Les 4, Neus

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?

  • Aftekenkaart op papier
  • Uitleg leerdoelen les 4,Ruiken en proeven 
  • Aan de slag met de opdrachten
  • Mini-Poster maken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Aftekenkaart M&N Periode 2
  • elke les bij je hebben
  • niet bij je hebben=materiaal vergeten 

Slide 3 - Tekstslide

Ruiken en proeven

Slide 4 - Tekstslide

De leerdoelen
  • Je kan de voordelen duidelijk maken van ademen via de neus ten opzichte van ademen via de mond.
  • Je snapt het verband tussen ruiken en proeven.


Slide 5 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
Je kunt door je neus of door je mond inademen. 
  • Adem je in door je neus, dan komt de lucht eerst in de neusholte. 
  • Adem je in door je mond, dan komt de lucht eerst in de mondholte. 
 

Slide 6 - Tekstslide

Ademen via de NEUS 
IN DE NEUS:
Gewaarschuwd voor schadelijke gassen

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd (schadelijk of niet)

Slide 7 - Tekstslide

Ademen via de MOND
Door de mond ademen -> filtert helemaal niet. Dus best ongezond.

Slide 8 - Tekstslide

 Ruiken 

Slide 9 - Tekstslide

Prikkel  - zintuig - impuls -  zenuw - 
 hersenen - waarnemen (geur)
Hij heeft iets waargenomen en reageert nu op de prikkel

Slide 10 - Tekstslide

Proeven

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Proeven

proeven is een combinatie van geur en smaak


Slide 13 - Tekstslide

Differentiëren met opdrachten 
Basis (groene bolletjes): Iedereen maakt opdrachten 1 tot en met 7 eerst in stilte en zelfstandig!
(5 min)

Extra ondersteuning(gele bolletjes): Maak  opdracht 8 en 9 wanneer je meer dan 4 van de basisopdrachten fout maakt.

Verdieping( paarse bolletjes): Heb je alle 8 opdrachten van de groene bolletjes  goed, dan kan je de verdiepende opdrachten 10,11 en 12 maken.

Slide 14 - Tekstslide

1. Ademhalen via de neus is gezonder dan via de mond.
Welke van de onderstaande voordelen horen bij de neusademhaling?
A
De ingeademde lucht wordt opgewarmd
B
De ingeademde lucht wordt gezuiverd van stofdeeltjes
C
De ingeademde lucht wordt droger gemaakt
D
Er worden ziektenverwekkers uit de in geademde lucht gehaald

Slide 15 - Quizvraag

Tong
Reukzintuig
Neusholte

Slide 16 - Sleepvraag

3. Hoe heten de zintuigcellen waar je mee kunt ruiken?
A
Reukharen
B
Reukzintuigcellen
C
Geurharen
D
Geurzintuigcellen

Slide 17 - Quizvraag

4. Welk zintuig helpt naast ruiken en proeven ook mee om voedselvergiftiging te voorkomen?
A
de naam van het restaurant
B
de diepvries
C
het zicht, met je ogen goed kijken
D
de houdbaarheidsdatum

Slide 18 - Quizvraag

5. Door Covid-19 ruiken sommige mensen niets meer.
Wat is het gevolg voor je smaak?
A
Dat maakt geen verschil
B
Je proeft veel minder
C
Je proeft niets meer

Slide 19 - Quizvraag

6. Goed of fout.
Zonder reukorgaan is proeven niet mogelijk.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

7. Welke smaken kan je proeven met je tong?
A
bitter, zoet, zout, zuur
B
zuur, pittig, umami, zout
C
zoet, zuur, zout, bitter, umami
D
pittig, umami, zout, bitter

Slide 21 - Quizvraag

8. Wat is gezonder:
ademhalen door je neus of ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond

Slide 22 - Quizvraag

Je kunt door je neus of door je mond ademhalen. 
Het gezondst is ademhalen door je 

De binnenstromende lucht wordt door het neusslijmvlies                                . 
                     .
9. Zet de sterren op de goede plek en maak de zin kloppend.
neus
mond
opgewarmd
afgekoeld

Slide 23 - Sleepvraag

10. Paarden kunnen niet door hun mond ademen. Ze ademen alleen door hun neus. Het gehemelte is lang en zacht en sluit achter in de mond de luchtwegen af.

Noem twee voordelen van de ademhaling van een paard, ten opzichte van de
ademhaling van de mens (via de neus en mond).

Slide 24 - Open vraag

11. Faith is verkouden. Ze klaagt dat haar eten nergens meer naar smaakt. Leg uit hoe dat komt.

Slide 25 - Open vraag

12. Een haai ruikt een prooi en reageert daarop.
Wat is de juiste volgorde?
A
geurstoffen - reukzintuigen - reukzenuwen - hersenen
B
reukzintuigen - geurstoffen - reukzenuwen - hersenen
C
hersenen - reukzintuigen - reukzenuwen - geurstoffen
D
reukzenuwen - hersenen - geurstoffen - reukzintuigen

Slide 26 - Quizvraag

Mini-Poster maken
1. Werk in groepjes van twee.
2. Maak een mini-poster op A4-formaat over de neus of de tong – de keuze is aan jullie.
3. Verwerk de aantekeningen uit de uitleg in de poster en voeg tekeningen toe of geef er jullie eigen creatieve draai aan.(NIEMAND MAG GAAN PRINTEN)
4. Succes :)

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting
  • De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
 en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor het leerdoel 7 en 8(Neus).
  • De leerdoelen 7 en 8 alvast leren!
  • De Mini-Poster als bewijs gebruiken voor de aftekenkaart.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide