicatie dhr. van dijk
Fluticason (250 mcg, twee keer per dag).
Salmeterol/Fluticason (50/250 mcg, twee keer per dag).
Salbutamol (100 mcg/dosis)
Prednison (40 mg eenmaal daags)
Slide 5 - Tekstslide
Dossier
Mevrouw Jansen, een 72-jarige vrouw, is onlangs ontslagen uit het ziekenhuis na een succesvolle darmresectie als gevolg van complicaties met betrekking tot darmobstructie.
Ze heeft een voorgeschiedenis van diverticulitis en hypertensie. Mevrouw Jansen woont alleen en is na ontslag overgeplaatst naar het verpleeghuis voor verdere revalidatie en zorg.
Slide 6 - Tekstslide
Medicatie Mw. jansen
Paracetamol (1000 mg, maximaal vier keer per dag)
Tramadol (50 mg, maximaal vier keer per dag).
Metoprolol (50 mg, eenmaal daags)
Amlodipine (5 mg, eenmaal daags).
Enoxaparine (40 mg, eenmaal daags).
Slide 7 - Tekstslide
Dossier dhr. Peters
De heer Peters, een 60-jarige man, heeft een geschiedenis van diabetes mellitus type 2, gediagnosticeerd 15 jaar geleden.
Hij woont zelfstandig en beheert zijn diabetes met een combinatie van orale antidiabetica en insuline. De heer Peters heeft zijn bloedsuikerspiegel altijd zorgvuldig gecontroleerd en aangepast volgens het advies van zijn arts.
Slide 8 - Tekstslide
Medicatie dhr. Peters
Metformine (1000 mg, tweemaal daags).
Insuline glargine (20 eenheden eenmaal daags)
Insuline aspart (voor de maaltijden, variabele dosis op basis van koolhydraatinname).
glucagon injectie zn.
Slide 9 - Tekstslide
Evaluatie van dit blok
post-its;
schrijf er op een top ; wat vond je leuk/goed aan deze lessen