Een plant, zoals de zonnebloem, groeit naar het licht doordat de plant kan reageren op lichtprikkels. Dit is een voorbeeld van het levensverschijnsel .........
A
ademen
B
waarnemen
C
groeien
D
voeden
Slide 14 - Quizvraag
Welke van de onderstaande levensverschijnselen hebben te maken met het opnemen en/of afgeven van stoffen aan de omgeving?
A
groeien, voeden, ademhalen
B
bewegen, voeden, voortplanting
C
uitscheiden, groeien, bewegen
D
voeden, ademhalen, uitscheiden
Slide 15 - Quizvraag
Welke levensverschijnselen hebben te maken met het feit dat organismen REAGEREN op hun omgeving?
A
Bewegen
Voeden
B
Bewegen
Ademhalen
C
Bewegen
Waarnemen
D
Ademhalen
Voeden
Slide 16 - Quizvraag
Nr. 2 is een waterdruppel. Deze is:
A
dood
B
levend
C
levenloos
D
nat :)
Slide 17 - Quizvraag
Nr. 9 is een mandarijntje. Deze is:
A
dood
B
levend
C
levenloos
D
lekker gezond :)
Slide 18 - Quizvraag
A
De baal hooi is dood en de banden zijn levenloos
B
De baal hooi is levend en de banden zijn dood
C
De baal hooi is dood en de banden zijn dood
D
De baal hooi is levend en de banden zijn levenloos
Slide 19 - Quizvraag
A
De oesters zijn dood
B
De oesters zijn levenloos
C
De oesters zijn levend
D
Die oesters lust ik niet :)
Slide 20 - Quizvraag
A
De plank is dood, de robot leeft en de baksteen is levenloos
B
De plank is levenloos, de robot dood en de baksteen is levend
C
De plank is dood, de robot levenloos en de baksteen is levenloos
D
De plank is levend, de robot levenloos en de baksteen is dood
Slide 21 - Quizvraag
Exit ticket B1: Noem de 7 levenskenmerken
Slide 22 - Woordweb
Exit ticket B1: Wat is a) levend b) dood c) levenloos