In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Verbintenissenrecht
Rechtshandelingen (deel 2)
Slide 1 - Tekstslide
Rechtshandeling
Is een handeling met bedoeld rechtsgevolg
Verandert iets in de juridische positie van personen
Eenzijdige rechtshandelingen:
handeling waarvoor de wil van 1 persoon genoeg is, bijv. testament,
Meerzijdige rechtshandelingen:
handeling waarvoor de wil van meer personen nodig is, bijv. overeenkomst
Feitelijke handelingen:
handelingen met onbedoelde rechtshandelingen, bijv. schade veroorzaakt met de auto.
Slide 2 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van: 1) eenzijdige rechtshandeling 2) meerzijdige rechtshandeling.
Slide 3 - Open vraag
4 eisen aan rechtshandelingen
1) handelingsbekwaam
18 jaar (opklimmend handelingsbekwaam), niet onder curatele (VERNIETIGBAAR)
2) handelingsbevoegd
echtgenoten bij bepaalde handelingen alleen met toestemming! art. 1:88 BW (schenking, borg, woning, koop op afbetaling) (VERNIETIGBAAR)
beroepsbeoefenaren (advocaat, notaris, rechter) in hun eigen dossiers (NIETIG)
3) wil
je hebt een vrije wil om iets in het recht te doen, bent dus niet misleid of geestelijk gestoord
4) verklaring
je maakt duidelijk dat je een bepaalde handeling wilt, bijv. knikken met het hoofd, ondertekenen
Slide 4 - Tekstslide
Een geldige rechtshandeling vereist vier voorwaarden. Handelingsbekwaam, handelingsbevoegd, wil en .......?
A
Eis
B
Aanbod
C
Verklaring
D
Aanvaarding
Slide 5 - Quizvraag
De 15-jarige Sanne koopt zonder medeweten van haar ouders een tv van € 1.600. Wat is juist m.b.t. haar rechtshandeling?
A
De rechtshandeling is geldig.
B
De rechtshandeling is nietig.
C
De rechtshandeling is vernietigbaar.
Slide 6 - Quizvraag
De 62- jarige Sam is in een psychose terecht gekomen. Hij gaat naar de notaris en laat een testament opstellen waarin een bepaalde vereniging de enige erfgenaam wordt ( in plaats van zijn vrouw en kinderen) Wat is juist m.b.t. deze rechtshandeling? (kijk in art. 3:34 lid 2 BW)
A
Deze rechtshandeling is geldig
B
Deze rechtshandeling is vernietigbaar
C
Deze rechtshandeling is nietig
Slide 7 - Quizvraag
Eric is getrouwd met Joanna. Zonder overleg koopt hij van zijn spaargeld een elektrische fiets van € 4.000. Wat is juist m.b.t. deze rechtshandeling?
A
De rechtshandeling is geldig
B
De rechtshandeling is vernietigbaar
C
De rechtshandeling is nietig
Slide 8 - Quizvraag
Advocaat Berend behandelt de echtscheiding van Eric en Joanna. Hij wil die elektrische fiets van Eric wel overnemen voor een zacht prijsje van € 2.000. Wat is juist m.b.t. deze rechtshandeling?
A
De rechtshandeling is geldig
B
De rechtshandeling is vernietigbaar
C
De rechtshandeling is nietig
Slide 9 - Quizvraag
Julia is onder curatele gesteld. Wekelijks krijgt zij € 20 om vrij te besteden in de speelgoedwinkel. Zij koopt hier een aantal Pokemon kaarten van. Haar curator is het er achteraf niet mee eens. Wat is juist m.b.t. deze rechtshandeling?
A
De rechtshandeling is geldig
B
De rechtshandeling is nietig
C
De rechtshandeling is vernietigbaar.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Het is uitverkoop bij de Bijenkorf. Gerry staat in de kledingwinkel en is super blij. Het jurkje dat ze al zo lang wilde is volgens het prijskaartje afgeprijst. Op het prijskaartje staat een sticker met 50% korting. Bij de kassa zegt de medewerkster dat dit toch niet klopt. Er had een sticker met 40% korting op moeten staan. Wie heeft er gelijk?
A
Bijenkorf
B
Gerry
Slide 13 - Quizvraag
Bij de Leenbakker webshop gebeurt iets fantastisch. Er is vandaag een actie dat alles gratis is! Ellen bestelt daarom zo veel als mogelijk. De volgende dag krijgt zij een mail dat dit niet de bedoeling was. Een medewerker had een grap uitgehaald. Ellen wil de spullen alsnog! Wie heeft er gelijk?
A
Ellen
B
Leenbakker
Slide 14 - Quizvraag
Dus: wanneer geldt het vertrouwensbeginsel bij vergissingen in het aanbod?
A
Bij kleine vergissingen
B
Bij grote vergissingen
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Wilsgebreken
Bedreiging (art. 3:44 BW) Een rechtshandeling laten verrichten door met nadeel te dreigen.